Het was vroeger wel een stuk makkelijker om een bepaald genre op een band te plakken, terwijl het nu vaak om een mengeling van twee of meerdere genres gaat. In de metalscene was het vroeger ondenkbaar dat er punk/hardcore bands zich zouden komen moeien. Zelfs anno 2014 beweerde Bruce Dickinson dat ‘punkers geen instrumenten kunnen spelen en dat ze jaloers zijn op metal.’ Vreemde bewering, zeker aangezien die twee scenes echt wel door elkaar lopen. Een voorbeeld daarvan is de nog steeds populaire metalcore, waar The Brave deel van uitmaakt. Een genre dat zich vooral laat herkennen door de breakdowns, die uitnodigen tot een potje violent dancing.
Het Australische quintet staat aan de horizon sinds 2013 en is aan hun tweede plaat toe. Vanuit Brisbane acteert The Brave vanop een muzikaal hoogstaand niveau, en dat niveau wordt op Aura alleen maar bevestigd; muzikaal gezien is dit album ongetwijfeld van een hoge klasse. Daar waar het op de vorige plaat Epoch nog metalcore pur sang was, is het op de nieuweling wel even ietsje anders. Er zijn buiten metalcore nog meer invloeden bijgekomen: (nog) meer cleane zanglijnen, wat trager, wat donkerder en wat meer nu-metal. Het eindresultaat valt dan ook onder de noemer new core.
De vergelijking gaat nog het beste op met Bring Me The Horizon. Die zijn ook gestart als metalcore, maar ondertussen eveneens geëvolueerd naar een iets toegankelijker genre. Dat is wat The Brave ook typeert, het is allemaal wat braver geworden. Er zitten zeker nog stukken in waar stevig op gemosht kan worden, maar daarnaast komt er op dit album een zekere braafheid naar voren die al snel begint te vervelen. Daar waar er gezocht wordt naar meer hitgevoeligheid en naar meer radiospeeltijd, wordt er helaas ingeboet op intensiteit en spanning.
Wat de spanning ook wegneemt, is de enorme productie. Elke noot en elke klank op Aura is zo mooi en zo zuiver dat het net niet meer echt klinkt. Het komt té netjes over, en laat dat net zijn waar veel bands van terug aan het komen zijn. Het zou zeer straf zijn als ze dit live exact zoals op de plaat zouden kunnen brengen, want dan gaat het niet over de juiste noten spelen, maar over een grootse live-sound. Daar legt The Brave de lat zo hoog dat de live-ervaring haast alleen maar kan tegenvallen. Wanneer het te afgeborsteld wordt, is het allemaal niet meer zo boeiend.
Toch staan er goede nummers op de plaat. Opener “Through The Dark” doet het nog tamelijk hard en stevig, met een afwisseling van schreeuwen en cleane zang. Ook “Above The Clouds” en “Desolation” zijn degelijke nummers, en daarnaast zijn er songs die wat Linkin Park-achtig klinken. Daar gaat de snelheid in verloren en is het duidelijk dat werd gezocht naar die hitgevoeligheid. Dan zijn er ook een paar tragere nummers te vinden, die goed klinken in dat concept. “Technicolor” is zo’n heerlijke trage, waar alles dan weer wel lijkt te kloppen. Maar daar is alles ook plots wat donkerder, en het doet denken aan een mengeling van Incubus en Slipknot. Let wel, sla “Burn” en “Aura” maar snel over wegens te poppy…
The Brave wisselt hoogtes af met laagtes en is duidelijk op zoek naar hun eigenheid. Het klinkt allemaal wel stoer, maar tegelijk ook ontzettend braaf. Aura kwam op 5 april uit en wordt voorlopig enkel voorgesteld in Australië. We kunnen ons moeilijk voorstellen dat ze na deze plaat niet naar Europa zullen komen, want uiteindelijk zullen er wel veel fans blijven en bijkomen die de meer poppy kant van de band wel weten te appreciëren.