Sufjan Stevens heeft de laatste jaren allerminst stil gezeten. Zo moeten we voor zijn laatste reguliere studioplaat The Ascension terug naar 2020, bracht hij het jaar nadien met Convocations een vijfdelige conceptplaat rond verlies en liet hij samen met Angelo De Augustine het mooie A Beginner’s Mind op ons los. Eerder dit jaar bracht hij samen met Timo Andres & Conor Hanick Reflections, een muziekstuk ter begeleiding van een ballet, en dat wist ons dan weer veel minder te bekoren. Wij keken toch meer uit naar wat nummers waarop Sufjan nog eens z’n akoestische gitaar en banjo in de hand zou nemen en geruggesteund door blokfluiten en trompetten zingt over god, verlies of Amerikaanse staten. Het was dan ook de vraag of Sufjan Stevens met Javelin onze wens eens in vervulling zou laten gaan.
De vooruitgestuurde singles lichtten de voorbije weken in elk geval al een fabelachtige tip van de sluier en kondigden aan dat Sufjan voor het eerst sinds Carrie & Lowell (2015) weer de pet van singer-songwriter zou dragen. Zo nam hij alle nummers grotendeels alleen op in zijn thuisstudio, al kreeg hij heel af en toe wel versterking van The National’s Bryce Dessner. Spek naar de bek voor de fans dus, maar voor Stevens zelf verliep de promotie van de plaat in mineur; eind augustus werd bij hem het Guillain-Barré syndroom vastgesteld, een auto-immuunziekte die leidt tot verlammingsverschijnselen. Hij is intussen aan de beterhand, maar gaat een loodzware revalidatie tegemoet waarin hij onder andere opnieuw zelfstandig moet leren lopen. In afwachting van beterschap is Javelin in elk geval beschikbaar. En om dan maar met de deur in huis te vallen: het is een pareltje.
De bevestiging volgt al ogenblikkelijk met de opener “Goodbye Evergreen”. Stevens trapt af met een droeve piano en zingt met warme, melancholische stem over afscheid en hopeloosheid. ‘Think of me as what you will / I grow like a cancer / I’m pressed out in the rain / Deliver me from the poison pain’ zingt hij, en je voelt de hopeloosheid in zijn stem. Wanneer de song vervolgens ontploft in een kakofonie van achtergrondzang, synths, percussie en heel veel blokfluiten weet je meteen dat Sufjan Stevens terug is. Het nummer geeft niet alleen een zeer bondige bloemlezing van wat hij in zijn mars heeft, maar blijkt ook een voorbode te zijn van wat er verder nog zal volgen op Javelin.
Net als op Carrie & Lowell, waarmee Stevens het overlijden van zijn moeder onder andere verwerkte, zijn verlies, afscheid en weemoed de overkoepelende thema’s op Javelin. Stevens ontwijkt tekstuele platitudes om de zware gevoelens uit te drukken en spint in de plaats daarvan poëtische pareltjes die hij vervolgens vergezelt van een hemelse melodie. Het is haast onmogelijk te geloven dat hij deze lp alleen opnam, want de plaat voelt aan als een ongelooflijke muzikale schatkamer.
De akoestische gitaar heeft de bovenhand in het muzikale palet, al krijgt ze in de meeste liedjes na enkele tokkelmaten al gauw versterking van toetsen, een heleboel percussie en een ziljoen belletjes en fluiten. Daarnaast zorgt de harmonieuze achtergrondzang van Adrienne Maree Brown, Hannah Cohen, Pauline Delassus, Megan Lui en Nedelle Torris regelmatig voor kippenvel. Zo krijgt “A Running Start” een fonkelende finale die het nummer een opbeurend gevoel geeft en is “Shit Talk” (met Bryce Dessner op gitaar) ronduit indrukwekkend. Tussen de rijkelijk gearangeerde liedjes is “My Red Little Fox” dan weer het subtielste pareltje met verstilde piano, een tedere tekst, hartverwarmende harmonieën en zachte toetsen.
Toch komt het hemelse orkest van Sufjan Stevens niet op elk nummer naar voren. Het titelnummer “Javelin (To Have And To Hold)” is een akoestisch juweeltje waarin de meester twee minuten zo klein mogelijk klinkt, net als in het het afsluitende “There’s A World” (een cover van Neil Young). In het beklijvende “Everything That Rises” houdt hij het vijf minuten lang ingetogen, al zorgt een atypische percussie voor een bijzonder ritme. Sufjan heeft dan ook nog steeds heel wat vernieuwingsdrang want af en toe richt hij zich ook op de experimentele kant die we kennen van Age of Adz (bijvoorbeeld in de finales van “Goodbye Evergreen” of “Genuflecting Ghost”).
Het is moeilijk om uit de tien nummers van Javelin enkele hoogtepunten te kiezen omdat de plaat het meest tot zijn recht komt als geheel. Door de beperkte speelduur van net geen drie kwartier, door de harmonieuze rijkdom van de muziek en de diepgang van de teksten verveel je je als luisteraar geen moment. En hoewel Stevens de liedjes met dezelfde elementen opbouwt, slaagt hij er in elk nummer in om toch met verrassende vondsten te komen. Hierdoor blijft de spanningsboog de hele tijd gespannen.
Met Javelin keert Sufjan Stevens niet alleen terug naar het land van de indiefolk en singer-songwriters, hij claimt ook meteen weer de troon. Inhoudelijk combineert Javelin de opbouw en sombere gevoelens van Carrie & Lowell terwijl het klankenpalet een kleine weerspiegeling geeft van Stevens’ carrière. Het resultaat is een plaat van een adembenemende schoonheid. ‘Javelin’ vertaalt zich uit het Engels als ‘speer’ en dat woord dekt volledig de lading: Stevens doorboort met deze nieuwe plaat helemaal het hart van de luisteraars.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “My Red Little Fox”, ons favoriete nummer van Javelin, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.