Zowat een maand geleden serveerde Michael Collins aka Drugdealer ons zijn tweede album, Raw Honey. Een album dat tot de betere psychedelische pop gerekend kan worden en bovendien aangevuld met weloverwogen samenwerkingen. De albumcover is een trouwens een eerbetoon aan het enige werk van de cultband The United States of America. De hang naar het verleden, meer bepaald eind jaren 60 en jaren 70, steekt hij dan ook niet onder stoelen of banken. Hij en zijn band, of collectief zoals Collins het graag hoort, vergezellen ons op deze donderdagavond in de Witfloof bar van de Botanique.
Er is geen voorprogramma voorzien en de eerste geluiden die ons de oren doen spitsen bereiken ons als meditatieve oertrillingen. Michael Collins maant alle aanwezigen aan zich bij het publiek te scharen, maar zegt niet te kunnen vatten hoe deze zaal in elkaar zit. Met zijn talrijke stenen zuilen, is het dan ook geen ordinaire zaal. Het publiek is een greep uit verschillende generaties, niet onlogisch aangezien Drugdealer een brug vormt tussen oude Beatles fanaten en nieuw getogen psychedelica fans. De zaal is ongeveer half gevuld, maar dit staat de intieme sfeer in de broeierige zaal niet in de weg.
Michael Collins, met godzijdank zijn typerende baret op de bol, zal heel de show lang statig achter zijn keyboard blijven zitten. Hij straalt een positief aura uit en aan zijn rechterzijde wordt hij geflankeerd door de man die het merendeel van de zang voor zijn rekening neemt. Sensueel rondkronkelend zingt hij de set op gang met “Do Yourself a Favour”.
Tussenin trekt Collins de lijn van humoristische bindteksten door, ditmaal over de site waar hij zijn bandleden opgescharreld zou hebben, wat een kerel. Op “Thin Lizz” waagt Collins zich voor het eerst aan een zangstonde van aanzienlijke duur. Blijkt dat hij niet meteen de meest begaafde zanger is, al valt dit moeilijk met zekerheid te zeggen omwille van de stevige reverb. Met zijn enthousiasme en natuurlijke charisma laat hij dit echter in het niets verzinken. Ook wat later in de set keert dit fenomeen terug bij “Fools”. In het publiek zit de sfeer goed en men weet Drugdealer steevast met een uitbundige reactie te beantwoorden. Iedereen lijkt ervan overtuigd, dit is goed spul.
“Lonely”, vanop het laatste album Raw Honey, komt live goed tot zijn recht. Wel begint stilaan het gevoel naar binnen te sluipen dat bepaalde songs steeds herhaald worden. Een gebrek aan variatie dat op zijn albums ook durft voorvallen. Hoewel Michael Collins zelf niet centraal staat, houdt hij toch continu de teugels losjes in handen, hier en daar een grapje placerend. Met wat liefde voor de techniekers slaagt men er uiteindelijk in de zaal in duisternis te hullen. ‘Baby I really wanne make you smile’ zingt de flamboyante zanger en vanavond voelt iedereen zich aangesproken. De warme gloed van de typische dromerige songs laat toe heerlijk weg te dromen, zodat we al pijlsnel aan het einde van de show zijn aanbeland. Een lang aanhoudend applaus kan de band ten slotte nog overtuigen even terug te komen voor een bisnummertje.
Op Raw Honey vraagt Michael Collins zich een hoop dingen af: waarom nog creëren? Zijn nieuwe melodieën echt nodig? Eén ding mag hij gerust zeker van zijn: Drugdealer’s passage in de Witloofbar was alles behalve vruchteloos. Als kolibries genoten we van de zoete nectar. Dit is psychedelische pop van de bovenste plank, die iedereen met een gelukzalig gevoel huiswaarts laat keren.
Setist:
Do Yourself a Favour
End Of Comedy
The Real World
Thin Lizz
Lost In My Dream
Lonely
Fools
Baby
Leon
Suddenly