De Nederlandse muzikant en producer Thomas Azier brengt met The Inventory of Our Desire zijn vijfde langspeler uit. Met een handvol platen op zijn palmares zou Azier dan ook geen introductie meer nodig moeten hebben. Hij slaagt er namelijk keer op keer in om popmuziek op een manier te benaderen die we zelf niet hadden kunnen bedenken en weet daarmee beelden op te roepen die we in onze wildste fantasie niet hadden gezien. Ook op zijn nieuwste plaat, waarvan we eerder al singles als “Pelechian” en “What Does It Mean To Be Free” te horen kregen, krijgen we composities die tot de verbeelding spreken, al is het een heel ander album geworden dan we van de Nederlander gewoon zijn.
Op debuutplaat Hylas ruilde de uit Friesland afkomstige muzikant zijn vertrouwde omgeving in voor de industriële klanken van Berlijn, waarna we met Rouge net de warmte van de Franse hoofdstad ontdekten. Op Stray verzamelde Azier dan weer geluiden van over de hele wereld, maar na al die exotische avonturen zoekt Azier het weer dichter bij zichzelf. Dat is uiteraard het resultaat van een twee jaar durende pandemie waarbij we allemaal wat meer op onszelf aangewezen waren en de realiteit niet keer op keer letterlijk konden ontvluchten. The Inventory of Our Desire is daardoor een veel intiemere, persoonlijkere plaat geworden, zonder ook maar ergens in te boeten aan creativiteit en experiment.
Openingstrack “Faces” zet meteen de toon voor wat ons de komende veertig minuten te wachten staat. Een pianodeuntje dat vaag doet denken aan die oh zo bekende klanken uit “Talk To Me” doet de dreiging wat afzwakken, waardoor we ons zowaar laten overhalen door een onbekende aantrekkingskracht. De lang uitgesponnen instrumentale delen hullen ons in een beschermende laag om zonder al te veel kleerscheuren de storm te doorstaan. Doorheen de song wordt op uiterst zachte manier commentaar gegeven op privileges en dat is lang niet de enige maatschappelijk getinte song.
Doorheen de jaren heeft Thomas Azier zijn eigen muzikale stijl ontwikkeld waarin een grote rol weggelegd is voor improvisatie en experiment. Dit is dan ook een belangrijke factor op The Inventory of Our Desire en wel in die mate dat we heel poëtische teksten voorgeschoteld krijgen die verankering vinden in de instrumentale escapades. In saxofonist Maarten Hogenhuis, drummer Simon Segers en experimenteel gitarist Obi Blanche vond Azier de geschikte muzikanten om zijn visie tot leven te wekken. Op de plaat hoor je dan ook geen gepolijste tracks die het resultaat zijn van tientallen sporen in een programma als Ableton, maar organische studiosessies waarbij ruimte gelaten is aan de muzikanten om zich uit te drukken.
Tussen al dat muzikale experiment is het de stem van Thomas Azier die voor een constante zorgt. De minimale instrumentatie op “Dada Talk On Hell Island”, gebaseerd op The Invention of Morel van Adolfo Casares, laat ademruimte voor de luisteraar en zorgt ervoor dat de woorden langer dan gewoonlijk op het oppervlak blijven drijven. Naar het einde toe krijgen we een lichtelijk andere song voorgeschoteld en net die onverwachte elementen die zo subtiel verweven worden in het geheel zorgen ervoor dat we op het puntje van onze stoel blijven zitten. Of spannend het juiste woord is om de muziek van de Nederlander te omschrijven, laten we in het midden, maar het is op zijn minst bezwerend en intrigerend te noemen.
Zo bezingt Azier op “Invisible” zijn liefde voor de ongrijpbare schoonheid van het leven, iets wat we soms te weinig kunnen zien tenzij we genoeg afstand nemen. Laat het dan ook een uitnodiging zijn om in je eigen omgeving de schoonheid te zien in de kleine dingen. Van een vrij toegankelijke song die iets luchtiger aanvoelt, worden we de diepte in gesleurd op het dramatisch langzame “Slow Revolution”. De artiest speelt met het tempo van de plaat en op die manier de aandacht moeiteloos vast te houden terwijl hij ons meeneemt in zijn verhaal. Om maar aan te tonen hoe belangrijk de muzikanten zijn die Azier rond zich verzameld heeft, krijgen we op de laatste song van de plaat pas helemaal op het einde ook een zanglijn te horen. De woorden gewikt en gewogen, nergens te veel en ook nooit een ongemakkelijke leegte, maken dat deze plaat blijft nazinderen, zonder dat een bepaald geluid zich als een irritante oorwurm in ons geheugen nestelt.
Waar we vroeger een soort afstand voelden tussen de luisteraar en Thomas Azier, doorbreekt de muzikant op zijn jongste plaat alle grenzen en lijkt geen hindernis te groot om herkenbare beelden te scheppen en persoonlijke thema’s van een soundtrack te voorzien. Het eigen leven is een prachtige bron van inspiratie zo blijkt en zo worden we op The Inventory of Our Desire ook herinnerd aan de sociale en emotionele connectie die we maar al te graag voor lief nemen, terwijl deze net ontzettend waardevol zijn. Ergens tussen poëzie, experiment en popmuziek lijkt Thomas Azier de vaste grond onder zijn voeten gevonden te hebben.
Thomas Azier staat op 15 april in Het Depot om zijn plaat voor te stellen.
Facebook / Instagram / Website / Twitter
Ontdek “Invisible”, ons favoriete nummer van The Inventory of Our Desire, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.