Met optredens van A Flock Of Seagulls, Midge Ure en een feestelijk Village People werd het W-Festival vrijdag op mooie wijze afgetrapt. Echter bleef van de feestvreugde bij Village People niet veel meer over aan de start van de tweede dag, want een aanzienlijke groep VIP’s, personeelsleden en perslieden moesten meer dan een uur wachten op de shuttlebus die hen naar het festivalterrein zou brengen en daardoor ook grandioos te laat aankwamen op het festival. Al vroeg op de dag frustratie alom dus, met name dan bij zij die extra diep in de buidel hadden getast voor het VIP-arrangement. Dat alles betekende ook dat wij enkel de laatste twee, tevens sfeervolle en strak uitgevoerde, nummers van Time Bandits konden meemaken en dat is altijd jammer.
Nik Kershaw @ Main Stage
Een tiental minuten voor Nik Kershaw aan zijn set begon, begon er ook een ferme regenvlaag die een dik halfuur duurde. Het zorgde ervoor dat de tent van de Main Stage volledig vol stond en dat moest de Brit proberen rechtvaardigen. Hij had alleszins voldoende hits om een breed publiek te bekoren, al werd niet ieder hitje feilloos uitgevoerd. Instrumentaal viel er weinig af te dingen op Kershaw en zijn band, maar helaas was de zanger niet fantastisch bij stem en stond de zang te veel naar achter in de mix, waardoor we hem soms amper konden horen, zoals tijdens de strofes van “The Riddle” het geval was. Gelukkig zong het publiek wel bij ieder bekend nummer mee, waardoor het allemaal niet zo heel hard opviel. “I Won’t Let The Sun Go Down On Me” was de afsluiter en ook die werd nog meegeklapt en uit volle borst meegezongen. Dat de regenwolken intussen plaats hadden geruimd voor het zonnetje dat hij bezong, maakte dat alleen maar aangenamer.
TRAITRS @ Batcave
Van de zonneschijn van Nik Kershaw gingen we meteen naar de volledig tegenovergestelde duisternis van het Canadese duo van TRAITRS. Met een drumcomputer, een synthesizer en een gitaar als enige instrumenten wisten de heren een heuse wall of sound te creëren die voor wie van ver luisterde toch enorm op The Cure moet geleken hebben, met name dan door de gelijkaardige vocals van frontman Shawn Tucker. Doordat ieder nummer nagenoeg hetzelfde tempo had, was het wel wat te monotoon om een onvergetelijke show te spelen en dat is meteen ook de reden waarom de Canadezen niet op de Main Stage, maar wel in de Batcave stonden.
Earth, Wind & Fire by Al McKay @ Main Stage
Je hoort mensen wel eens ‘hoe meer zielen, hoe meer vreugd zeggen’ en dat spreekwoord ging zeker op voor gewezen Earth, Wind & Fire-gitarist Al Mckay. De Amerikaan stond namelijk met nog twaalf andere muzikanten op het podium, waaronder een vierkoppige blazerssectie en drie zangers. De groovy combinatie van disco, soul en funk nodigt natuurlijk altijd uit om te dansen en dat is ook precies wat er gebeurde op en voor de Main Stage. Halfweg de set werd een tour de force ingezet waarin zeven nummers, waaronder “Fantasy” en wereldhit “September”, telkens moeiteloos in elkaar overvloeiden. Met “Boogie Wonderland” en “Let’s Groove” kregen we nog een feestelijke toegift, nadat een van de zangers aanvankelijk zei dat de tijd op was. Het werd allemaal met open armen – en een hoop smartphones – ontvangen door een publiek dat zich een vol uurtje kon vermaken.
