AlbumsRecensies

Yuko – Ten Years Of Staring Back (★★★★): Speelse, maar fragiele indiepop

Na tien jaar op de planken leek de tijd voor het Gentse Yuko eindelijk eens aangebroken om terug te blikken en na te gaan wat al dat hard labeur in tussentijd zoal opleverde. In tien jaar tijd wisselde de bezetting al wel eens een keertje en nam groep afscheid van een paar bandleden, maar evenwel zonder aan die unieke identiteit of sound te raken. Onlangs verraste de groep met het ‘Cher Ami’ project, nu ligt er een fijne retrospectieve op de tafel.

De tijd tikt genadeloos verder. En hoewel het knokken blijft om een plaat te kunnen maken en ergens een speelplekje te veroveren in de steeds beperktere ruimte die daarvoor beschikbaar wordt gesteld, kondigt Yuko dit nieuwe werkstuk met bijzonder veel trots aan. Hier is best hard aan gesleuteld, dat merk je al van bij de opvallend intrigerende hoes (met artwork van de Londonse David Foldvari). Maar ook aan het Yuko repertoire werd verder gewerkt en waar nodig bijgestuurd. Zo krijgen muziekliefhebbers met dit nieuwe album een mix van nieuwe versies van oudere nummers uit hun catalogus, een handvol onuitgegeven nummers en ook een paar nieuwe composities die een blik bieden op de toekomst.

Dat maakt het album zowel interessant voor zowel zij die band het oeuvre nog maar pas ontdekken als voor zij die al langer fan waren. Hoedanook: wie deze set beluistert, geraakt ongetwijfeld gewonnen voor deze groep. Want Yuko is meer dan ooit een hechte band muzikanten die erin slagen om weerbarstige indiepopsongs naar een hoger plan te tillen. Dat heeft onder meer te maken met de manier waarop de groep behoorlijk inventief gebruik maakt van het instrumentarium. In net geen vier minuten tijd openbaren ze in het nieuwe “Bruises, I Camouflage” bijvoorbeeld een uiterst dromerige klank, met frêle, zachte gitaarpatronen die gaandeweg aanzwellen, drumclicks/samples, en de hoge stem van vocalist Kristof Deneijs.

Elders speelt de groep met nostalgische atmosfeertjes, zoals onder meer tijdens “Mister T”. De gitaarriffjes haken mooi in elkaar, het ritmepatroon ondersteunend. Tot halverwege de boel even gesaboteerd wordt op een ambachtelijke manier die aan Mark Linkous en zijn Sparklehorse herinnert. Het illustreert dat Yuko, ondanks de schijnbare radiovriendelijkheid, niet de groep is om altijd op veilig te spelen.

Neem ook het herwerkte “Or Dive!” waarin de groep eerder gaat voor ingetogen spanning dan voor overgave. Hoor de diepe wortels ervan in spiritual blues en vooral gospel liggen, waardoor een groep als Sixteen Horsepower heel even om de hoek komt kijken. Knap ook om te horen hoe de drum wegrijdende paarden evoceert. Om vervolgens te merken hoe ook hier de song halfweg weer een heel andere bocht in gestuurd wordt: van country, blues en western naar licht beschadigde postrock.

Soms is het intiem, pakkend mooi. Zoals met “Music For Funerals”, een song die haast geen daglicht verdraagt en om bittere weemoed en traanvocht sméékt. Heel minimaal, met slechts gitaar en piano. En met werkelijk hemelse backing vocals. Zo’n kaal en donker nummer waar je echt veel steun aan hebt in mindere tijden.

De herwerkingen pakken overigens goed uit: “The View” krijgt wat meer openheid en licht huppelend optimisme mee. Zo wordt het een feelgood song die net niet uitnodigt om een dansje te plegen. Wat later is er het hyperactieve “Swing”, dat zowaar peper in de lont heeft zitten. Kortom: Yuko varieert, maar zit wel met de moeilijkheid dat ze met hun sound deels in het vaarwater zitten van andere indiebands, wat maakt dat de verwantschap van “Purple Hearts” met de neurotenrock van Radiohead onmiskenbaar is. Zij het dat Yuko er via de aparte vocal en het gebruik van aparte samples er toch een eigenzinnige draai aan weet te geven.

Herwerkt of niet, “A Couple Of Months On A Couch Won’t Do You No Harm” blijft verstillend mooi om naar te luisteren. Zoals tevoren blijven we hiermee helemaal gevloerd. Deels omwille van de hartverwarmende eenvoud, de rauwe emotie en met name de manier waarop Deneijs zijn gebroken en zacht fluisterende vocal rond een eeuwig in cirkels bewegende gitaarmotiefje draait. Tot de totale gekte toeneemt en Deneijs er nog een olijk lalala bovenop werpt. “There Is A Boy That Never Goes Out” is zonder meer een heerlijk sfeervolle indierocker die via het Johnny Marrachtige gitaarwerk direct associaties oproept met The Smiths, maar onderhuids gaat het toch vooral over een jongen die gevangen zit in zijn eigen lijf en nergens weg weet met zijn gevoelens. En dan is er nog de experimentelere bonustrack, “B. Fleischmann Feeding Mister T.” die negen minuten tijd in beslag neemt om dan langzaamaan helemaal uit te doven.

In zijn geheel: een héél fijn album van een band die hiermee op originele wijze het tienjarig bestaan viert. De band mag er met recht en reden trots op zijn, want er ligt voor hen nog zovele jaren speelplezier op de loer.

Neemt u vooral óók een risico. Yuko presenteert dit nieuwe werkstuk in het kader van het tienjarig bestaan onder meer in de Handelsbeurs op 19 oktober. Neemt u van ons aan : dat wordt iets mooi, zeker omdat Lore Binon (sopraan) meedoet en David Foldari instaat voor de live visuals.

Related posts
InstagramUitgelicht

De 50 beste Belgische albums van het decennium (2010-2019)

België o België, wat zijn we zo’n muzikaal getalenteerd land. Dat wordt iedere dag duidelijk dankzij de leuke mails die we binnenkrijgen…
Filmpje van de week

Filmpje van de week 9 - 15 oktober 2017

Wederom een week gepasseerd, alweer een week waarin enkele fijne videoclips passeerden. Een videoclip over liefde, of over het licht zien, maar…
LiveRecensies

Novo Amor + Yuko @ Trix: Wegdromen is de enige optie

Muziekcentrum Trix in Antwerpen staat gekend voor z’n veelzijdige en goeie programmatie en dit was deze keer niet anders. Twee dagen geleden…

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.