Vier jaren gingen er voorbij sinds hun visite bij Steve Albini (Nirvana, PJ Harvey), maar deze Gentse formatie klinkt nog steeds even eigenwijs. In 2018 componeerden ze hun eigen soundtrack voor de Koreaanse film Oldboy. Op RKTKN#3 plukken ze er de vruchten van.
Maak je geen illusies: Raketkanon weet nog steeds waar ze goed in is. De hoek in “Fons” dondert zoals een sumoworstelaar dat van de trap doet. “Ernest” toont een sterk staaltje samenspel en ontaardt in een maalstroom die je helemaal mee zuigt. Of de soundtrack van iemand die net met blote voet op een legoblokje belandt. Miljaar, wat gaat die hard.
Maar, zich volledig in hetzelfde plaatje van het vorige werk wringen was duidelijk niet de bedoeling van de derde plaat. Het is bij nummers zoals “Mélody” dat de band zijn fluwelen kantje in plaats van zijn tanden laat zien. De volumeknoppen teruggedraaid, schuifelend en minimalistisch, maar nooit helemaal het noorden kwijt. Het gouwe ouwe kleurenpallet gebruiken ze nog steeds, nu gewoon met fijnere penselen. En het marcheert.
Al deinst Raketkanon er niet voor terug om met klonters verf te gooien, zoals in het einde van “Lou”. Alleen “Hannibal” doet ons fronsen. De hardcore-invloed klinkt als een gewaagd experiment, maar komt niet verder dan dat. Al toont het wel dat er bij Raketkanon nog steeds een paar vijzen los zitten. Gelukkig maar.
Dat Oldboy er voor iets tussen zit, hoor je bijvoorbeeld in “Robin”. Deze uitgesponnen mantra bengelt als een pendule heen en weer, om dan uit te deinen in het niets. Waar de tweede plaat veel hoekiger uit de bocht vloog, zijn de randen van de nummers nu afgeslepen om als een puzzel in elkaar te vallen. Die precisie bloeit onvermijdelijk voort uit hun soundtrack.
Roll the credits, ik vreet mijn schoen op als deze plaat niet aanslaat.