Een van de verborgen parels in de festivalcultuur is zeker Paaspop. Wanneer je de naam bij ons in België laat vallen, zal er niet veel reactie op komen. Het is een wervelende mix van allemaal muziekculturen en subculturen. Er heerst een sterk gevoel van samenhorigheid en er is voor elk wat wils. Met een capaciteit van 30.000 mensen kregen we toch het gevoel dat het nog veel meer was dan dit. Voor veel artiesten was dit hun eerste festival sinds de pandemie en er heerste een groot gevoel van opluchting bij hen.
MEAU
‘Every mistake was made on purpose’ staat er op de T-shirt gedrukt van de 21-jarige MEAU. Razend populair in de Lage Landen door onder andere het kapotgespeelde nummer “Dat heb jij gedaan”. Met dank aan het hele coronagebeuren is deze Paaspop haar eerste festival als artieste en ze mag meteen de Phoenix Stage openen op de derde dag. Ze wordt aangekondigd door acteur Tim Haars, die er na twee dagen festival weinig tot geen stem meer uit kan persen. MEAU komt op onder een zweverige intro en wat eerst op een heel verlegen meisje lijkt, bloeit meteen open wanneer ze haar keel openzet.
Haar hese stem is toch heel verstaanbaar en ze lijkt perfect in cohesie met de band die ze met zich meebracht. De meesten van haar teksten lijken een lieve toon te hebben, maar gaan veelal over liefdesverdriet en pijn van het leven. Voor het vierde nummer komt vriendin en mede-artieste Bente meezingen, maar technische problemen gooien meteen roet in het eten. MEAU klinkt alleen ook heel goed; ze brengt haar muziek alsof ze recht tegenover je aan tafel kan zitten. Live klinken de synths en warme sounds niet minder onder haar eerlijke, volle stem. Nederlandstalige indiepop klinkt niet als een makkelijke opgave, maar MEAU voelt zich op dit podium als een vis in het water.
Gaidaa
Voor amper een twintigtal mensen opent Gaidaa de hiphopstage Roxy. Een heel nerveuse jonge meid opent een gesprek met het weinige volk in de tent. Ze heeft het over haar Sudanese origine en hoe muziek haar als uitlaatklep hielp om zichzelf beter te begrijpen. ‘Van mijn ouders mocht ik hier eigenlijk niet staan’, zegt ze er trots bij. Het is bijna spijtig dat er zo weinig volk in de tent is, want op Spotify doet ze het heel goed. De eerste nummers zijn meteen funky en als je lang genoeg luistert neigt het zeker wat naar Selah Sue. Een jazzy vibe met Afrikaanse invloeden, genoeg afwisseling tussen verdriet en geluk, en vooral een kanon van een stem die ze volledig onder controle heeft. Haar muziek kan perfect in een lounge gedraaid worden, maar voelt evenwel als een warme omhelzing die als thuis aanvoelt. Als Gaidaa zo verder doet, kan er een mooie toekomst wachten.
FLEMMING
De Apollo wordt voor het eerst van de dag betreden door FLEMMING, een Nederlandstalige pop- en sfeerzanger die het online niet slecht doet. Na talloze pogingen om het publiek wat actiever te maken, blijft het heel statisch in de tent. Enkele nummers verder komt er maar geen schwung in en brengt hij covers van bekendere nummers zoals “Slapeloze Nachten” van The Opposites. Hierbij kan het publiek wel plots enthousiasme vinden en wordt er meegezongen. Dit toont alleen maar aan dat z’n eigen nummers live gewoon niet echt overtuigen. Ze klinken heel geforceerd en zijn ook niet gemaakt om op te dansen. Het is de zoveelste Nederlandstalige zanger die kleffe ‘fuckboy’liedjes schrijft over hoe ze vrouwen beter kunnen behandelen dan hun huidige partner. Dit alles op elektronische beats en een gitaar, wat de song uiteindelijk nul inhoud geeft. Het klinkt stug, het klinkt schreeuwerig en vooral saai. Voor een optreden op het hoofdpodium zou hij het publiek moeten wakkerschudden, maar dat bleef met een ongeïnteresseerd gevoel achter.
