© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Ze zeggen wel eens dat twee kapiteins op één schip niet werkt, maar eenentwintig piloten in één cockpit moet lukken. Althans, het werkt voor de band Twenty One Pilots behoorlijk goed. Zo goed zelfs dat de band inmiddels standaard kiest voor de grotere zalen des lands en zijn vliegtuig eerder parkeert bij stadions en arena’s dan bij de popcentra om de hoek. Dit jaar stuurden de piloten hun Boeing 747 opnieuw op koers door het Europese continent, met de Ziggo Dome als een van de uitverkoren bestemmingen tijdens The Clancy World Tour. Reden genoeg voor een muzikaal enkeltje richting Amsterdam, waar we een avond lang getrakteerd werd op een show van jewelste!
Rechtstreeks vanuit Nieuw-Zeeland mocht Balu Brigada om kwart voor acht de al redelijk gevulde zaal in de stemming brengen. Iets dat de band, ondanks het feit dat ze voor het eerst doorheen Europa trok, nog best goed afging. Hun toegankelijke gitaarrock kreeg dankzij een elektronische touch nog best een speelse flair, waardoor nummers als “Moon Man” en “Number One” er als zoete koek ingingen en het publiek al snel deed meedeinen de opzwepende muziek van het viertal.
Die sfeer zat er al vroeg goed in en de groep voelde zich als een vis in het water, waardoor de frontman zelfs besloot om een rondje publieksinteractie te doen. Het is gedurfd om als voorprogramma al meteen opdrachten uit te delen, maar toch deed Balu Brigada dat. En met succes gelukkig, want toen het tijdens “The Question” aan het publiek voorstelde om de telefoonlampen te ontsteken, veranderde de Ziggo Dome al vroeg in een hemel vol heen en weer zwaaiende lichtjes. Het symboliseert ook meteen het soort muziek dat de groep maakt: niet al te moeilijk, maar toch nog best vermakelijk. Prima opwarmer, hopelijk gaat dat van de zomer op Pukkelpop er ook zo aan toe!
Een gigantisch doek, daar keken we een gehele ombouwpauze tegen aan. Dat betekent maar één ding: we gaan weer verstoppertje spelen. Ons konden ze echter niet verrassen, we wisten immers waar we een ticket voor hadden, maar toch gilden duizenden tienerstemmen het uit toen datzelfde doek viel en drummer Josh Dun tevoorschijn kwam. Dat gillen ging nog een tijdje door, want ook de eerste teksten van “Overcompensate” werden vanuit het publiek luid meegebruld. Iets dat eigenlijk een concert lang werd volgehouden. De zaal werd op geen enkel moment stil en iedere letter werd vakkundig meegeschreeuwd, waardoor het gegil met momenten de strakke sound van de twee deed overstemmen.
Ondanks dat Twenty One Pilots een show van ruim twee uur moest vullen, werd het nooit een seconde saai. De groep haalde alles uit de kast om het zowel muzikaal als visueel interessant te houden. Vuurwerk, lasers, salto’s en CO2-kanonnen schoten om onze oren en er kwam zelfs een heuse verdwijntruc om de hoek kijken. Op de tonen van “Car Radio”, die ondanks de grootte van de Ziggo Dome nog best fijn in onze gehoorgangen terecht kwam, maakte Tyler Joseph een sprong in het diepte en was er op het podium geen spoor meer te bekennen van de gemaskerde frontman, om vervolgens in een flits op de tweede ring tevoorschijn te komen. Stuntdubbel? Dacht het niet, want toen de bivakmuts afkwam was het daadwerkelijk het gezicht van Joseph dat zichtbaar werd.
Het leek alsof het voor Twenty One Pilots de normaalste zaak van de wereld was om voor zeventienduizend man te spelen. Er viel geen greintje twijfel te bespeuren, geen spatje zenuwen te zien en het duo had de volledige controle. De twee waren perfect op elkaar ingespeeld en hoewel alles ongetwijfeld vooraf tot in de puntjes is geoefend, voelde het allemaal zo spontaan als maar kan. “Tear in My Heart” bracht een fijne, uitgelaten sfeer teweeg, met Joseph die breed glimlachend over het podium dartelde terwijl het publiek luidkeels zijn teksten mee zong en ook “Shy Away” kende een opgelaten passage. De track zorgde door zijn snellere beat en schurende synths voor een extra impuls aan energie en liet de zaal moeiteloos mee springen. Wat een feest, wat een feest.
