Waarschijnlijk is de term al honderd keer gezegd en geschreven, maar we gaan het er toch op wagen: Pete Doherty, het ‘enfant terrible’ van de Britse rock, heeft weer een album in elkaar gestoken en dat kwam hij voorstellen in Trix. Deze keer doet onze ex-Libertine het met The Puta Madres, een nieuw project waarmee hij een selftitled album opnam. Op zich niets nieuws, want The Puta Madres zijn een samenraapsel van muzikanten die hij afgelopen jaren meenam op zijn soloshows.
Pete Doherty & The Puta Madres, het album dan, bracht geen verrassingen mee en toont eigenlijk goed wat Doherty de laatste jaren op zijn soloprojecten gemaakt heeft: opgewekte rock die zacht mag klinken met een harmonieus kantje. Al moeten we daar wel bij toevoegen dat het album meer dan geslaagd is. Het verbleekt totaal niet in het bijzijn van bijvoorbeeld Hamburg Demonstrations.
Als eerste kregen we toetseniste Katia DeVidas op het podium te zien. Zij zette “All At Sea” in in opwachting van Doherty en de rest van de band, en naar goede gewoonte konden wij en een zichtbaar ongeduldige DeVidas wachten op zijne Britse hoogheid. ‘Typisch Pete’, dachten we in koor, maar Doherty leek er vooral zin in te hebben en liet zelfs een frisse indruk na. Al blijft Doherty nog altijd Doherty, natuurlijk…
Zo werd het oeuvre van Doherty en de zijnen ook niet altijd even zuiver gespeeld en was het soms wat een rommelboeltje, maar dat wisten we op voorhand. In dat zootje ongeregeld zat ook de schoonheid. Zo werden we helemaal meegesleurd op het energieke “Hell To Play At The Gates Of Heaven” en genoten we van de ronkende gitaren op “Who’s Been Having You Over”. That Rock ’n’ Roll, eh?
Doherty en zijn Puta Madres kunnen we misschien nog het best omschrijven als een vrolijke bende troubadours waarbij spelplezier op de eerste plaats komt, en dat zagen we in Trix. Zo verraadde de glimlach van gitarist Jack Jones dat hij eigenlijk een zestienjarig jongetje is dat met zijn grote idool op tour mocht, kregen we de langste outro’s naar ons hoofd gezwierd en haalde Doherty ook zijn mondharmonica eens van onder het stof. Met name als Doherty ons toesprak was een lach van het publiek nooit ver weg. ‘Fuck London or Paris, it’s Antwerp,’ lachte hij ons toe.
Vooral als Doherty zijn oudere songs van vorige soloprojecten bovenhaalde, moesten we ons inhouden om niet mee te springen. “I Don’t Love Anyone (But You’re Not Just Anyone)” was een vroege toegift, en “Last Of The English Roses” een klassieker waar heel Trix tegelijkertijd zijn zangkunsten op etaleerde. Doherty koos er dan ook voor om na negen nummers terug de coulissen in te verdwijnen en daar even te blijven –om zijn neus bij te poederen?– en ons maar liefst vijf bisnummers te schenken, al misten we daar wel enkele Babyshambles- of Libertines-hits. We constateerden dat Doherty en zijn Puta Madres geen echte kers op de taart konden zetten.
Pete Doherty lijkt weer helemaal terug en oogde fris en monter. Zijn Puta Madres lijken een evenwichtigere bende dan The Libertines en consorten uit vroegere tijden, al zal de leeftijd van Doherty daar ook wel voor iets tussen zitten. We werden op een heuse show getrakteerd die ons ondanks het oprechte je-m’en-foutisme vooral met plezier zal laten terugdenken aan Doherty’s passage in Trix.