Indiefans uit de late jaren negentig zullen zich Built to Spill vast levendig herinneren. De band rond het nonchalante gitaarspel van Doug Martsch bleek een van de weinige die met een contract bij Warner Bros. nog hun creativiteit kon bewaren. In z’n eerste bestaansdecennium bracht Built To Spill het één na het andere meesterwerk uit, vaak met wisselende line-up. Een van hun legendarische albums uit die periode, Keep It Like A Secret, viert zijn twintigste verjaardag. Daarom kwam Doug zijn perfecte mix van Pavement-pop en Dinosaur Jr. punk celebreren in De Kortrijkse Kreun. Al was het niet zo’n hevige viering: Built To Spill blijkt een legacy act geworden bij gebrek aan vitaliteit.
De voorprogramma’s bestonden uit twee acts die voor onaandachtige zielen jambandjes lijken. Ze namen het net als de hoofdact niet zo nauw met de timing of de correcte tonaliteit. Dit resulteerde soms in interessante klankwolken, maar ook vaak in gezapige brij. ORUÃ is een Portugees powertrio dat bluesrock brengt met een snuifje desert rock. De gitarist beheerste de slordige gitaartechniek die deze avond centraal stond uitstekend en hij paste er gretig vibrato effecten op toe. De drummer had zijn studieboek drumfills vanbuiten geleerd, hij paste ze namelijk één voor één toe op zijn drumkit. Jammer genoeg ging het spel van drum en bass nergens heen terwijl de gitarist zijn eigen spel live samplede. De conceptie van het bandje stond nog niet helemaal op punt.
Slam Dunk zorgde voor een onverwacht leuke wending met hun ritmes die doen denken aan een rock versie van footloose. De bandleden sprongen wild in het rond terwijl ze hun slacker en rockabilly teksten door de micro’s reiden. De drummer stal echter de show met een energieke spel dat niemand die avond kon overtreffen. Verder werd er wat gepalaverd over merchandise en met flesjes gegooid. Wat de visuele actie betreft waren we er hierna aan voor de moeite. Built To Spill klonk best goed, al duurde het even voordat de effectenpedalen zich tot toverdoosjes ontpopten. Het leek alsof de andere muziekanten de nummers niet goed beheersten en daarom enorm moest opletten, ofwel dat ze vermoeid waren en graag wilden slapen. Op dat vlak tasten we in het duister. Om echt te genieten moest je trouwens je ogen dicht doen.
Geen van de vier andere officiële bandleden was immers aanwezig, die waren vervangen door een drietal andere muzikanten. De Kreun zou gerust een derde gitarist op het podium verdragen en ook het optreden zou aan dynamiek gewonnen hebben. Built To Spill’s nummers zijn aanhoudende lagen geluid die zichzelf gaandeweg herstructureren. Dat is moeilijk als je band niet meedoet. Doug verliest helaas stilaan zijn haren en daarmee ook zijn pluimen. Zijn hoofd wiebelde al had hij een of andere nerveuze tik. Dat was op zich niet erg, ware het niet dat dat de enige beweging op het podium was. Ook het publiek bleef bedaard, behalve een enkele zwaaiende hand bij het laatste nummer.
De eerste set bestond volledig uit nummers van het jarige album. Na een lang applaus hoorden we een paar covers en enkele nummers uit andere van zijn platen (niet meteen de bekendste). Hilariteit sloeg snel om in medelijden toen Doug eerst zijn snaar en dan zijn gitaar brak en zich moest beroepen op de Slam Dunk frontman om een instrument te hebben. Gelukkig konden we nog afsluiten van “Carry The Zero”, een van hun beste uit 1999. Doug Martsch is pas 49 jaar jong en kan gitaarspelen zonder te kijken, maar wil dat zeggen dat hij daarom voor geen extraatje mag zorgen? Wij vinden van niet.
Setlist:
You Were Right
The Plan
Center of the Universe
Else
Sidewalk
Bad Light
Time Trap
Temporarily Blind
Broken Chairs
Planned Obsolescence (The Halo Benders cover)
Waterloo Sunset (The Kinks cover) (met Slam Dunk)
Strange
In the Morning
Carry the Zero