Hoewel de band in klein gezelschap was en het podium ruimte genoeg bood, besloot het halverwege de set de veilige haven van het podium te verlaten en gescheiden koers te zetten richting de zijkanten van de zaal. Gesplitst van elkaar brachten ze “The Line” maar ondanks dat ze tientallen meters uit elkaar zaten, was het samenspel behoorlijk indrukwekkend. Een nummer later, tijdens het kleurrijke en meezingbare “Mulberry Street”, koos de band voor een ander samenspel en wel tussen henzelf en hun publiek. Op commando van de frontman stak steeds een zijde van het publiek zijn zaklampen in de lucht, waardoor er een soort wave doorheen de zaal ontstond. Als het nog niet niet duidelijk was dat de sfeer goed zat, dan was dat wel na dit moment, want de inzet van het publiek leverde zowel bij de band als bij ons een glimlach van oor tot oor.
Eenmaal terug op het podium en weer als een echtpaar herenigd, schakelde het duo moeiteloos weer over naar volle bombast. Met “Navigating” werd meteen het gaspedaal ingedrukt, waarna “Nico and the Niners” en het energieke “Heavydirtysoul” het publiek nog steviger in zijn greep hield. De show nam opnieuw een flinke vaart, met een aaneenschakeling van tracks die het tempo hoog hielden en visueel een tandje bijschakelden. De fik ging erin, het vuurwerk knalde en lasers schoten alle kanten op. Eigenlijk kunnen we nog tien alinea’s schrijven over wat er allemaal gebeurde, want geloof ons, er gebeurde veel. Misschien wel iets te veel, want geen enkel nummer ging voorbij zonder dat er iets speciaals aan de hand was. Aan de ene kant gaf dat een groots gevoel, maar aan de andere kant was het bijna onmogelijk om alles echt mee te pakken. Wat als een paal boven water stond, was de toevoeging van de jonge fan Lars, die samen met zijn idool Joseph een streepje tekst van “Ride” mocht meezingen. Een simpel moment, zonder rook, vuurwerk of andere fratsen, maar juist daardoor misschien wel een van de meest indrukwekkende momenten van de avond. Hier is een nieuwe showman geboren, al zal het nog wel een aantal jaartjes duren voor hij zelf zalen van dit formaat vult.
De klok tikte rustig verder en inmiddels waren we al voorbij half elf, maar de band leek maar niet te willen stoppen. “Jumpsuit” diende als een gigantische dosis adrenaline en joeg het tempo nog één keer genadeloos de hoogte in. De riffs van Joseph waren messcherp, het drumwerk van Dan kon je het best omschreven als machinewerk en de indrukwekkende lichtshow maakte het volledig af. Met “Midwest Indigo” werden de laatste restjes energie bij de toeschouwers eruit geperst, terwijl “Stressed Out”, nog altijd een onvermijdelijke meezinger, de zaal opnieuw in koor deed uitbarsten.
Bisnummers zijn wel vaker het hoogtepunt van een set, maar bij Twenty One Pilots was het net dat stapje meer. Dat bewees ook afsluiter “Trees”, waarbij traditiegetrouw de drumeilanden het publiek in gingen en Joseph en Dun, als een soort ceremoniële afsluiting, de laatste slagen midden tussen hun fans uitdeelden. Onder een regen van confetti en begeleid door duizenden stemmen die nog één keer alles gaven, eindigde dan eindelijk de show waar maar geen einde aan leek te komen. Maar dat het er eentje van buitenaards niveau was, daar kon je onmogelijk omheen.
Setlist:
Overcompensate
Holding On to You
Vignette
Car Radio
The Judge
The Craving (Jenna’s Version)
Tear in My Heart
Backslide
Shy Away
Heathens
Next Semester
Routines in the Night
The Line
Mulberry Street
Navigating
Nico and the Niners
Heavydirtysoul
My Blood
Doubt
Guns for Hands
Lavish
Ride
Paladin Strait
Jumpsuit
Midwest Indigo
Stressed Out
Trees
Zo gigantisch blij dat ik hier mocht zijn, er is een zeer goeie kans dat dit mijn herinneringen ingaat als het beste concert dat ik ooit heb ervaren. En dat voor nog zeer lange tijd. Salo Folina!! |-/ ❤️
Dank Bryan voor dit heerlijk lekker lezend stuk over dat mega fantastische spektakel van Twenty one Pilots.Ik geniet er nog van.Wat een professionaliteit,awesome performance en al dat enthousiaste mooie publiek. Thank you.