DIKKE
Een van onze grootste Belgische hiphopartiesten van het moment is de Limburgse DIKKE. Ondanks dat hij ook een pak Nederlandse fans heeft, verloopt het ook hier heel moeizaam. In Nederland is hij vooral bekend door zijn ‘101 barz’-sessies en samenwerkingen met grote namen als Josylvio en Sam J’Taime. Het verloop van de show is dan ook meer gericht op zijn Nederlandse doelpubliek. Wanneer hij vraagt of er drillfans zijn in de tent, komt er al meer respons.
Met het vertakkingsgenre van hiphop krijgt hij het volk mee, maar de sfeer die tijdens zijn Belgische shows zo aanwezig is, is hier niet te evenaren. DIKKE heeft namelijk de verkeerde formule om te performen voor een zaal met onbekenden. Zijn songs zijn heel leuk als iedereen ze kan meerappen, maar wanneer er niemand de tekst kent, staat hij maar wat woorden over een beat te gooien. Er was simpelweg te weinig publiek en te weinig mensen kenden DIKKE. Hij brengt Willie Wartaal nog op het podium om hun nieuwe samenwerking te brengen, maar verder dan dit kwam de show niet. Zowel het publiek als DIKKE blijft op hun honger zitten, en dat is ook van zijn gezicht af te lezen.
sor
Normale bands en artiesten soundchecken hun instrumenten, sor maakt van zijn soundcheck gebruik om samen met de geluidsman zijn autotune goed af te stellen. Zijn eerste nummer is “Frenemy”, een song met een sample van “Moonlight Sonata” van Beethoven. Alle nummers van zijn laatste album hebben iets te maken met klassieke muziek en daar is veel controverse over. Als tweede song brengt hij “Niet Voor De Views”, een single waar onder meer onze eigen Zwangere Guy ook aan meewerkte, dus konden we ver van huis toch even onze Brusselse hiphopgod horen. Op dit nummer horen we duidelijk het verschil in sors stijl, wanneer hij in het midden van zijn verse omslaat van autotune naar zonder. Hiermee bewijst hij dat hij songs ook aanstekelijk kan maken zonder stemprogramma’s. Vijf nummers verder ben je de autotune wel beu gehoord en ook het feit dat er gewoon over de beat gerapt wordt zonder meer, helpt daar niet bij. De autotune neemt veel effect van het tekstuele weg, wat heel spijtig is, want sors teksten hebben echt diepgang en betekenis.
Bazart
Ook ons eigen Bazart wordt door de stemloze Tim Haars aangekondigd en het valt op hoe enthousiast de Nederlanders nog steeds zijn voor een van onze grootste bands. Mathieu en co lossen dan ook honderd procent die verwachtingen in. Als een bom van energie en met knappe nonchalance zweeft de frontzanger alle kanten uit. Het effect van hun energie werkt besmettelijk op het publiek. Het is een wervelende act, wat ervoor zorgt dat de set veel wegheeft van een echt rockconcert. De kennis van de Bazart-songs bij het Nederlandse publiek is ons ook zeker niet ontgaan. We kunnen zeker stellen dat de mannen nog steeds heel geliefd zijn hier. Het is een echte rollercoaster die enkel omhoog lijkt te gaan. Alle songs komen perfect tot hun recht en klinken bijna te goed om live te zijn. Geen opgenomen tracks, gewoon echte stemmen van echte mensen. De laatste keer dat ze een festival aandeden was drie jaar geleden, dus het zal deugd gedaan hebben wanneer later in de show een bijna volle tent “Maanlicht” en “Goud” meebrulden.
