De Zweed González bracht over zijn hele carrière nog maar een handvol platen uit (zes, met zijproject Junip meegerekend), maar weet desondanks al twee decennia lang middelgrote concertzalen uit te verkopen. Dat zegt iets over mans livereputatie, zeker als je weet dat enkele van zijn grootste hitjes uit covers bestaan. Wij waren benieuwd of hij die reputatie opnieuw zou waarmaken. Eerst was het echter aan Camille Camille om de zaal op te warmen. De Belgische artieste verzorgde recent al het voorprogramma van King Hannah, maar leek zelf nog niet helemaal te geloven dat ze voor González mocht openen, een muzikant die ze naar eigen zeggen al sinds haar jeugd beluisterde.
De singer-songwriter ging met haar folkmuziek voor de minimalistische aanpak, met een focus op haar mooie stem, klonk loepzuiver en speelde goed, ondanks wat gemopper over technische problemen met haar gitaar. Ook het publiek was mee, al wiegden wij halverwege de set wat in slaap. Zeven nummers waarvan zes rond eenvoudige fingerpickingpatronen zijn opgebouwd, zijn te veel van het goede, en een goede stem brengt je maar zover. Camille Camille is dan ook gebaat met wat percussie of extra muzikanten om de nummers naar een hoger niveau te tillen; de muzikante bezit voorlopig nog net te weinig technisch kunnen om onze aandacht een hele set lang vast te houden. Desondanks was ze een degelijke openingsact die naadloos bij het hoofdprogramma aansloot.
Wat een enkele gitaar allemaal kan aanrichten in de handen van een virtuoos met een goede stem, bewees González. De bebaarde Zweed kwam het podium op, een beetje zoals zijn muziek onze oorschelpen binnenglipt: ogenschijnlijk onopvallend, terwijl de intromuziek nog vervaagt. Hij eiste vervolgens echter vrijwel onmiddellijk al onze aandacht op met zijn boterzachte stemgeluid en hypnotiserende stuwende gitaarspel. De nummers van González zijn vaak minder complex om te spelen dan ze klinken, maar zitten wel vol subtiel, inventief gitaarwerk dat ze naar een hoger niveau tilt (vooral de alternatieve gitaarstemmingen zorgen voor het herkenbare geluid).
Opener “With The Ink Of A Ghost” bevatte instrumentaal gezien meer ideeën dan de hele set van Camille Camille samen en kreeg het publiek meteen mee. Bij “Stay In The Shade” voegde de Zweed wat percussie toe met zijn voet, en bij “Lovestain” nam de podiumachtergrond, daarvoor een omgekeerde foto van een naaldbos, een bloedronde teint aan. In “Down The Line” zocht González de hogere registers van zijn stem op terwijl hij zijn gitaar ritmisch geselde. Nummers die op dezelfde sterktes voortbouwden, maar toch telkens subtiele variaties in de set brachten.
González nam even tijd voor een kort intermezzo van interactie met het publiek, met een woordje uitleg over enkele nummers van de nieuwe plaat, Local Valley. Trio “The Void”, “Horizons” en “Head On” van dat album vormen één lang verhaal over leren uit verwoesting en naar de toekomst leren uitkijken, en tijdens de integrale uitvoering van dat trio werd dan ook toepasselijk Conway’s Game of Life achter González geprojecteerd, het Space Invaders-achtige algoritme dat de evolutie van cellen simuleert. Tof. Ook “Swing” was van die laatste plaat, maar tapte uit een ander vaatje. De muzikant bouwde voor het eerst in de set een nummer op door zijn stem en akoestische gitaar zorgvuldig te loopen rond een voorgeprogrammeerde drumbeat.
Toen was het stilaan tijd voor de bekendere nummers. “Blackbird” was een luie The Beatles-cover die iedereen kende en onder luid gejuich onthaald werd. Ietwat overbodig en iets te kampvuurachtig. “Cycling Trivialities” is gelukkig dan weer een van de sterkste nummers van de singer-songwriter en bleef ook hier moeiteloos hypnotiserend. Een kort verhaaltje over zijn kinderen en vroeg opstaan leidde het innemende “El Invento” in, de leadsingle van zijn laatste plaat, en “Teardrop” was de overbekende cover, die hij op geheel eigen wijze bracht.
González nam een korte pauze alvorens het nieuwe “Tjomme” in te zetten, het tweede nummer dat rond loops en geprogrammeerde beats was opgebouwd en zette daarna “Line Of Fire” van zijproject Junip in, na een woordmopje over “Ring of Fire” van Johnny Cash. Een enkel miniem spotlicht zette de focus op de beste man, die het publiek de keuze gaf een cover te kiezen van Nick Drake, Al Green of Paul Simon. Uit de daaropvolgende kakafonie koos hij uiteindelijk “Kathy’s Song” van Simon. Daarna was het de beurt aan de grootste hitjes. Publieksfavoriet “Crosses” is nog steeds een wondermooi liedje, maar werd iets te snel gespeeld en ook “Heartbeats”, een cover van The Knife en het bekendste nummer van González, voelde een ietsiepietsie routineus aan. Desondanks nog altijd zeer mooi.
González verliet zeer kort het podium om een tweede keer terug te keren voor “Killing For Love”. Het publiek ging nogmaals los en klapte enthousiast mee. Een vleugje delay op de gitaar hielp ons wegdrijven bij de mooie outro. Een optreden van González voelt altijd een beetje aan als een huisconcert dankzij de ongedwongenheid en vele covers die de man met zich meebrengt (zo’n vijfde van de set leert een vlugge rekensom). Het was echter een huisconcert van torenhoog niveau, vooral dankzij het rijke gitaarspel dat live veel krachtiger binnenkomt. Zeer goed optreden.
Setlist:
With The Ink Of A Ghost
Stay In The Shade
Lovestain
Valle Local
Down The Line
The Void
Horizons
Head On
Leaf Off / The Cave
Swing
Blackbird (The Beatles)
Cycling Trivialities
Visions
El Invento
Teardrop (Massive Attack)
Tjomme
Line Of Fire (Junip)
Kathy’s Song (Paul Simon)
Crosses
Heartbeats (The Knife)
Killing For Love