Wet Wet Wet @ Main Stage
Wie ook altijd voor een degelijke groove weet te zorgen is Graeme Clark, bassist van Wet Wet Wet. Muzikaal zat het allemaal haarfijn in elkaar, misschien wel iets te fijn om goed te zijn. Met de nieuwe zanger Kevin Simm – winnaar van The Voice UK 2016 met een te hoog Metejoor-gehalte – stond er een nog vrij jonge snaak tussen de oude rotten en dat betekende op zijn beurt ook een frontman die alle noten perfect haalt en ze zelfs kan overtreffen. Het sloot prima aan bij het knuffelrockgehalte van Wet Wet Wet, maar in zijn totaliteit klonk het allemaal veel te gelikt. Het publiek liet het zich gelukkig niet aan het hart komen en zong uit volle borst mee met hitjes als “Angel Eyes” en “Goodnight Girl”. Even was er wat kleine paniek bij de fans, want op de schermen werd getoond dat de organisatie in samenspraak met de lokale politie de tent gesloten had, maar de boodschap verdween al snel weer. Net op tijd voor afsluiter “Love Is All Around” waarbij de zwaaiende armen voor de tigste keer de lucht inhingen en voor de laatste keer werd meegekweeld. Wet Wet Wet had de fans mee, maar onvergetelijk was het allesbehalve.
Nena @ Main Stage
Wie Nena enkel en alleen maar kent van “99 Luftballons” heeft dringend wat verdiepingswerk te doen, want naast het occasioneel maken van een pophitje is ze ook een echte rocker. Dat bewees ze ook op de Main Stage van het W-Festival, waar haar band de ronkende gitaren bovenhaalde. Achterop het podium stond ook een ferm platform waarop de drummer plaatsnam en waar ook Nena zelf enkele keren plaats nam. Om haar punkattitude wat meer in de verf te zetten, coverde ze ook Ramones’ “Blitzkrieg Bop”, waarna een gigantische ballon het publiek werd ingetrapt en natuurlijk “99 Luftballons” werd ingezet. Het nummer werd in zijn totaliteit van de ene naar de andere kant van de tent meegebruld en vloeide voort in de outro van “Hey Jude”, die een gevoel van broederlijkheid doorheen het publiek liet gaan. Nena zal met haar optreden vast en zeker enkele globale fans omgetoverd hebben tot grotere fans en dat zou niet meer dan terecht zijn.
The Human League @ Main Stage
The Human League was de headliner van de tweede dag en gezien het straffe optreden van Nena voordien moesten ze hun beste beentje voor zetten om dat nog te overtreffen. In getallen deden ze dat al nog voor het startte, want de de tent werd deze keer echt afgesloten omdat de maximumcapaciteit bereikt was. Pech dus voor de ongelukkigen, al misten die tijdens het eerste kwartier niet bijster veel. The Human League opende namelijk vrij gezapig, maar het publiek had er wel meteen zin in. De hoeveelheid meeklapbare nummers zat daar voor een groot deel tussen, al moesten we voor de grote kleppers natuurlijk tot het einde wachten. Het was vanzelfsprekend “Don’t You Want Me” dat er uit sprong. De fans zongen al massaal mee tijdens de langere instrumentale intro en toen Philip Oakley na zijn zoveelste kledingswissel weer op het podium verscheen en de eerste woorden zong, ging de decibelmeter nog wat hoger de lucht in. The Human League opende misschien wat gezapig, maar deed de propvolle tent wel ontploffen met de hits in de tweede helft.
De domper aan het begin van de dag werd goedgemaakt met aangename sets van The Human League, Nena en Earth, Wind & Fire by Al Mckay. Wet Wet Wet en Nik Kershaw waren dan weer niet fantastisch, maar konden, mede door hun hits, wel op een enthousiast publiek rekenen. Het waren al die nummers van de Main Stage-acts die tekenend waren voor de tweede dag van W-Festival, waarbij de ene – soms halfvergeten – hit de andere opvolgde. De tent bracht enkele problemen met zich mee, waardoor heel wat mensen voor, tijdens en na The Human League niet meer naar binnen of naar buiten konden, mede door het grote aantal strandstoelen die vlak voor de ingang en uitgang stonden.