Nabil
We kennen Nabil als Nederlandse cabaretier, maar ook hier op Paaspop was er een plekje voor hem. In de venue, die de toepasselijke naam ‘Theater’ kreeg, staan stoelen in de vorm van een theaterzaal en zo zit ook het grootste deel van de mensen neer. Als equivalent van Alex Agnew in zijn gloriedagen is Nabil ook heel behendig met geluidjes maken in de microfoon. Bij deze act ligt de nadruk natuurlijk op het lachen, maar muzikaal doet Nabil zeker niet onder. Hij heeft de reputatie om in zijn shows op een ludieke manier bekende nummers te brengen. Hij gebruikt nog steeds hetzelfde format en het blijft simpelweg grappig. Hij begint een verhaaltje en haalt in dat verhaal ter referentie songs boven die hij dan zelf speelt en zingt op de piano. Kortom dit is de perfecte pauze om even weg te zijn van alle drukte.
LA$$A
Het is al snel duidelijk LA$$A weet wat hij doet. Naast eigen producties als “1234” met Bilal Wahib en “Scoren”, weet LA$$A meer dan duidelijk hoe hij een grote groep feestende mensen moet dirigeren. Gelukkig zijn we in Nederland om zijn eigen liedjes te luisteren, want de kans dat iemand bij ons ze kent, is miniem. Het zijn songs die gemaakt zijn met de intentie om als feestmuziek te gebruiken. Inhoudelijk heel lax, maar het is moeilijk er op stil te zitten. Remixes van bekende songs en ook goede oude klassiekers als “Asereje” van Las Ketchup zorgen ervoor dat we ons even terug zestien op een fuif voelen. Van deze man zal als producer zeker nog gehoord worden.
blackwave.
Een frisse wind blaast door hiphoptent Roxy wanneer ons Antwerpse blackwave. aan de show begint. Velen weten niet goed wat ze hier moesten verwachten, maar zien dat het na één nummer al prijs is. De gekende liveband trekt met de saxofoon en de trompet de act naar een hoger niveau. Van buiten komen al snel veel nieuwe mensen binnengedruppeld die ook nieuwsgierig zijn. Met dromerige teksten heeft blackwave. het publiek compleet mee op hun ‘wave’. Door hun eigenzinnige stijl hoeven ze ook niks aan het publiek te vragen, want dit gaat allemaal vanzelf. Ruimte voor respectievelijke solo’s van de muzikanten geeft de show dan weer extra volume. De band mag dan wel een vreemde eend in de bijt zijn, met zijn soulvolle muziek laat ze de temperatuur in de tent helemaal stijgen en pakt ze iedereen in.
Kevin & The Animals
Naar zijn vorige album Animal Stories brengt Kevin hier ook zijn Animals mee, wat eigenlijk gewoon zijn band betekent. Als een dieselmotor kwam deze show heel traag op gang. Het verloopt een beetje zoals je bij de meeste hiphopartiesten live zou verwachten: onaangename bewerkte zang, die clasht met een liveband. Heel onpersoonlijk en het voelt bijna alsof Kevin hier niet wil zijn. Alles gepaard met wat problemen met de in-ear pieces van Kevin, leek het af te stevenen op een regelrechte ramp. Halverwege de show slaat Kevin & The Animals een andere weg in en nu zijn het niet enkel nog de echte fans die meezingen, maar ook het grote publiek die de tekst kent. De rest van de show is een vlotte live-act zoals we ze eigenlijk van Kevin gewoon zijn. Wederom voegt het aspect van een live-band zoveel extra waarde toe aan een hiphopperformance en zien we wel degelijk dat er emotie in de nummers kan gelegd worden.
