Vaak hoeven kleinere, mindere gekende labels niet onder te doen voor grotere majors. Een bewijs van die stellingname kan onder meer gevonden worden bij William Ryan Fritch. Het uit Oakland, Californië afkomstige multitalent (songschrijver, multi-instrumentalist, producer) brengt Music For Film I & II uit, een bundeling van sfeervolle composities die dienst doen als nagelaten fragmenten van een imaginaire reis.
Wondermooi is de release. Dat is deels te danken aan het wat aparte, eigenzinnige formaat, maar ook het succulente en suggestieve artwork draagt eraan bij. Fritch houdt duidelijk niet van half werk. Datzelfde geldt ook voor de muziek, die hier samengaat met een boekje vol foto’s van de natuur door Joe Borreson. Bomen, ongerepte natuur, een verwilderd blad; sober, maar erg functioneel, zeker als je de rustige, maar uiterst bedwelmende muziek erbij neemt.
Fritch is een erg productieve componist, die inmiddels talloze releases achter zijn naam heeft staan: een dertigtal onder eigen naam, en waanzinnig veel muziek voor films en documentaires. Dat wil niet zeggen dat hij aan kwaliteit inboet. Integendeel: het verstevigt het achterliggende idee dat hij zijn talent als componist, songschrijver en muziekproducer voluit alle kansen wil geven. En hij vindt daarvoor gelukkig enkele apetrotse medestanders bij zijn label. Zij gunnen hem alle vertrouwen. Terecht, want de manier waarop Fritch telkens pareltjes de wereld instuurt, is niets minder dan adembenemend.
Fritch en zijn label hechten zich vast aan het idee dat een album een specifieke drager van betekenis is. Bijgevolg is er veel aandacht voor het product op zich, onder meer door de inzet van kwalitatief hoogstaand materiaal. Dit album is in tegenstelling tot vele andere muziekreleases een verfijnd object met een duidelijke esthetische waarde: een kunstwerkje op zich. Dat geldt voor zowat alle releases van het label, dat geen kosten of moeite bespaart om echt waardevolle releases uit te brengen op vinyl, tape, of cd, en telkens voorzien van een heel eigen signatuur.
Los van de materialiteit is er ook op auditief vlak iets dat heel eigen is aan Fritch. Zo zou je onder meer kunnen verwijzen naar de meer filmische aspiraties van geestesgenoten als Seabuckthorn, met wie Fritch een fascinatie voor gemanipuleerde soundscapes en ambientgeluid deelt. Toch ent die eerste zich ook op een door gitaar gedomineerd geluidspalet, wat bij Fritch niet, of toch veel minder, het geval is.
Wel is er tussen hen een duidelijke overeenkomst, onder meer waar het gaat over de achterliggende visie. Muziek wordt daarin beschouwd als iets heiligs. Een ambacht, zeg maar. Een artistieke en creatieve drift die deels door massaconsumptie teniet wordt gedaan. Dus horen we Fritch helemaal opgaan in een eigenhandig tot leven gewekt universum. Opmerkelijk is de manier waarop de luisteraar vrijwel meteen ontdaan wordt van enige ervaren druk. Een release die dus meer dan duidelijk inzet op eerder rustgevende sferen.
Het aardige is bijvoorbeeld dat elke track werkt als een fragment van een groter geheel. Niet zelden krijg je kortere passages voorgeschoteld die weliswaar naadloos aan elkaar gelast worden. Neem opener “Reshuffle the Deck” maar eens, die met doordachte orkestratie de set opent. Wat later hoor je in “Silent River” hoe Fritch elementen uit genres (waaronder folk) weet in te schakelen in een heel eigen, zij het vaak donker en duister klankuniversum. Bovendien weet hij het ook zo aan te pakken dat zijn subtiele instrumentale composities samen iets vertellen over Fritch zelf en de manier waarop hij naar de wereld kijkt. Typevoorbeeld daarvan zijn “Our Thirsting World”, “The Weight What’s Unsaid” of de hopeloze tragiek waarvan “Abandoned Space” getuigt.
Daarbij dient gesteld dat het ronduit indrukwekkend is hoe hij dit behoorlijk ambitieuze dubbelalbum weet te bewerkstelligen. Want wie goed luistert, komt op deze verbazingwekkende en uiterst verfijnde release echt niet alleen folk tegen. Ook elementen uit elektronica, wereldmuziek (de oriëntaalse vibe van “Imagined Worlds”), hip-hop, rock, pianomuziek (“To Ache for What’s Never Been”, iets voor bewegende beelden in zwart-wit) en orkestrale muziek komen aan bod. En wie zijn oor leent aan—pak ‘m beet—het wonderlijke “Lauren’s Love”, gaat ongetwijfeld zo voor de bijl. Kortom, William Ryan Fritch is absoluut een revelatie die verdient om gehoord te worden door een groter publiek.