Wat uit de mouw van Labrinth komt, verandert in een klein kunstwerk. De Britse singer-songwriter en producer is bij het grote publiek gekend voor zijn samenwerkingen met artiesten als Noah Cyrus en Emeli Sandé, maar tegenwoordig horen we hem vooral aan het werk voor de HBO-serie Euphoria. Zorg- en bedachtzaam verzorgt Labrinth sinds seizoen 1 de soundtrack van de populaire dramareeks. Op precies geplande momenten doorheen de afleveringen neemt hij je mee op een rollercoaster van emoties. Toen dit weekend “I’m Tired” & “Yeh I Fuckin’ Did It” te horen was in Euphoria, konden veel fans dan ook niet wachten tot Labrinth de nummers zou uitbrengen. Ondanks dat het album er pas in april zou aankomen, bezweek Labrinth onder druk van menig tweets en comments, en werden de eerste twee nummers op ons losgelaten.
Voor “I’m Tired” sloeg hij de handen in elkaar met Zendaya en Sam Levinson, de maker van de serie. In aflevering 4 van Euphoria zien we een vermoeide Zendaya die in de armen van Labrinth valt, terwijl hij tijdens het hele gebeuren het nummer live zingt voor een kerkpubliek. De muziek versterkt het gegeven, en zorgt voor een emotioneel beladen moment. Dat de scène zich in een kerk afspeelt hoor je ook terug in het lied. Onder begeleiding van orgelgeluiden wordt het op een rustige manier ingezet. Al van in het begin hoor je dat Labrinth de tekst ‘Hey Lord, You know I’m tired’ ook weerspiegelt in de melodie. Het klinkt haast of hij zijn laatste energie gebruikt om de tekst over te brengen. Naarmate het nummer vordert, neemt de kenmerkende samenzang van Labrinth het over, en trekt hij nogmaals alle – letterlijke – registers open. Het is een sterk lied dat nog lang zal blijven nazinderen.
“Yeah I Fuckin’ Did It” brengt dan weer een volledig andere sfeer met zich mee. Met een upbeat tempo worden we in een topsnelheid door een nummer gejaagd dat vol zit met verschillende elementen. Zowel een diepe bas dat zichzelf regelmatig herhaalt, als elektronische geluiden die het nummer kenmerken. Volledig in contrast met “I’m Tired”, maar wederom een kunstwerk dat tot in de details op zijn plooien valt. Bij deze bewijst Labrinth nogmaals dat hij alle lof waardig is.