Later in de show gaat hij op een barkruk zitten en zegt dat hij even met het wil praten. Dit is iets wat rappers zeggen als ze in een lied hun hart luchten doormiddel van teksten. Hij sluit af met drie van zijn bekendste nummers, die naar een heus hoogtepunt van de show leiden. Bij monsterhit “Als Ik Je Niet Zie” met Yade Lauren, slaat Kevin de nagel van zowel zijn zang als zijn rap deel volledig op de kop. De loeiharde bassen die weerklinken tijdens het refrein dat vier keer terug komt in deze song, laten de tent daveren. Als laatste song breng hij “Gordelweg” om toch nog zijn grootste hiphopfans te paaien. Hij doet verder niks speciaals met deze afsluiter, maar dat is niet nodig want heel de zaal zingt en rapt uit volle borst mee. Achteraf hangt wel een gevoel van een happy end in de Pheonix.
Noble Jacks
Zoals het in de bandnaam staat, moet je al heel moedig zijn om op te treden in een tent die voornamelijk bedoeld is om te eten. In deze grote tent, met meer dan twintig eetstandjes, is dus ook een podium voorzien onder de noemer Restolounge. Hier is optreden niet altijd een makkelijke opgave, maar Noble Jacks doet dit zonder enige problemen. Opzwepende folk en gezelligheid maken het zelf voor de mensen aan de eetbanken moeilijk om te blijven zitten. Vooraan is al een heuse menigte mee in het verhaal dankzij de vrolijke viool, waardoor er een heuse volksdans ontstaat. Het voelt bijna alsof je teruggekatapulteerd bent naar een of ander Middeleeuws feest waar iedereen zingt, lacht, danst en het bier rijkelijk vloeit.
S.P.Y
Na 22:00 wordt de hiphoptent Roxy omgetoverd tot een drum-‘n-basstempel. De Braziliaanse dj S.P.Y blaast met zijn eerste nummer “We Got It” meteen al de tent op. Van voor tot achter en in alle leeftijdsklassen is dit waar iedereen op los lijkt te gaan. De meeste, met hun eigenzinnige stijl, wat soms wel iets weghad van een epileptische aanval, maar de warmte en de bonkende bassen brengen iedereen samen. Eigen aan veel drum-‘n-bass-dj’s is dat ze vaak live een Engelstalige MC meebrengen om aan een hoog tempo bars te spitten over de snelle drum-‘n-bass. Er vliegen kledingstukken door de zaal en er hangt een serieuze wietwalm in de tent, maar dat is exact hoe de energie op dat moment moest zijn.
The Opposites
De oude rotten in het vak van The Opposites recyclen al jaren dezelfde nummers bij hun liveshows, maar het lijkt het Nederlandse publiek niet te deren. Van het begin tot het einde ontstaan heuse moshpits en de Nederlandse trots der hiphopcollectieven is hard te voelen in de zaal. In het eerste deel performen ze wat minder bekende nummers, die wel goed klinken, maar het het publiek lijkt wat ongeduldig. Naar het einde toe krijgt iedereen in de tent waar ze voor gekomen zijn. Ze brengen legendarische nummers “Licht uit”, “Slapeloze Nachten” en “Broodje Bakpao”. Mocht bij die laatste het dak eraf kunnen, was de tent hoogstwaarschijnlijk zijn dak effectief kwijt. De stampvolle tent stampt en brult mee. Kunnen ze dit binnen twintig jaar nog doen?
Shantel & Bucovina club orkestar
Na een lange moeizame dag op het festival sluiten Shantel en co de Jack Daniels-Stage af. Met hun opzwepende folk, prominente trompetten en open-minded toenadering wordt iedereen opeens terug wakker. Als een besmettelijk virus giert de energie door de tent. Er vliegen cowboyhoeden en een palmboom door de zaal. Het heeft iets weg van een Bart Peeters-concert, maar dan met de energie verdeeld over de bandleden. Er wordt gesproken en gedanst op het podium; er weerklinkt sax, trompet, piano en akoestische gitaarsolo’s… De menigte danst arm in arm de hele zaal is in extase wanneer ze hun “Mahalageasca” brengen. Zelden zal zo’n intense energie en gevoel van samenhorigheid te vinden zijn op een festivalconcert.