© CPU – Joost Van Hoey
We moesten gisterenochtend nog aan onze festivaldag beginnen of de Alcatraz-organisatie kwam al met een berg namen voor de volgende editie. Onder meer Power Wolf, Paleface Swiss, Savatage en Testament mogen zich opmaken om volgend jaar tijdens de zomer richting Kortrijk af te zakken en de weide van Alcatraz te betreden. Maar voordat het zo ver is, stonden gisteren ook nog voldoende mooie namen op de poster en zag onze agenda er druk genoeg uit om onze dag weer door te komen. Zo zagen we onder meer Avatar circuscapriolen uithalen, Candlemass het originele doommetalgeluid brengen en hadden we een zeldzame ontmoeting met de heren van Nailbomb.
Between the Buried and Me @ Helldorado
© CPU – Joost Van Hoey
Het speelde, het stopte en het speelde terug opnieuw. Between the Buried and Me bracht een show die alle kanten opging, waarbij het vaker dan eens volledig stil viel om vervolgens weer volle bak aan de gang te gaan. Gitaarpingeltje hier, een jazzy tunetje daar en vooral een dik pak aan muzikale virtuositeit waren het die de klok lieten slaan, terwijl de groep het hardere geluid ook niet deed schuwen. Wij konden de aanhoudende veranderingen in sound wel waarderen, maar helaas waren we duidelijk in de minderheid. De groep kwam namelijk iets te vroeg en de complexe structuren en plotse wendingen veel al niet te landen bij een groot deel van het vroege middagpubliek. Wij kunnen daar wel inkomen, want als je een seconde niet aan het opletten was, was de band al weer bezig met een compleet nieuwe sound.
Drowning Pool @ Prison
© CPU – Joost Van Hoey
We komen ze wel vaker tegen, van die bands die heel hun carrière te danken hebben aan één album. Ook bij Drowning Pool is dat het geval, al hebben die het vooral te danken aan hun genreklassieker “Bodies”. Ook wij kennen niet heel veel meer dan enkel dat ene nummer en lieten ons dus verrassen, maar kwamen al snel van een koude kermis thuis. De set was namelijk een aaneenschakeling van dertien-in-een-dozijn rocknummers die enkel de eerste rijen konden verblijden. Het was allemaal wel strak gespeeld en zeker niet slecht, maar hoogstaand werd het nergens. Althans, tot “Bodies” dan. Toen gingen de vuisten massaal de lucht in en ging de rest van het veld ook voor eventjes mee met de muziek, maar veel verder dan dat kwam het niet.
Nailbomb @ Prison
© CPU – Joost Van Hoey
We zeiden het al in de intro, maar op Alcatraz kregen we een best unieke kans om Nailbomb aan het werk te zien Het project van Max Cavalera en Alex Newport trad namelijk tot een kleine twaalf maanden terug slechts één keer officieel op (Dynamo Open Air, 1995) en behaalde daarmee een zo goed als mythische status. Inmiddels vond Cavalera het na dertig jaar wel weer tijd om nog een band aan zijn lange lijst met actieve projecten toe te voegen, dus haalde hij Nailbomb van onder het stof vandaan en veranderde het ooit zo eenmalige project in een volwaardige liveband. Uiteraard zonder Alex Newport, die blijft tegenwoordig liever in een muziekstudio, maar wel met een hoop vaste gezichten uit de Cavalera-concertkring bracht hij zijn project en vooral het iconische Point Blank opnieuw tot leven. De opener “Wasting Away” knalde er, net als op plaat, meteen in als een startschot van jewelste, waarna de groep zonder pauze doorstoomde met mokers als “Vai toma no cú”, “24 Hour Bullshit” en het messcherpe “Guerrillas”.
Hier en daar werd er een covertje bij gesmokkeld, maar het was toch vooral die iconische plaat die de dienst uitmaakte en we werden volledig teruggeworpen naar een tijd ver vanaf hier. Tegen het einde van de set, met “World of Shit” en “Religious Cancer”, leek het alsof Nailbomb alle opgebouwde spanning van dertig jaar in één laatste salvo losliet, om vervolgens met een chaotische dubbele klap van “Shit Piñata” en “Sick Life” de boel finaal te doen laten ontploffen. Achteraf gezien waren we toch maar wat blij dat het niet bij die ene keer bleef, want Cavalera en co. wisten ons drie kwartier lang stevig te vermaken. Het was luid, lomp en zonder ook maar een seconde de teugels te laten vieren, precies zoals we het het liefst zien.
