© CPU – Nathan Dobbelaere
Een dag nadat hun eerste album in bijna zeven jaar tijd verscheen, kwamen de heren van Psycho 44, na een opwarmshow in Turnhout, hun net verschenen album UNREALITY I voorstellen aan een uitverkochte Trix Bar. Op plaat klinkt de sound van de heren nieuw, fris en volwassen, klaar voor een nieuw decennium; even kijken of dat live ook zo is.
Eerst mocht Frankie Traandruppel aantreden. Onder dit pseudoniem bracht Lee Swinnen, van onder andere Tubelight en Double Veterans, samen met drie andere kerels een mix van punk en garagepop. Ze brachten leuke liedjes en kregen wel wat respons van het publiek. Maar ze kampten vooral met technische problemen: de boxen trilden vervelend mee bij een beetje bas en het pedalboard van Swinnen deed moeilijk. “Get Of My Cloud” is een heerlijk bevreemdend liedje, maar “Sad Train” was nu wel een heel weemoedige afsluiter.
Potten of pannen waren er nog niet gebroken. De kaduke boxen werden vervangen door twee grotere staande boxen en het feest kon beginnen. Het was afwachten tot Gaelian Lahaye en de zijnen het podium betraden. Ze stonden duidelijk te popelen om ons hun nieuwe werk te brengen; bij het opkomen wreef Jonas Vermeulen gretig in zijn handen. Openen deden ze met “Perfect Blue”. Door de zweverige synthtonen en een stevige riff op het eind, werd meteen ook hun nieuwe sound in de verf gezet: prominentere synthesizers, een trager tempo en nog steeds alomtegenwoordige gierende riffs.
© CPU – Nathan Dobbelaer
Na zeven jaar stilte hadden ze er duidelijk goesting in. In zijn overenthiousiasme slaakte Vermeulen hoge kreetjes tussen de songs door. Hun energie was aanstekelijk: de nieuwe nummers sloegen aan, het publiek headbangde gulzig mee. De deur naar het rokersterras werd gesloten, het werd warmer en warmer in de Bar; het kon er beginnen kolken. De volgende, een ouwe, was daar perfect voor. Op vraag van Lahaye ging voor de eerste keer alles kapot op “No Metaphor”. Hierna werd het publiek nog meer opgejut door de frontman en volgden drie nieuwe nummers. Deze hebben veel potentieel, maar op nieuwe songs alles geven, is altijd moeilijker.
‘Iest plezaant?’. De Kempische bindteksten waren misschien niet de beste, maar wie had die nodig als de muziek dat ruimschoots goedmaakte. Voor het podium was een kolkende mensenhoop ontstaan die de nieuwe nummers gulzig verwerkte en alles gaf op de ouwe bekenden. “Carbon Monoxide Blues” was een voorbeeld van hoe ook minder harde nummers steengoed kunnen zijn. Afsluiten deden ze met klassiekers “My Gomorrah” en uiteraard “Dance Mthrfckr Dance”. De mosh was spekglad door het gevallen bier en dus levensgevaarlijk. Maar Lahaye had ons gevraagd zo luid te zijn dat zijn buren, die ook de buren van de Trix bleken te zijn, nog maar eens dat verdomde nummer moesten aanhoren. Zo gevraagd, zo gedaan.
© CPU – Nathan Dobbelaere
Uiteraard was er tijd voor een bis. Een gênante, geven ze zelf toe, want de mannen konden niet even backstage verdwijnen aangezien de deur op slot was gedaan. Na een half minuutje op het rokersterras kwamen ze dan maar terug. Ons hoorde je niet klagen, wij konden nog wel even doorgaan. “Suburban Guide to Springtide” deed a capella alle binken van de moshpit mooi falsetto zingen. “All My Demons Have Distortion” vernielde voor een laatste keer de boite, alvorens de mannen met een verrassing aankwamen. Op het podium werden ze opeens versterkt door drie nieuwe gitaristen. Thibault Christiaensen van Equal Idiots, Robin Borghgraef van SONS en Boris Van Severen beukten ons de nacht in. Na een (mini) wall of death vloog Lahaye over onze hoofden en dat alles op de tonen van Nirvana’s “Territorial Pissings”. Over legendes gesproken.
Setlist:
Perfect Blue
Call Of The Void
TEAR (Face Off)
No Methaphor
Tastemaker
Rational Love
Carbon Monoxide Blues
My Gomorrah
Dance Mthrfckr Dance
Girl Talk
Suburban Guide to Srpingtide
All My Demons Have Distortion
Territorial Pissings (Nirvana cover)