AlbumsRecensies

Keaton Henson – Monument (★★★★★): Kroniek van een aangekondigde dood

Hoe we muziek beoordelen, hangt vaak af van de context waarin we die beluisteren. Net zoals een horrorfilm plots veel minder eng is als je die rond de middag bekijkt, zo kan muziek ook haar impact missen als je die niet in de ‘juiste’ omstandigheden kan beluisteren (als er al zoiets bestaat als ‘juiste’ omstandigheden). Willen we eigenlijk zeggen dat Monument een album is waarvoor je best even gaat zitten, liggen, onderuit zakken met een koptelefoon op, waarbij je even je hart openstelt voor emoties? Ja, emoties!  En laat Keaton Hensons nieuwe album nu net op een goed moment verschijnen. Terwijl het buiten opnieuw stevig herfstweer wordt, de temperaturen dalen en het coronavirus ons nog steeds vaker thuis houdt dan ons lief is, blijkt Monument een meer dan welkome compagnon in tijden van eenzaamheid en melancholie.

Anders dan bij rouwende albums als Carrie & Lowell van Sufjan Stevens, of Nick Caves Skeleton Key, heeft de dood op Monument nog niet toegeslagen. Ze zit echter al wel door het vensterraam te turen. Twee dagen nadat Keaton Henson zijn nieuwe plaat had afgewerkt, overleed zijn vader Nicky Henson aan een slepende ziekte. Op Monument heeft Henson het dus niet over het verlies en de dood van zijn vader, maar probeert hij het nakende einde een plaats te geven. Is de dood dragelijker als je weet dat die er zit aan te komen? En geldt die vraag eigenlijk niet voor iedereen? De enige zekerheid in het leven is immers de dood. Tot Elon Musk een manier vindt om eeuwig te leven, natuurlijk.

Henson legde de funderingen van Monument op haast dezelfde manier als zijn debuut Dear uit 2010: moederziel alleen met enkel een gitaar, piano en zijn stem. ‘But, once the bones were recorded, I was somewhat unexpectedly joined by an amazing group of people, who came to musically lift me on their shoulders,’ legt hij uit, ‘and take these unsaid feelings to another plain in terms of sound.’ Hij omringde zich met getalenteerde muzikanten als Philip Selway (Radiohead) op drums en percussie en Charlotte Harding die saxofoonarrangementen schreef. Op gitaar hoor je Leo Abrams (die al samenwerkte met Brian Eno, Jon Hopkins en Regina Spektor) en er verschijnt zelfs een heus strijkkwartet. Gedeelde smart is halve smart, en ook hier zorgen die samenwerkingen ervoor dat Henson niet verdrinkt in zijn eigen zwaarmoedigheid en het album niet te donker wordt.

De essentie van de plaat zit vervat in het tweeluik “Prayer” en “While I Can” die zich tot elkaar verhouden als vraag en antwoord. Je moet al uit heel sterk hout gesneden zijn om het droog te houden bij “Prayer”. Als de eenzame strofes en refreinen het niet doen, dan doet Henson er nog een schep bovenop in de meeslepende outro waarbij opwellende violen en knisperend geluid van vhs-banden Hensons jeugd tastbaar proberen te maken. In de muziekvideo zien we fragmenten van homevideo’s geprojecteerd op de muren van een leeg en eenzaam huis; herinneringen van een vervlogen tijd die bijna letterlijk als geesten door het huis spoken. Wanneer de violen uitsterven, horen we nog even Hensons vader in zijn aandoenlijk enthousiasme (‘Keaton, wave to daddy!’) voor ook hij verzwolgen wordt door de stilte.

Hoewel ze op de plaat met slechts enkele seconden stilte van elkaar gescheiden zijn, staat “While I Can” toch haast diametraal tegenover “Prayer”. Verknipte stemmen vormen een vreemd maar engelachtig koor terwijl Henson ons in de neerslachtige strofes op het verkeerde been probeert te zetten. Want in het refrein breekt plots een oogverblindende straal hoop door het pak donkere wolken met het niet mis te verstane ‘I wanna love you while I can’. Henson gooit alle registers open met optimistische drums, gitaren en een fijnzinnige saxofoonsolo waardoor “While I Can” plots de allures van een meezinger krijgt. Of hij ook ooit een publiek zover zal krijgen om ‘I wanna live with you, ’till you die’ mee te zingen, is een andere vraag.

Hensons manier om de slepende ziekte en nakende dood van zijn vader een plaats te geven, is door zijn vader opnieuw beter te leren kennen en door te genieten van de schaarse momenten dat ze nog bij elkaar konden zijn. In “Career Day” neemt hij een diepe duik in diens carrière als acteur. Van serieuze theaterstukken bij de Royal Shakespeare Company tot gastrolletjes in Britse soaps als Eastenders en Fawlty Towers was Nicky Henson een geliefd acteur bij het Britse publiek, zonder ooit echt die grote doorbraakrol te pakken te hebben gekregen. Keaton Henson tekent een schril contrast tussen de man die voor eeuwig te zien is op het scherm en de fragiele vader die bijna twintig jaar na zijn eerste diagnose toch het pleit tegen kanker verloor.