Wolfmother @ Prison
© CPU – Joost Van Hoey
Soms is het best leuk om een band op twee verschillende festivals te vergelijken. Wolfmother mocht enkele weken terug de bezoekers van rockfestival Sjock naar huis spelen en deed dat met flink wat succes. Alcatraz is echter een categorie harder en daarmee was de groep rondom krullenbol Andrew Stockdale toch wel, met een discografie die behoorlijk wat decibels minder bevat dan de gemiddelde postergenoot, een van de vreemde eenden. Toch stond de Australische formatie stevig zijn mannetje. De band koos opnieuw om weer grotendeels nummers te spelen van het naamloze debuutalbum en liet zo zijn “Woman”, “Vagabond” en “White Unicorn” op sterke wijze over het terrein galopperen. En als je goed speelt, dan volgt het publiek vanzelf, dus gingen ook de meest verharde toeschouwers met gemak mee in de rock-‘n-rollsound en slikte ze het uiteindelijk allemaal als zoete koek. Afsluiter “Joker And The Thief” zorgde net als wel vaker voor de grootste reactie en ontpopte zich tot een moment waar zowel werd meegezongen als gemosht, waarna we het zeker wisten: Wolfmother past echt perfect op Alcatraz!
Caliban @ Helldorado
© CPU – Joost Van Hoey
Voor wie het toch heftiger moest, kon in de naastgelegen tent op hetzelfde moment zijn hart ophalen bij Caliban. Waar Wolfmother nog speelde met gitaargrooves en classic rock-hooks, ging het bij de Duitse metalcore-veteranen meteen om pure kracht. Zonder veel omhaal knalde de band direct alle cilinders open met “Guilt Trip” en “I Was a Happy Kid Once”, waarna het een uur lang rammen, springen en meebrullen was. Ook zanger Andreas Dörner liet meerdere malen weten dat hij prima als brulkikker doorheen het leven kan gaan, want de screams en grunts gierden als een constante doorheen de tent. Dat zorgde ook meteen dat hij de volle aandacht had van iedere toeschouwer, want toen de band met het Duitstalige “Ich blute für Dich” aankwam, leek het door het woord voor woord meeschreeuwen vanuit het publiek alsof we voor even op een willekeurig Duits festival waren. Voor even een thuiswedstrijd dus en dat terwijl de grens met onze Oosterburen niet bepaald naast de deur lag.
Doro @ Prison
© CPU – Joost Van Hoey
De vriendschapsband tussen Doro en Alcatraz Metal Festival gaat ver terug in de tijd. Toen het metalfestijn bijna twintig jaar geleden zijn eerste editie in Deinze organiseerde, stond de groep rondom Doro Pesch al bovenaan de affiche. Gisteren was ze toe aan haar vijfde optreden op het festival en ondanks dat de Duitse zangeres inmiddels wat meer rimpels vertoonde dan tijdens haar eerste passage, weerhield het haar niet om samen met haar mannen alles te geven. Wel merkte je duidelijk dat de nummers het zwaar hadden in de strijd tegen het tikken van de tijd. De setlist, gevuld met klassiekers als “All We Are”, “Für Immer” en een handvol Warlock-nummers, zorgde weliswaar voor meezingmomenten, maar klonk bij vlagen wat vlak en minder scherp dan we ooit bij onze oom uit zijn platenspeler hoorden komen. De stem van Pesch is niet meer zoals die ooit was en miste soms de kracht en het bereik waarmee ze vroeger moeiteloos hele zalen plat kreeg, maar toch kon ze met haar aanstekelijke energie, brede glimlach en oprechte interactie het publiek aan haar zijde houden. Het was verre van het beste dat we ooit zagen, maar het enthousiasme en de dankbaarheid waarmee Doro op het podium stond, maakten veel goed.
The Black Dahlia Murder @ Swamp
© CPU – Joost Van Hoey
Moordzaken zijn wel vaker inspiratie voor een naam, maar voor The Black Dahlia Murder moeten we behoorlijk wat jaren terug in de tijd. De Amerikaanse melodische deathmetalband haalt zijn naam uit een onopgeloste moordzaak die Elizabeth Short in 1947 het leven kostte, maar op de Swamp stage draaide het gisteren vooral om een heel andere vorm van moordlust: die op onze nekwervels. Het was namelijk flink headbangen geblazen op de muziek van de Michiganders, die niet vies waren van vlijmscherpe riffs en nog venijnigere screams. Het was een schoonmaakbeurt voor de oren, want ieder vuiltje werd op de tonen van “Miasma” en “Statutory Ape” vakkundig uitgedreund. Wel werd het geluid tegen het einde flink verstoord door het tegenoverliggende hoofdpodium en sijpelde de klanken van Extreme ongewenst de passage van “What a Horrible Night to Have a Curse” binnen. Toch wel een strafpuntje om deze twee te laten overlappen.
