In de lijst van artiesten die al jaren meedraaien maar nog steeds relevant blijven klinken, staat Nick Cave zonder twijfel hoog genoteerd. Ooit begonnen als punker en junkie, groeide hij uit tot een onheilspellende nachtfiguur, een mystieke bard en finaal een door rouw getekende prediker. Zijn fanbase is met elke release gegroeid, en live weet hij keer op keer te betoveren en te bezweren. Zijn vorige optredens met The Bads Seeds op de weide van Werchter en in het Antwerpse Sportpaleis ontvingen lyrische recensies, en met de nieuwe plaat Wild God onder de arm bleven de verwachtingen alles behalve laag. Deze laatste lp baadt in een kleurrijke gospelsfeer, en doordat Cave een uitgebreide groep achtergrondzangers en -zangeressen meeneemt, beloofde de nieuwe tour ook weer vonken te geven. We stonden dan ook maar al te graag in de file richting Sportpaleis om de zingende vleermuis nog eens live aan het werk te zien.
Met The Murder Capital profiteerden we in elk geval al van een sterk voorprogramma. De hippe Ieren surfen al een tijdje mee op de golf van de postpunk en ze zetten in Antwerpen een sterke toon voor de avond. Met hun bekendste nummer “Don’t Cling To Life” al vroeg in de set wisten ze het publiek direct op te warmen. Frontman James McGovern zorgde met zijn charmante bindteksten voor een goede connectie met de zaal, hoewel dit af en toe het ritme uit de set haalde. Hier en daar was een echo in de zaal hoorbaar, maar vooral tijdens de uptempo nummers viel dit nauwelijks op. De band had zowel de songs als de nodige attitude op zak, maar de rauwe postpunk komt ongetwijfeld nog beter tot zijn recht in een intieme, zweterige club. Toch bewezen de heren zich als een prima opener voor Nick Cave.
Klokslag 20u30 betraden Nick Cave en zijn duistere volgelingen het podium, en de aandacht ging meteen naar de in wit geklede achtergrondzangeressen die een prominente plaats op de podiumtribune innamen. Zij zorgden de hele avond door voor warme gospeltinten en extra harmonieën, iets wat ze al direct bij de opener “Frogs” indrukwekkend lieten horen. Het geluid was meteen optimaal en Cave’s markante stem klonk warm en vol in de mix. De frontman kon een brede grijns niet onderdrukken tijdens het eerste nummer en liet meteen zien dat hij er zin in had: na slechts enkele minuten stond hij immers al intens te schreeuwen in de verste uithoeken van de frontstage.
Die intensiteit nam alleen maar toe tijdens het titelnummer van de laatste plaat. The Bad Seeds toonden zich als een geoliede machine en dreven het nummer naar een ultiem hoogtepunt. De achtergrondzangeressen leverden een magistrale bijdrage en ondersteunden Cave krachtig tijdens zijn predikende uithalen. Op de schermen verschenen prominente teksten zoals ‘Bring your spirit down’ precies op de momenten dat Cave ze uitschreeuwde, wat het publiek alleen maar verder hypnotiseerde om de handen in de lucht te steken en mee te doen. “Wild God” voelde meteen aan als een jonge klassieker, en live sloeg het in als een mokerslag. En dit allemaal na nog maar twee nummers in de set!
Wat volgde was een indrukwekkende setlist die met veel vuur en intensiteit werd gebracht. Heel wat nummers uit de recentste plaat passeerden natuurlijk de revue. “Song of the Lake” kwam wat rommelig op gang maar bloeide via een ‘nevermind’ schreeuwende Cave uit in een climax. Later op de avond werd dit kunstje verfijnd in “Conversation”, waarin de frontman tijdens de indrukwekkende finale het publiek begeesterde en hen liet meeschreeuwen met kreten als ‘you’re beautiful!’ en ‘stop!’ De laatste jaren is Cave steeds meer gegroeid als rasentertainer en slaagt hij erin om het hele Sportpaleis moeiteloos te laten meezingen, bewegen en applaudisseren. Waar hij decennia geleden nog een ongenaakbare figuur was neemt hij nu met een brede grijns bloemen en chocolaatjes aan vanuit de zaal.
Het Sportpaleis werd niet alleen ondergedompeld in Wild God, maar ook een reeks klassiekers werd met veel kracht naar Antwerpen gebracht. Een indrukwekkende versie van “Jubilee Street” kwam al vroeg in de set en kreeg meteen enthousiast applaus. De strak in pak gestoken Bad Seeds lieten nummers als “Tupelo,” “From Her to Eternity,” en “The Mercy Seat” door de zaal denderen als donderslagen, terwijl Cave als een bezeten demoon over het podium rende, sprong en kroop. En natuurlijk was het de ultieme klassieker “Red Right Hand” die bij de eerste klanken van het klokkenspel de zaal echt in vuur en vlam zette. Het publiek zong de gitaarsolo luid mee, in die mate zelfs dat een duidelijk geraakte Cave spontaan besloot een extra finale aan het nummer toe te voegen. ‘Intens’ was zonder twijfel een sleutelwoord voor de avond.
Nick Cave slaat en snijdt niet alleen samen met zijn Bad Seeds, maar weet ook te zalven en troosten tijdens ingetogen rustpunten. Bij een aangrijpend, verstild “I Need You” keek hij vanachter zijn piano met veel emotie het publiek in. De song maakte de zaal dan ook muisstil. Het pareltje “Long Dark Night” maakte eveneens diepe indruk, mede door de boodschap van vrede en liefde die de zanger als inleiding meegaf. “O Children” en “Cinnamon Horses” kregen daarentegen een rijkere aankleding: het eerste met een snijdende vioolpartij van Warren Ellis, het tweede door gracieuze pauken en zachte synths. In het fabelachtige “Bright Horses” speelde de kopstem van Ellis zoals gewoonlijk een prominente rol, maar het nummer raakte vooral door zijn wonderlijke melodieën en prachtige tekst.
Na een intense avond sloot een magistraal “White Elephant” de reguliere set af. De achtergrondzangers verlieten hun vaste plaats op het podium en sloten zich aan bij Cave voor deze indrukwekkende afsluiter. Die genoot zichtbaar en viel één van de zangers zelfs meermaals lachend in de armen. Dat weerhield hem er echter niet van om met volle energie door te gaan in een knappe bisronde, waarin vooral de vergeten knaller “Papa Won’t Leave You, Henry” indruk maakte dankzij de aanstekelijke melodie en de roffelende drums van Jim Sclavunos. Na een vloeiende vioolpartij van Ellis ging de hele band nog één keer helemaal los in “The Weeping Song,” waarbij het speelse applaus van het publiek traditiegetrouw niet ontbrak. Uiteindelijk was het Cave zelf die de avond afsloot met een soloversie van het geliefde “Into My Arms”: een prachtige afsluiting van een show waar zowel het publiek als de artiesten zichtbaar van genoten.
Al met al leverde Nick Cave een onvergetelijke avond af, waarin hij zowel rauwe intensiteit als diepe ontroering bracht. Met een setlist die zowel klassiekers als nieuwe parels omvatte wist hij zijn publiek moeiteloos te betoveren en te beroeren. De chemie met The Bad Seeds, de doeltreffende visuals en zijn onmiskenbare charisma maakten dit optreden tot een triomf. Cave bewees opnieuw waarom hij na al die jaren nog steeds relevant en geliefd is: hij is een artiest die met elke noot en elk gebaar het publiek aan zich weet te binden.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Facebook / Instagram / X / Website
Setlist:
Frogs
Wild God
Song of the Lake
O Children
Jubilee Street
From Her to Eternity
Long Dark Night
Cinnamon Horses
Tupelo
Conversion
Bright Horses
Joy
I Need You
Carnage (cover van Nick Cave & Warren Ellis cover)
Final Rescue Attempt
Red Right Hand
The Mercy Seat
White Elephant (cover van Nick Cave & Warren Ellis)
O Wow O Wow (How Wonderful She Is)
Papa Won’t Leave You, Henry
The Weeping Song
Into My Arms