‘I’m so tired of waiting for bad news,’ geeft hij toe in “Bed”, een nummer dat leest als een biecht aan zijn vader in zijn ziekenhuisbed. Hij schurkt dicht tegen hem aan terwijl nachtgeluiden en cleane gitaren voor een intieme sfeer zorgen. Tijdens die slapeloze nachten blijven gedachten en vragen door zijn hoofd schieten en worden die op Monument vermalen tot heel herkenbare en pijnlijke nummers. Op “Self Portrait” werpt Henson een blik op de toekomst en beseft hij dat hij ook ooit voedsel voor wormen en bomen zal worden. In “Ontario” vervaagt de grens tussen vader en zoon nog verder. ‘I’m mostly medicine now, swimming the sea of deep haze,’ zucht hij, maar of hij daarmee zichzelf bedoelt, verdoofd door de angstremmers en antidepressiva, of zijn vader, afgemat door intensieve chemotherapie, laat hij in het midden.

Laat je niet misleiden door het optimistische, haast speelse “Husk”, want ook onderhuids walst Henson nog steeds op de slappe koord tussen hoop en wanhoop. ‘How the hands of the clock are beating to death our memories,’ klinkt het en verder horen we nog: ‘What use is breathing in if I’m nothing more than skin?’ Gelukkig is Hensons existentiële crisis net het meest toegankelijke en radiovriendelijke nummer van de plaat. Hij bewijst dat zijn kommer en kwel niet altijd hoeft te resulteren in pijnlijke tearjerkers en dat hij over veel meer kleuren beschikt om zijn canvas van rouw en verdriet te schilderen. Dat het nummer gesandwicht zit tussen “The Grand Old Reason” en “Thesis”, zowat de meest verstilde en zwaarmoedigste nummers op de plaat, zet zijn status als buitenbeentje nog meer in de verf. Monument is een heel uitgekiende plaat die je heel bewust niet probeert te overvallen met emoties. Het is intiem en minimalistisch wanneer het moet en extravert en kleurrijk wanneer het kan, maar altijd even openhartig en eerlijk.

“Ambulance” en “Bygones” zorgen voor twee mooie boeksteunen die het album openen en afsluiten. Muzikaal liggen ze in elkaars verlengde maar vooral tekstueel tonen beide nummers de hele weg die Henson op Monument heeft afgelegd. Begint het album nog met ‘I’m dancing myself to death’, dan eindigt hij met ‘I give up, I’m gonna live if it kills me’. Hij klinkt niet als iemand die wanhopig de handdoek in de ring gooit, maar als een man die de finaliteit van het leven accepteert en daarom ten volle van het leven probeert te genieten, hoe pijnlijk dat leven ook kan zijn. Op 55 minuten tijd de vijf fases van rouwverwerking doormaken? Keaton Henson kan dat.

Monument is geen leuke plaat. Je zal ze niet opzetten als er bezoek komt of als je gaat lopen. Maar Monument is wel een broodnodige plaat die met glans slaagt in zijn heel specifieke opzet. Het is een album waarop Keaton Henson afscheid neemt van een geliefde en heel openlijk worstelt met existentiële vragen over leven en dood. Hij leert ons dat die vragen net heel menselijk zijn en dat je ze niet hoeft te onderdrukken of weg te stoppen. “Bygones” eindigt niet toevallig met dertig seconden stilte. Alsof de naald van de platenspeler al terug is opgeschoven naar het begin en klaar staat om de volgende plaat af te spelen, maar je nog vastgenageld zit in je zetel, verzonken in je gedachten. Ga dus best zitten voor je aan Monument begint, want met zijn zachte en broze nummers weet Keaton Henson je opnieuw recht in het hart te raken.

Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.

Related posts
AlbumsFeatured albumsRecensies

Keaton Henson - House Party (★★★★): De maskers vallen af

Frivole meezingers, rauwe gitaarsolo’s en zowaar optimistische haast hoopvolle melodieën: wie zich de laatste jaren liet onderdompelen in Keaton Henson’s donkere zielenroerselen…
AlbumsRecensies

Portico Quartet – Monument (★★★): Herkenbare successound

Met het uit London afkomstige Portico Quartet duiken we weer in de bruisende sferen van de Londonse jazzscene. De groep is overigens…
AlbumsRecensies

Keaton Henson - Fragments EP (★★★★): Brokjes verdriet aan elkaar lijmen

Hoeveel hartzeer en tegenslag kan een mens eigenlijk aan. Sinds zijn debuut Dear ongeveer tien jaar geleden bezong de Londense Keaton Henson al lief en…

1 Comment

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.