Het zou ons verbazen mocht je de muziek van Mandy, Indiana ooit al hebben horen voorbijkomen op de radio; daarvoor klinkt het Brits-Duitse viertal simpelweg te chaotisch en ontoegankelijk. En toch kan je er, als je het muzieklandschap wat nauwlettender in de gaten houdt althans, sinds de release van debuutplaat i’ve seen a way erg moeilijk omheen. De mix van industriële geluiden, elektronica, postpunk en soms zelfs techno zit namelijk zo vernuftig in elkaar, dat het onmogelijk is om niet verwonderd te zijn bij het luisteren. Dat de muziek van Mandy, Indiana niet voor iedereen is weggelegd, is weliswaar een understatement, dat de band daarentegen wel een van de vaandeldragers van een nieuwe golf aan interessante bands van over het Kanaal is, ook.
Na een remix van Fat Dogs “King of the Slugs” is het bij deze tijd om aan een volgend hoofdstuk te beginnen voor Mandy, Indiana, en ook dat zal niet per se toegankelijker klinken dan wat we al van de band hoorden. Het nummer hangt namelijk aan elkaar met een naar boilerroom neigende beat, terwijl de stem van frontvrouw Valentine Caulfield robotachtig onder je huid kruipt. Wat ze precies herhaalt, blijft ons een kleine vier minuten lang bijster onduidelijk, maar het zit toch allemaal weer heel erg donker en goed in elkaar. Geluiden die klinken als over elkaar schurende stalen platen (lees: iets dat lijkt op het geluid dat buitenaardse wezens maken in angstaanjagende scifi-films) leiden uiteindelijk nog een stroomversnelling in, waarna je eigenlijk maar één ding kan denken: naar wat heb ik nu precies geluisterd. En het is in die idee dat Mandy, Indiana wederom uitblinkt.
Op zaterdag 4 mei staat Mandy, Indiana in de Botanique in het kader van Les Nuits Botanique: All Acces.
Beluister de singles van de week op onze Spotify.