Bij de uit Brooklyn afkomstige Lily Konigsberg heeft het altijd gekriebeld om muziek te maken. Als kind gaf ze met vriendinnen al bescheiden straatoptredens om geld in te zamelen, ze deinsde er als tiener niet voor terug om in lokale bars op te treden en als vijftienjarige won ze een New Yorkse zangwedstrijd. Haar eerste groot project was Palberta, een artrocktrio waarmee ze sinds 2015 al zes albums uitbracht. Tussendoor had ze nog talloze zijprojecten en bleef ze solo ook singles uitbrengen onder eigen naam. Deze solosingles werden eerder dit jaar verzameld op The Best of Lily Konigsberg. Met Lily We Need to Talk Now is haar eerste volwaardig soloalbum beschikbaar.
Voor de opname van haar debuutalbum trok Konigsberg de studio in met Nate Amos, een multi-instrumentalist die deel uitmaakt van de New Yorkse band Water from Your Eyes en samen met Konigsberg ook al het duo My Idea vormde. Amos zorgt voor een zuivere productie, met de nadruk op heldere gitaren en een frisse ritmesectie. Buiten enkele uitstapjes met synths en autotune komen er op deze langspeler veel minder elektronische geluiden aan te pas dan bij My Idea.
Zo wordt met “Beauty” het album afgetrapt met een aarzelende melodie op een oude piano. Met een speelduur van nog geen dertig seconden is het niet meer dan een sfeermakertje; voordat je er erg zin in hebt, is “Sweat Forever” al begonnen. Hierop stelt Konigsberg haar talenten meteen tentoon; een weerbarstig ritme met een vederlichte gitaarriedel, een hitgevoelige melodie en een zeemzoete zangstem die je ogenblikkelijk weet te betoveren. “Sweat Forever” is degelijke indiepop die meteen in het hoofd blijft hangen. “That’s The Way I Like It” leunt nadien wat dichter aan bij rock-‘n-roll, met een rammelende gitaarriff en een snelle ritmesectie, maar het eindresultaat blijft even aanstekelijk.
Er is nog wel meer fijne indiepop en -rock terug te vinden op Lily We Need to Talk Now en elk nummer bevat wel enkele leuke geluiden die onder je vel kruipen. Zo is “Alone” gezegend met een dansbare beat en een discoritme en zorgen weerbarstige toetsen voor een scherp randje. De rocknummers “Proud Home” en “Bad Boy” zijn wat meer rechttoe-rechtaan, maar daarom niet minder plezierig om naar te luisteren. “Hark” is het vreemdste nummer op de plaat, met eigenzinnige blazers en enkele strofen die met autotune worden gezongen. Het absolute hoogtepunt is wat ons betreft dan weer afsluiter “True”, een snel garagerocknummer dat lichtjes doet denken aan The Velvet Underground en geleidelijk naar een melodieuze climax opbouwt. Konigsberg maakt doorheen haar album heel wat zijsprongetjes en gebruikt talloze ideeën, en dat zorgt ervoor dat je de aandacht niet snel verliest.
De meeste nummers balanceren tussen experimentele indierock en aanstekelijke artpop. Dit geeft een gevarieerd geheel, maar zorgt er ook voor dat het album wat eenheid mist. De meeste nummers zijn erg kort (niets klokt af boven de drie minuten) en sommige vondsten hadden gerust wat langer uitgewerkt mogen worden. Anderzijds zorgt de korte speelduur ervoor dat je eigenlijk nooit de tijd krijgt om je te gaan vervelen en zo weet Konigsberg een zwakte om te zetten in een sterkte. Ze heeft bovendien een aangename, zachte stem waar je instant verliefd op wordt. De New Yorkse brengt niet veel variatie in haar stem, maar weet met haar verlangende zang toch te bekoren.
Met Lily We Need to Talk Now brengt Lily Konigsberg een gevarieerd en fijn solodebuut. Het album had gerust wat langer mogen duren en had iets meer eenheid mogen bevatten, maar het stelt in elk geval het muzikale talent van de muzikante tentoon. Zo zet ze zich nog prominenter op de radar als artieste om in de gaten te houden.
Facebook / Instagram / Twitter
Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify.