Met acht albums en al twingtig jaar in de business op de teller heeft The National zich intussen opgewerkt tot een van de grote (zo niet grootste) hedendaagse bands in de indierockwereld. Criticasters dichten hen de naam ‘saaiste band ter wereld’ toe, maar laat het ons vooral houden op meest consistente band ter wereld. Wie hun discografie nog eens doorneemt, valt vooral op hoe weinig hun sound veranderd is doorheen de jaren. Boxer, High Violet en Trouble Will Find Me staan tjokvol stevige, subtiele en stijlvolle nummers die uitgegroeid zijn tot ware klassiekers maar evengoed op een en hetzelfde album hadden kunnen staan. Dankzij die consistente stroom aan goeie muziek zit The National op een nieuw hoogtepunt in hun carrière. Dit jaar sluit de band twee keer de Marquee van Pukkelpop af en pakt uit met zowaar een kortfilm gebaseerd op nieuwe plaat I Am Easy to Find.
Althans, zo simpel is het allemaal niet. Mike Mills (regisseur van Beginners en 21st Century Women) probeerde in 2017 enkele dagen voor de release van Sleep Well Beast de band te verleiden om een kortfilm te maken. Matt Berninger en de broertjes Dessner en Devendorf hadden immers een hele hoop overschotjes die niet meer op die plaat pasten en besloten de handen in elkaar te slaan met Mills. De film I Am Easy to Find is wel een ander beestje dan de plaat en is zowat de brother from another mother. Mills liet zich inspireren door de onafgewerkte nummers, schreef een scenario over het leven van een vrouw (vertolkt door Alicia Vikander), waardoor de band zich op zijn beurt liet inspireren. Noem het een wisselwerking, een symbiose van film en muziek waarbij The National voor het eerst wat controle afstond aan Mills.
Net daarom is I Am Easy to Find andere en hardere koek dan hun voorgaande werk. De ingrediënten blijven grotendeels dezelfde: stevige drums, meeslepende pianoriedeltjes en de immer aangeschoten Matt Berninger. Maar deze keer worden ze afgetopt met nieuwe en ambitieuze arrangementen, vrouwenstemmen (o.a. Sharon Van Etten, Mina Tindle en Lisa Hannigan) en het Brooklyn Youth Choir. Op hun vorige albums hoorden we al wat vernieuwing in hun sound, al ging dat vaak onopgemerkt voorbij. Als The National experimenteert, is het niet groots en in your face zoals generatiegenoten Bon Iver of Tame Impala.
Integendeel, het is heel bedachtzaam en voorzichtig. Op een misstap zal je hen niet snel betrappen, al komen het chorale “Dust Swirls and Strange Light” of het kabbelende “So Far So Fast” wel in de buurt. De nerveuze electronica van opener “You Had Your Soul With You” klinkt dan weer als het muzikale broertje van “The System Only Dreams in Total Darkness”. Op “Hey Rosey” en “The Pull of You” komt Matt Berninger er zelfs bijna niet aan te pas en laat hij de spotlight aan gastzangeressen Gail Ann Dorsey en Lisa Hannigan. Zonder onze geliefde bariton voelt het nummer toch helemaal anders aan.
Een stap terug om er twee vooruit te zetten zou je denken. Dat zou het gevolg zijn als de nummers ook steeds van dezelfde hoge kwaliteit waren. I Am Easy to Find zit vol goede bedoelingen en ideeën, maar die missen soms toch hun doel. Zonder striemende gitaren of een uitrazende Berninger mist The National een uitlaatklep en klinkt de band voor het eerst gemoedelijk en op hun gemak. In “Not in Kansas” haalt Berninger eerst nog herinneringen op waarna hij in het tweede deel langs de zijkant toekijkt hoe de band verdwijnt in orkestrale arrangementen. “Where Is Her Head” steunt veel te lang op hetzelfde motiefje waardoor het één langgerekt refrein lijkt te zijn. “Hairpin Turns” vat deze plaat misschien nog het best samen. Instrumentaal best een goed nummer, maar toch klikt het een en ander niet op zijn plaats. Berninger’s tekst staat wat haaks op de melodie en weet je niet mee te slepen in zijn verhaal. Het venijn en de weerhaakjes zijn minder opvallend aanwezig en zitten diep onderhuids verstopt.
En toch is dit geen slechte plaat. We zijn het voorbije decennium zo in de watten gelegd door The National dat het vreemd aanvoelt als een plaat eens onder die torenhoge lat springt. Hoeft er zelfs nog een lat te liggen voor een band die al zoveel bewezen heeft? I Am Easy to Find is op zijn best als The National nog eens vintage The National durft te zijn. “Quiet Light” is een rustig en op doorleefd pianospel gestoeld nummer dat zo op Trouble Will Find Me had gekund. Op “The Pull of You” horen we niet alleen Lisa Hannigan maar weerklinken eindelijk ook eens gitaren.
Kate Stables van This Is The Kit neemt op “I Am Easy to Find” het voortouw terwijl zeurende violen en subtiele bliejes het nummer verder inkleuren. “Rylan” lag al jaren op de plank en bevestigt zijn reputatie als ultieme livefavoriet. Met zijn strak ritme en militaire drums is het zonder twijfel de meest krachtige song op het album. Emotionele afsluiter “Light Years” is zowat de “I Need My Girl” of “Guilty Party” van deze plaat en plaatst een hartverscheurend orgelpunt.
Ironisch genoeg geeft I Am Easy to Find zijn geheimen langzaam prijs. Het kost tijd en moeite om je door het album te ploegen, maar die is het zeker wel waard. Na de vette jaren van Boxer en High Violet zou The National gewoon elke twee jaar een gelijkaardige plaat kunnen uitbrengen, maar de band probeert zichzelf steeds uit te dagen en is niet tevreden met zomaar een nieuw album. Ook zonder kortfilm, samenwerkingen en vrouwenstemmen zou dit album overeind blijven door hun sterke songwriting. Toch missen we hier en daar de spanning en venijnigheid van weleer. Voor I Am Easy to Find gaf The National de controle uit handen aan filmregisseur Mike Mills; misschien houden ze de volgende keer de teugels toch maar weer beter zelf strak in de handen.
I Am Easy to Find verschijnt op 17 mei. Op 16 én 18 augustus speelt The National in de Marquee van Pukkelpop.