
© CPU – Jan Van Hecke
Daar is de herfst! Daar is de banjo! En dan is daar vanzelfsprekend ook Mumford & Sons! ’s Werelds grootste indiefolkband voelt tegenwoordig zelfs grootser aan dan ooit, al is het antwoord op de vraag vanwaar dat komt ons niet meteen duidelijk. Recentste plaat RUSHMERE was bijvoorbeeld niet meer dan een plat afkooksel van wat de Britten ooit zo groot maakte, en het is ook niet zo dat de voorafgaande albums zo goed waren. Maar goed, makkelijke indiefolk heeft dankzij figuren als Taylor Swift, Noah Kahan en Hozier sowieso een nieuw publiek gewonnen, en dat die laatste meedoet op het nieuwe “Rubber Band Man” is een verrassing die je ergens al lang op voorhand kon zien aankomen.
Hoe klinkt dat dan in de praktijk? Wel, ook perfect zoals je het op voorhand had kunnen voorspellen: tof, gezellig en mét dat toegankelijke randje dat ervoor zorgt dat je het nummer nog wekenlang in TikToks en op radiostations zal horen passeren. “Rubber Band Man” start met een akoestisch glinsterende tokkel en Mumfords warme stemgeluid, waarna een banjo de boel opentrekt. Plots gloeit het geheel groots open in een euforische song vol groteske, liefdevolle uithalen. En dan wordt het klassieke samenwerkingspatroon gevolgd – de single valt terug stil, Hozier doet hetzelfde als wat zijn collega een dikke minuut daarvoor al deed, en dan doen ze het uiteindelijk nog eens samen. De harmonie tussen de Ier en Engelsman is op zich wel verwarmend en werkt mooi binnen het plaatje dat ze met “Rubber Band Man” hebben uitgetekend. Want laat ons duidelijk zijn: dit is allesbehalve een slechte single, deze hartverwarmende kampvuurpop in gure herfst. Het voelt daarentegen misschien allemaal wat voorspelbaar en makkelijk aan, maar dat klopt dan weer binnen de aesthetic waarin de mannen zich bevinden.
Mumford & Sons staat op donderdag 13 november in een uitverkochte AFAS Dome.
Mumford & Sons: Facebook / Instagram / Website
Hozier: Facebook / Instagram / Website
Beluister de singles van de week op onze Spotify.






