De Britten van Amber Run zijn al actief sinds 2012, maar ze hebben nog maar twee platen onder de arm. De nogal tumultueuze geschiedenis van de groep kan daar wel eens iets mee te hebben; na de release van debuutplaat 5am werden ze uit het niets gedropt door hun label, en twee van de oorspronkelijke vijf leden hebben intussen de handdoek in de ring gegooid. Doorzetten blijkt echter de boodschap, want met Philophobia verschijnt vandaag album nummer drie.
Vorige week vrijdag stonden we in de Botanique om de groep uit Nottingham live aan het werk te zien, en dat we onder de indruk waren is een understatement. Het had nochtans anders kunnen uitdraaien; we hebben al langer het gevoel dat het trio zich soms wat verliest in het groteske, en de eerste vooruitgeschoven singles van deze nieuwe plaat hadden moeite om ons echt mee te slepen.
Het doet ons echter plezier om te horen dat die eerder de uitzondering vormen. Philophobia is zonder twijfel Amber Run volgens het boekje. Af en toe resulteert dat in een ballade die iets te veel uit clichés puurt, maar voor elke song van dat kaliber zijn er drie die ons hart doen smelten. De eerste echte knaller komt in de vorm van “No One Gets Out Alive”, een drie minuten durende existentiële crisis met een machtige gitaarsolo en daaropvolgende climax. De tekst zegt niks nieuws, maar is wel uiterst herkenbaar.
Dat geldt voor zowat alle nummers op Philophobia; naast al vaker behandelde filosofische thema’s is dit vooral een plaat over de liefde geworden, met als eigen insteek dat we ze veel vaker in een negatief licht te zien krijgen. ‘It’s torture to love you’ klinkt het mantra van afsluiter “Worship”, en met die boodschap van gekwelde ziel Joshua Keogh kunnen we ons maar al te goed identificeren. Het is een erg donker en hopeloos einde voor een verder kleurrijke plaat, maar dat vinden we een moedige keuze.
Climactische nummers schrijven kan Amber Run nog steeds als de beste, maar er staan nog heel wat mooie verrassingen op Philophobia. De grootste daarvan moet wel “What Could Be as Lonely as Love” zijn; zo funky hebben we Amber Run nog nooit horen klinken, maar het is een stijl die hen best siert. Ook de dromerige ambientpop van “I Dare You” mist zijn impact niet.
Vreemd genoeg kunnen we na een aantal luisterbeurten constateren dat de eerste singles van Philophobia meteen ook de zwaktepunten zijn geworden. “Affection” is bij momenten bloedmooi, maar het blijft een nogal onderontwikkeld nummer dat een veel grotere impact had kunnen hebben. Ook “Carousel” heeft sterke delen, maar vormt geen al te sterk geheel. Echt vervelen gaat de plaat echter nooit doen.
Op Philophobia is Amber Run vooral Amber Run gebleven, en dat brengt voordelen en nadelen met zich mee. Soms zou wat meer muzikale complexiteit niet misstaan; het is maar al te duidelijk dat we met een drietal getalenteerde muzikanten te maken hebben, dat zich soms wat ons betreft iets te hard richt op de kleinste gemene deler. Wat de groep doet, doet ze echter met verve. En let’s face it: wanneer het allemaal wat tegenzit is herkenbare muziek soms een wondermiddel. We twijfelen er dan ook niet aan dat Amber Run nog vaak in onze luistergeschiedenis zal opduiken.