Postpunkbands. Je kan ze tegenwoordig nog moeilijk op tien vingers tellen. Als paddenstoelen schieten ze de laatste jaren uit de grond, de een al wat overtuigender dan de andere uiteraard. Echte parels worden door het overaanbod dus steeds moeilijker te vinden, maar The Pleasure Dome staat nu toch al enkele jaren nadrukkelijk te pinken op onze radar. Vooral een van de eerste singles van de groep, “This Room Is For Gold And There Is No Use For It“, sprong bij velen in het oog, maar toch moest het (intussen) drietal tot vorig jaar wachten op een lucratieve deal met een platenlabel. Mede daardoor is er nu dan toch een debuutalbum van de lawaaimakers.
Gelukkig hebben de mannen uit Bristol voor dat album niet te veel gesleuteld aan hun succesformule. De sound van The Pleasure Room klinkt namelijk nog even razend als de oudere singles of de ep Chaos Chaos Revolution, maar heeft regelmatig toch een heel donkere bijklank gekregen. Toevallig is dat niet echt, want het geheel kwam vooral voort uit de minder aangename momenten uit frontman Bobby Spenders leven. Schizofrenie, paniekaanvallen en vergane liefdesrelaties typeren dan ook de donkere schaduwkant van het intense debuut van de Britten.
Neem nu leadsingle “Down The Alley”, bijvoorbeeld. Op het eerste gehoor een heel typerende en schreeuwerige single, maar onder die eerste indruk schuilt het verhaal van een redelijk traumatische ervaring voor Spender. Vooral dat toont aan waarom Equinox niet zomaar het zoveelste postpunkalbum is waarop wat cliché protestlyrics worden gescandeerd en het muzikaal een halve kopie van de groten is. In plaats daarvan serveert The Pleasure Dome een plaat die een dikke veertig minuten lang heel persoonlijk en therapeutisch aanvoelt en intussen heel wat genres uit de gitaarwereld in de blender gooit. Verfrissend én herkenbaar zijn, het is verre van iedereen gegeven.
Dat het drietal serieus rechtdoor kan beuken, laten ze bovendien ook nog eens weten op Equinox. Nummers als “Insane”, dat al dateert van de beginjaren maar voor het album een facelift kreeg, en “Psychodrama” blinken uit in hun beknoptheid. Niet te veel muzikale hoogstandjes, maar net heel gericht en aan een verschroeiend tempo enkele muren met de grond gelijk maken. “Have You Been In Love” en “Boiler Room” gaan dan weer op avontuur doorheen het genrespectrum en vertonen bij momenten zelfs flarden van hardcorepunk. Laat het dus duidelijk zijn dat The Pleasure Dome allesbehalve aan de oppervlakte blijft op hun debuut, maar wel degelijk op zoek is gegaan naar muzikale uitdagingen.
Ook de verplichte ingetogen momenten zijn niet mis. “What A Shame (Cocaine)” moet dienen als een introspectieve adempauze over drugsgebruik, maar ook hekkensluiter “No Guts No Fame” is een sober moment van reflectie om finaal voor nog wat meer diepgang te zorgen. Niet dat het hoogstaande tearjerkers zijn geworden, maar ze maken toch dat Equinox wat minder repetitief klinkt dan het anders zou doen. Nog enkele nummers meer die klinken als “Vampire Of The Night” of “Good Luck”, zou namelijk te veel van het goede geweest zijn. Niet dat dat mindere songs zijn, maar de hoeveelheid is in feite net gepast.
Dat The Pleasure Dome een nieuwe postpunkgrootmacht zou worden, lijkt ons eerder onwaarschijnlijk. Hoewel het geheel van Equinox een stuk beter is dan heel wat andere bands, is het ook niet veel meer dan dat. Daarvoor klinkt het allemaal niet echt uitzonderlijk genoeg om de groten à la IDLES en Viagra Boys van hun troon te stoten. Dat neemt echter niet weg dat de groep heel wat meer naam en faam verdient dan ze voorlopig krijgen. De rauwheid, intensiteit en eigenheid van dit debuutalbum zijn namelijk om te koesteren en bij momenten redelijk bewonderenswaardig.
Facebook / Instagram / Twitter
Ontdek “Psychodrama”, ons favoriete nummer van Equinox, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.