Met drie uitstekende platen in vier jaar tijd kan je Viagra Boys moeilijk lui of lusteloos noemen. Neem daarbij hun ongelofelijk strak tourschema en je weet dat het woord ‘drukbezet’ geen geheimen meer heeft voor het excentrieke zestal uit Zweden. Tussen al deze drukte konden wij Elias Jungqvist strikken voor een boeiend gesprek over meer dan alleen hun meest recente plaat Cave World.
Jullie sound kunnen we misschien het beste omschrijven als postpunk met een serieuze hoek af. Is dat de sound die jullie voor ogen hadden toen Viagra Boys in 2015 voor het eerst het leven zag?
In het begin was onze grootste gids en bron van inspiratie het album Fun House van The Stooges. Een cultplaat voor al wie een beetje in punk is geïnteresseerd. Toen we begonnen met muziek maken, hadden we vrij strakke regels, die grotendeels zijn oorsprong vonden bij Fun House. De drummer mocht bijvoorbeeld bepaalde cymbalen niet gebruiken en zo waren er nog wel een aantal afspraken. Ik merk dat we nu wat meer afstand doen van die regels. Alles is een stuk vrijer geworden, maar de basis is nog steeds dezelfde en dat is eenvoud. Die eenvoud kan je duidelijk aanschouwen op onze eerste plaat Street Worms. Op Welfare Jazz kleurden we dan wat meer buiten de lijnen, terwijl we met Cave World terug de sound van ons debuut ambieerden.
Viagra Boys telt zes muzikanten. Is de invalshoek van elk bandlid te herleiden naar die ene plaat van The Stooges?
Fun House gaf ons een duidelijke richting qua sound, maar het zou belachelijk zijn mocht dat onze enige bron van inspiratie zijn. Henrik (basgitaar) wordt bijvoorbeeld sterk beïnvloed door West-Afrikaanse bands, Oscar (Saxofoon) is dan wat meer bezig met freejazz en ikzelf haal veel invloeden uit klassieke bands als The Doors. Daarnaast hebben we allemaal wel een interesse in elektronische muziek. Het zou zonde zijn om die variatie van muzikale interesses niet in onze muziek te verwerken.
Er is duidelijk een grote variatie aan invloeden. Hoe probeer je deze in te passen in jullie muziek?
Iedereen binnen Viagra Boys schrijft muziek en iedereen doet dit met zijn eigen invalshoek. Dat maakt het net zo boeiend. Als je vindt dat iets de moeite waard is om te gebruiken in een nummer, dan staan we ervoor open om het een kans te geven. We zijn daarin erg tolerant en ruimdenkend. We moeten natuurlijk kritisch blijven, want we willen als onszelf klinken. Herkenbaarheid is dan ook erg belangrijk.
Wat moet een Viagra Boys nummer bevatten?
De focus van elk nummer die wij creëren ligt op eenvoud. Meestal is één enkele riff genoeg om daar iets moois rond te bouwen. We zijn ook niet zo’n grote fan van standaard songstructuren. We vinden het leuk om daar creatief mee aan de slag te gaan. Dat maakt een nummer alleen maar boeiender.
Wie neemt de lyrics voor zijn rekening en hoe krijgen deze vorm?
Het muzikale gedeelte is teamwerk, maar de teksten zijn hoofdzakelijk van de hand van Sebastian (zanger). Het schrijven gebeurt vrij natuurlijk en de inspiratie haalt Sebastian uit dagdagelijkse dingen die hem opvallen. Voor de nieuwe plaat liet hij zich meermaals inspireren door complottheorieën, die vaak het nieuws haalden omwille van corona. Een van de opvallende complottheorieën was trouwens die waar Hillary Clinton een geheime meeting had met enkele artsen en dit om een product te ontwikkelen dat de mensheid kon uitroeien. Die absurditeit zorgt voor extra meststof om teksten vorm te laten krijgen.
Die absurditeit in jullie muziek werkt soms op de lachspieren. Waarom lijkt humor zo cruciaal in jullie muziek?