Extreme @ Prison
Als we het er dan toch over hebben: Extreme! In koeienletters stond die naam bovenaan de poster van de vrijdag. Vaak komt de naam van de band redelijk goed overheen met het geluid dat het produceert, maar daar hadden de heren uit Boston duidelijk lak aan. Aan de Prison stage was er namelijk niks extreems te vinden, maar was het vooral anderhalf uur aan toegankelijke knuffelrock die doorheen de speakers kwamen. We moeten toegeven, die knuffelrock ging gepaard met hoogstaand gitaargepingel, maar echt imponeren deed de groep niet. Frontman Gary Cherone zat er hier en daar een metertje of vier naast, terwijl de rest van de band op een gegeven moment op repeat leek te staan en voor ons gevoel een half uur lang hetzelfde nummer bracht. Even gonsde er een zogeheten ‘Aha-Erlebnis’ doorheen het publiek toen “More Than Words” voorbijkwam, het enige nummer dat zowat iedereen in het publiek woord voor woord leek mee te kennen, om vervolgens verder te gaan met dezelfde middelmaat als daarvoor. Als de groep vervolgens als eerbetoon aan Ozzy Osbourne enkele van zijn nummers brengt, komt er voor het eerst wat power in het optreden en weet de band toch nog goed af te sluiten. Een beetje mosterd na de maaltijd en in tegenstelling tot die ene hit, blijft het bij deze woorden.
Candlemass @ Swamp
Van knuffelrock naar doommetal is een flinke sprong, maar Candlemass bewees in de Prison stage dat traag en log ook indrukwekkend kan zijn. De Zweedse pioniers van het genre lieten elk akkoord als een zware golf over het publiek rollen, terwijl frontman Johan Längquist alles met een bijna plechtige ernst bracht. Het voelde als een muzikale berenklem. Langzaam op spanning gebracht, steeds strakker aangedraaid, en dan ineens… Pats-boem! De klem zit dicht en wij zitten vast, zonder dat we wisten naar waar we konden ontsnappen. Met andere woorden: Candlemass had ons in zijn greep en liet ons niet meer los totdat de laatste noot van “Solitude” weggestorven was. Mocht er ergens een Mt. Rushmore komen met enkel doombands, dan mag Candlemass er wat ons betreft in graniet vereeuwigd worden. En na het optreden van gisteren mag er ook nog eens een laagje goud overheen.
Avatar @ Prison
© CPU – Joost Van Hoey
‘Ladies and gentleman, your hero has returned again’. Avatar mocht voor het eerst sinds 2019 zijn denkbeeldige circustent weer neerplanten op de wei van Kortrijk en nam daarvoor een mega mokerhamer mee. De Zweden waren namelijk niet van plan om voorzichtig de kat uit de boom te kijken, maar om direct een stevige deuk in het festivalweekend te slaan met “Dance Devil Dance” en “Let It Burn”. Stevige nummers, zeker als je het vergelijkt met wat voorloper Extreme bracht, maar het was pas bij de gloednieuwe single “In The Airwaves” dat de demoon naar buiten trad. Frontman Johannes Eckerström veranderde in een levende alarmmachine en haalde genadeloos uit, terwijl de rest van de groep op zijn hardst ooit speelde.
Vanaf dat moment ging de set volledig in overdrive, met een publiek dat zich maar al te graag liet meesleuren in de theatrale chaos en metalwaanzin die Avatar tot in de puntjes leek te beheersen. Eckerström meldde ons dat ze midden in hun festivalzomer zaten en dat hun show op Alcatraz ook meteen hun volledige festivalzomer was, dus aan inhouden deed hij niet. Radiohit “The Dirt I’m Buried In” werd met zoveel energie gebracht dat het voor een overvloed aan crowdsurfers zorgde, terwijl “Colossus” zijn naam waar maakte en er een gigant van een song doorheen de speakers knalde. Wat een show voerde dit vijftal zeg!
© CPU – Joost Van Hoey
Hoewel Avatar als team een geweldige collectieve prestatie leverde, willen we toch nog even de nadruk leggen op de kunsten van Eckerström. De zanger was loep en loepzuiver, terwijl hij met zijn bereik continu indruk maakte. Hij tikte namelijk met gemak torenhoge screams aan, om vervolgens zijn grunts te laten komen uit de diepste krochten ter aarde. Vooral tijdens afsluiter “Hail the Apocalypse” kwamen die grunts volledig tot uiting. Wij doen het hem niet na en zeker niet in combinatie met de hoeveelheid showmanship die hij bracht. Als een duivelse dirigent leidde hij zijn troepen en het publiek een gehele show, maar bij de laatste track liet hij pas echt alle registers opentrekken. Vlammen, vuisten in de lucht en een meeschreeuwend publiek maakten het plaatje compleet, waarna we vrij snel kunnen concluderen dat deze show van Avatar toch wel in onze top drie van deze festivalzomer komt.
Na de laatste noot trokken we nog richting Obituary en headbangde we de nacht in, maar al onze energie was opgegaan aan Avatar. We zochten dus op tijd ons bedje op en maar goed ook, want vandaag op dag drie staat er met onder meer Machine Head, Cult of Luna en Gutalax flink wat kabaal op het programma.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Ons verslag van dag 0 kan je hier lezen.
Ons verslag van dag 1 kan je hier lezen.