De uit Brooklyn afkomstige Will Graefe kennen we als gitarist van onder andere de alternatieve country/folkgroep Okkervil River en de indieband Landlady, maar in 2017 verblijdde hij de wereld ook met de degelijke soloplaat North America. Op zijn debuut sloeg de mix van intieme folk en doordachte akoestische popnummers goed aan, maar met een korte speelduur van amper dertig minuten werd er toch ook al snel uitgekeken naar een opvolger. Die ligt nu in de (al dan niet digitale) winkel en heet Marine Life.
Graefes tweede is niet zomaar een plezierige popplaat geworden. Hij maakte het album in volle lockdown, net na een turbulente periode; zijn vriendin had enkele maanden voordien haar liefde voor een ander opgebiecht, en om hun samenzijn nog een kans te geven stemde Graefe in met een open relatie. Toen de pandemie iedereen thuis opsloot, verdween de vrouw echter plots uit zijn leven. Graefe bleef zonder uitleg achter en moest leren leven met de verlatenheid en eenzaamheid van de lockdown. Om zijn tegenstrijdige gevoelens te verwerken, stopte hij zijn energie in het schrijven van nummers. Het resultaat is een persoonlijk en delicaat album met voornamelijk downtempo nummers die baden in een droevige sfeer.
De weemoedigheid druipt al van de mooie albumhoes, waarop bij valavond een zwembad zonder water op een verlaten hotelterras wordt getoond. De foto baadt in herfstkleuren en verbeeldt de nutteloosheid en letterlijke leegte waarmee Graefe geconfronteerd werd nadat zijn vriendin hem achterliet. Ondanks de heftige gevoelens die aan de basis van het album liggen, klinkt Marine Life niet al te zwartgallig. Dat komt voornamelijk door de zachte instrumentatie en de vederlichte zang van Graefe, die nog het meest doet denken aan een relatief levenslustige Elliott Smith of een scherpere versie van Kevin Parker (Tame Impala).
Grote stukken van het album speelde Graefe zelf in, enkel op de drums, synths en een occasionele pedalsteel kreeg hij versterking van andere muzikanten. Zijn talent wordt meteen tentoongesteld in opener en single “Almost Morning”, waarop Graefe elk instrument voor zijn rekening neemt en op amper vier minuten een indrukwekkend nummer opbouwt. Meer dan een jengelende gitaar, een hypnotiserend ritme en een melodie die van hoog naar laag meandert heeft hij niet nodig om ons mee te trekken in zijn verhaal. Wanneer uiteindelijk een overstuurde akoestische gitaar invalt en Graefe zichzelf in koorzang gaat begeleiden, wanen we ons in een nummer van Bon Iver. Een ontregelde gitaarsolo laat je ten slotte verbouwereerd achter.
Op de puike singles “Coral Court Motel” en “Dead Reckoner” krijgt Graefe versterking van de hese stem van indie singer-songwriter Katie Von Schleicher. Haar weemoedige toon geeft een warme toevoeging aan de nummers, en doorbreekt de wanhoop en verlorenheid (“Dead Reckoner” verwijst naar de gelijknamige maritieme navigatietechniek, waarbij matrozen zich zonder enig aanknopingspunt proberen oriënteren op volle zee). Doorheen het album weet Graefe met een beperkte instrumentatie sfeer te scheppen. In het mooie “Green and Gold” combineert hij de lichte sound van Becks Sea Change met de mystiek van Sufjan Stevens’ Carrie & Lowell om een slepende ballade te creëren. In het gejaagde “Run Away” wordt een weidser geluid neergezet, met echoënde gitaren en toetsen lijkt Graefe in een grote leegte weg te vluchten om ten slotte in waanzin weg te glijden in de experimentele alt-country van “Honey Boy”.
Graefe brengt op Marine Life persoonlijke nummers zonder dat het ergens saai of klagerig wordt. Dat komt voornamelijk doordat het album een consistent geheel vormt en een globaal verhaal vertelt. In tien nummers doorlopen we samen met hem de verschillende fasen van zijn verdriet; van de wanhoop en verlorenheid in de eerste helft tot de woede en waanzin in de tweede helft, om ten slotte in het schitterende “Run to You” te eindigen met gevoelens van berusting. De meeste pijn zit middenin vervat in het lange instrumentaal nummer “Bathing Griever”. Met regengeluiden op de achtergrond brengt Graefe een droevige melodie op een galmende gitaar. Hij vult aan met ontstemde pianoklanken en dronegeluiden, een huilende lapsteel laat je uiteindelijk met een krop in de keel achter.
Het blijft moeilijk kiezen tussen de vele hoogtepunten op Marine Life. De plaat laat zich het best in één geheel verteren en heeft ook meerdere beluisteringen nodig om echt naar de keel te grijpen. Wij kunnen niet voorspellen of Marine Life in de toekomst het rijtje van tijdloze break-upalbums zal aanvullen naast onder andere Blood on the Tracks (Bob Dylan), Rumours (Fleetwood Mac), The Boatman’s Call (Nick Cave & The Bad Seeds) en 21 (Adele), maar in het betreffende lijstje van 2021 zal Will Graefe hoogstwaarschijnlijk wel terugkomen.