Je mag jezelf nooit te serieus nemen en soms is het gewoon nodig om met bepaalde zaken te lachen. De wereld kan al hard genoeg zijn en dat moeten wij niet extra voeden. Daarnaast is het voor ons gewoon leuker om humor in onze muziek te verwerken, dat maakt het maakproces dynamischer. Dat wil niet zeggen dat we nooit eens serieus kunnen zijn, want dat heb je sowieso nodig wanneer je iets wilt maken waarop je trots kan zijn.
De postpunk golf lijkt al maar groter te worden en jullie lijken daar enorm goed op te kunnen surfen. Ook bands als Fontaines D.C., Shame en Fat White Family winnen aan populariteit. Enig idee waar deze evolutie vandaan komt?
Dat is moeilijk te zeggen natuurlijk, maar het zou best kunnen dat mensen het gewoon beu zijn om naar perfect gepolijste muziek te luisteren. De massa heeft misschien gewoon nood aan iets helemaal anders en dat vinden ze in dergelijke bands. Los daarvan zetten wij ons absoluut niet af tegen elk ander genre. We kunnen zeker en vast genieten van de meer mainstream artiesten. In dat opzicht zijn wij onder andere Phoebe Bridgers steeds meer gaan appreciëren.
Jullie winnen enorm veel aan populariteit. Op welke manier valt dit voor jullie op?
Tijdens onze eerste tour speelden we ooit eens in Brighton voor een publiek van vijfendertig mensen en nu spelen voor uitverkochte zalen. Die show in Brighton is al een tijdje geleden, maar toch. De grote verandering kwam er pas recent. Het is moeilijk te zeggen wat er tijdens die hele coronaperiode is gebeurd, maar we spelen nu voor een opvallend groter publiek dan voor corona. We zijn telkens verrast omwille van de massa mensen die ons komen bekijken en waren daar misschien niet op voorbereid. Het is een heuse rit aan het worden. Onze mindset op het podium is trouwens niet echt verschillend als we dat vergelijken met onze eerste tour. We gaan er altijd vol voor en dat resulteert in één grote brok energie op het podium.
Onlangs brachten jullie een derde plaat uit, die we Cave World mogen gaan noemen. Welke sfeer probeerden jullie op deze plaat neer te zetten?
Vooraf maakten we een playlist aan met de naam ‘Free Rock’. Daarin kon elk bandlid nummers plaatsen, waarbij de focus van die nummers moest liggen op simpele rock-‘n-roll. Op die manier kregen we een goed beeld over hoe we op de derde plaat wilden klinken. Eens we dat door hadden, trokken we de studio in, die ergens op het Zweedse platteland gelegen was. We schreven al snel enkele nummers waar we achteraf gezien eigenlijk niet tevreden over waren. We klonken te complex en te veel als een rockband uit de jaren ’70. Een deel van die nummers gooiden we dan maar weg om ons nog meer te gaan focussen op nummers die eenvoud uitstralen. Die eenvoud en herkenbaarheid met een onverwachte twist is misschien wel de kern van deze plaat.
Dit verhaal straalt veel zelfreflectie uit. Zijn jullie altijd streng als het over muziek schrijven gaat?
Soms moet je ervan uit gaan dat iets niet goed genoeg is en daardoor probeer je te zoeken naar een nog geschiktere riff of een nog betere drumpartij. Die zoektocht kan hard en lastig zijn, maar uiteindelijk loont het wel. Henrik (basgitaar) kan bijvoorbeeld heel diep nadenken over onze muziek en aangeven wat beter of anders kan. Die attitude werkt inspirerend.
Welk nummer op Cave World geeft perfect de sfeer weer die jullie vooraf ambieerden?
“Baby Criminal” is een goed voorbeeld over de sound die wij op Cave World na wilden streven. Het nummer heeft een hoog klassiek bluesrock-gehalte zonder te veel tierlantijntjes. Dat in combinatie met enkele leuke twists, door bijvoorbeeld gebruik te maken van synthesizers, maakt van dat nummer een referentie. Het is ook meteen het eerste nummer op de plaat, dus dat geeft de luisteraar meteen al een idee van wat ze van de rest van de plaat kunnen verwachten.
Jullie focus ligt op eenvoud en herkenbaarheid. Kan het zijn dat het streven naar eenvoud een beperking is op het creatief proces?
Eenvoud is niet noodzakelijk een synoniem voor saaiheid en een oninteressante sound. De keuzemogelijkheden zijn eindeloos, ook al hou je het misschien bij één enkele riff. De kunst is om die juiste riff te vinden en er iets moois mee te doen. Je kan er alle kanten mee op en het kan je meenemen op een boeiende reis. Daar hoeft geen imposant arrangement aan te hangen.
2022 is het jaar waarin veel artiesten platen releasen, die tijdens of zelf voor corona werden geschreven. Is Cave World ook zo’n coronababy?
Vanaf het moment dat onze eerste shows werden geannuleerd, hadden we al snel door dat die periode van stilstand wel eens lang zou kunnen aanhouden. We konden die switch in ons hoofd gemakkelijk maken, waardoor we vrijwel meteen nieuwe muziek begonnen schrijven. In zekere zin was corona een productieve periode. We haalden misschien wel het beste uit een erg sombere periode.
Zijn er naast de bandleden nog noemenswaardige mensen betrokken die de plaat vorm geven?
In de studio werkten we samen met Mattias Bernvall, die je misschien zal kennen als de bassist van The Hives. Hij hield zich vooral bezig als technieker. We noemden hem trouwens ‘The Cucumber’, maar geen idee waarom eigenlijk. Onze producer was dan weer Pelle Gunnerfeldt. Die twee mensen verdienen sowieso hun krediet. Daarnaast is er op het nummer “Big Boy” ruimte voor de enige feature op de plaat. Daarin zingt Jason Williamson, van Sleaford Mods, een erg groovy stuk. Dat was overigens een heel amusante samenwerking. Iets wat misschien niet officieel vermeld zal worden is de toevoeging van scratchgeluiden op sommige nummers. Dat werd gedaan door een van onze techniekers, maar dat zal de luisteraar niet echt opvallen.
Jullie zijn allemaal Zweeds, maar toch voelt jullie sound erg Amerikaans aan. Vooral het taalgebruik van Sebastian valt daarin op. Hij gebruikt woorden als ’troglodyte’ of zinnen als ‘I’m looser than a piece of low hanging fruit.’ Niet meteen de standaard Engelse taal. Wat is het verhaal daar achter?
Sebastian zijn moeder is Zweeds en zijn vader Amerikaans. Hij groeide tot zijn vijftiende op in Amerika. Dat verklaart dus al veel. Rond die leeftijd kreeg hij moeilijkheden op school en verhuisde hij samen met zijn moeder naar Zweden. Het was de bedoeling om er één jaar te blijven, maar hij is eigenlijk nooit meer vertrokken. We zijn soms ook verrast over het taalgebruik, want van sommige woorden hadden wij ook nog nooit gehoord. Aanvankelijk dacht hij dat ’troglodyte’ een eencellig organisme was die in de zee leeft, maar toen hij door had dat een ’troglodyte’ eigenlijk een grotbewoner is, moest hij enkele delen van de tekst aanpassen. Zo zie je maar dat iedereen kan bijleren.
Als we jullie voorbije tourschema erbij halen, dan zat die al behoorlijk vol en er komen alleen nog maar shows bij. Zijn er shows die er tussenuit sprongen of is alles gewoon één grote waas aan het worden?
Ik wil zeker niet slijmen, maar de show die we op Les Nuits Botanique speelden in België zit nog erg fris in mijn geheugen. Ik geloof dat we toen het podium deelden met Crack Cloud en SHHT. Er was vooraf een vrij strak speelschema opgesteld met een duidelijk begin- en einduur, maar het publiek ging zo wild dat onze promotor ons de ruimte gaf om nog wat extra nummers te brengen. Iedereen was zo genereus voor ons.
Door die vele shows leer je ook ongelofelijk veel nieuwe bands kennen, omdat je er simpelweg een podium mee deelt. Welke band waarmee jullie speelden moeten we in de gaten houden?
Een band die ons is opgevallen is Automatic. Een driekoppige rockband uit Californië. We deelden het podium in Lausanne en toen we hen zagen waren we gewoonweg onder de indruk. Hun muziek is niet zo intens als die van ons, maar ze produceerden een ongelofelijke groove, die je zeker eens moet checken.
Wie Viagra Boys in ons land aan het werk wil zien zal voorlopig nog even geduld moeten hebben, tenzij een trip richting buitenland geen probleem mag vormen.