
© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Had Hans Zimmer, toen hij als jonge snaak van tweeëntwintig achter de toetsen stond in de videoclip van “Video Killed a Radio Star” van The Buggles, enig idee waar zijn pad hem heen zou leiden? Had hij op dat moment ook maar kunnen bevatten dat hij nog geen tien jaar later Frankfurt zou inruilen voor Hollywood en na de doorbraak met de muzikale omkadering voor Rain Man zou uitgroeien tot een van de meest legendarische filmcomponisten aller tijden? Ruim honderdvijftig films heeft de Duitser ondertussen op zijn palmares staan, en daar zitten verdomd iconische stukken muziek tussen die filmharten sneller deden kloppen en nog steeds auditieve herinneringen oproepen. De hand van Maximus die door het koren van Elysium glijdt, de Joker die grijnzend uit het raam van een politiewagen hangt, Simba die Pride Rock beklimt in de voetsporen van zijn vader. Zimmer zorgde steeds voor het muzikale motief dat dit soort iconische momenten hun klankkleur gaf.
Zimmer heeft er een illustere carrière opzitten, maar het live spelen van zijn bekendste composities kwam pas tot uiting in de herfst van zijn carrière. Grappig genoeg speelde de Duitser zijn allereerste concert ooit aan de vooravond van het filmfestival van Gent in 2000, maar dat optreden joeg hem naar verluidt zoveel angst aan dat het tot 2014 duurde voor de maestro het podium nog eens vergastte op een avondvullende show. Dat de componist sindsdien wereldwijd ruim tweehonderd grote arena’s wist te vullen en vlotjes het festivalpodium van Coachella in vuur en vlam wist te zetten, toont in elk geval dat de angst van weleer overwonnen is. Dat Hans Zimmer zich steeds comfortabeler voelt op de bühne, moest tot uiting komen in deze nieuwe tour die The Next Level werd gedoopt, en waarin de levende legende de grenzen van een traditioneel filmconcert laat versmelten met die van een rockshow.
De muziekstukken van Zimmer wekken emoties op, maar toch was het eerste gevoel dat ons bij dit The Next Level overviel, onlosmakelijk er eentje van teleurstelling. Dat kon ook niet anders wanneer de componist onder luid gedonder het podium betrad om de Odyssee in gang te zetten, en we als publiek een podium te zien kregen dat een stuk compacter aanvoelde dan bij vorige tours van de componist. De nadruk bij deze nieuwe show ligt dan ook op de elektronische instrumenten en percussie. Het opulente symfonische orkest met strijkers werd ingeruild voor de studioband van de Duitser, aangevuld met zes hoorns en een bescheiden koor. Waar bij de vorige shows van Hans Zimmer de klassieke instrumenten voor een klanktapijt van tijdloze elegantie zorgden, rustte het grote hef- en tilwerk nu op de schouders van de synthesizer die voor soundscapes zorgde. Voor filmfans die opgegroeid zijn met de orkestrale composities van de man, en die gehoopt hadden op de overtreffende trap van de vorige shows, voelde dit The Next Level initieel vooral aan als een stap terug.

© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Voor een paar grote klankkasten vol lichtjes en draden en onder vrij indrukwekkende lighting rigs, namen Zimmer en co ons mee naar de straten van Gotham, de compositie repetitief opbouwend met de synthesizers. Eventjes leek het wel alsof we op een concert van Kraftwerk waren beland. De dissonante effecten maakten meteen duidelijk dat puristen die gekomen waren om hondstrouwe versies van de soundtrack te horen, een vrij pittige avond tegemoet gingen. Deze show zou vol herwerkingen van bekende nummers zitten. Wie de knop echter wist om te schakelen, voelde zich, wanneer de percussie en rauwe gitaren de bovenhand namen tijdens het “Why So Serious?”-segment, vakkundig bij het nekvel gegrabbeld worden. Je voelde de dreiging aanzwellen en culmineren in een bas die je raakte alsof een dolgedraaide clown met een tientonner je net van de weg had proberen te rammen. De muziek van Nolans film pulseerde als een elektrische draaimolen door de ING Arena. Het tekende voor een opening die alle subtiliteit overboord gooide en bij momenten zelfs flirtte met onaangename hevigheid, maar tegelijk ook iets impressionants had.
Van Gotham naar Arrakis is maar een hink-stap-sprong voor Hans Zimmer, en als we heel eerlijk zijn, waren we ook best blij die sprong te maken. “Paul’s Dream” omarmde de elektronische elementen een stuk zachter dan de opening deed, en de etherisch aandoende zang van Loire Cotler werkte haast bezwerend. Toen we wederom in de sfeer van superhelden werden gebracht, met de Man of Steel-suite, had de Duitse grootmeester ons eindelijk helemaal ingepalmd. Het is altijd al een klassieke, grootse soundtrack geweest, passend bij het heroïsche van Superman, en ook in de ING Arena voelde je hoe het publiek erdoor ingepakt werd. Die elegante, op de zachte strijkers drijvende opbouw, die vervolgens vergezeld werd door de percussie en de hoorns. Je voelde het bouwen en bouwen en groeien, en plots was daar die elektrische gitaarsolo van Guthrie Govan. Minutenlang soleerde de vaste gitarist van Zimmer onder de spotlights, op een manier die af en toe vervaarlijk dicht tegen de foute rock van de jaren tachtig ging aanleunen, maar finaal wel recht je ziel insneed. Het was de eerste keer deze avond dat de kleinere schaal omgebogen kon worden naar grotere emotionele hoogtes.

© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Dat een solo niet noodzakelijk een beklijvend hoogtepunt oplevert, kwam tot uiting tijdens “To Every Captive Soul” uit het barokke Hannibal. Het stuk leunde haast uitsluitend op de cello van Mariko Muranaka. Nu is Mariko wereldklasse in haar vak, maar na bijna een uur met brede penseelstreken op het muzikale canvas geschilderd te hebben, voelde het allemaal even te klein aan om de arena te vullen, hoe indrukwekkend haar reusachtige rode jurk ook mocht zijn vanuit een visueel standpunt. Het voelde vooral als een adempauze voor de band en het publiek, niet als een memorabel stuk muziekbeleving. Dan was het speelse stukje banjo dat Nile Marr (zoon van uiteraard) ter ere van Sherlock Holmes iets later ten beste mocht geven, een betere inzet van talent. Ook Gladiator nam wederom een prominente plek in tijdens het eerste blok van de show, op papier grootser dan ooit. Ter ere van het zilveren jubileum van de film kreeg de muziek van Ridley Scotts sandalenklassieker bijna twintig minuten om te schitteren. Je voelde in dit deel van de show echter het meest het ontbreken van dat uitgebreide orkest, met de synths die verrassend veel van het gemis moesten compenseren. Dat lukte maar gedeeltelijk. De zang van Lisa Gerard bracht gelukkig nog genoeg warmte om de ietwat kille instrumentatie te maskeren.
Na de pauze ging Zimmer op hetzelfde elan verder met “Dream Is Collapsing” uit Christopher Nolans dromerige heist-thriller Inception. Dat waanzinnig heftige strijkersarrangement kwam gewoon minder krachtig over in een arena, toen Zimmer het met een elektronische doos en een handvol aan muzikanten probeerde te evoceren. Bij “160 BPM” uit Angels & Demons pakte de mayonaise dan weer veel beter. De films rond Robert Langdon mogen dan wel oersaai geneuzel zijn, op de soundtracks van Zimmer valt weinig af te dingen; ook de soundtrack van The Da Vinci Code in het eerste deel had namelijk al voor een hoogtepunt gezorgd in de ING Arena. Een andere notoir slechte film is uiteraard Pearl Harbor, een soundtrack waar Zimmer zelf van toegeeft dat het verre van zijn beste werk is. De grote reden waarom het echter in de show zit, is omdat het een van de favoriete stukken van Zimmers echtgenote is,. In de ING Arena was het makkelijk om te doorgronden waarom: de muziek was namelijk ouderwets romantische Hollywoodmeligheid die ons bijna in slaap wist te wiegen. De racende elektro van het gloednieuwe “F1” schudde ons echter meteen terug wakker. De muziek was overduidelijk gecomponeerd met synths in gedachten, waardoor de soundscapes een stuk authentieker de zaal in vlogen dan bij sommige eerdere stukken.

© CPU – Nathan Dobbelaere (archief)
Niet alles wat Hans Zimmer en zijn band tot leven brachten op het podium, wist dus het muzikale vuur te doen ontbranden, maar de echte hoogtepunten zaten gelukkig nog in de pijplijn. Na het behoorlijk inwisselbare Beyond Rangoon was het namelijk de beurt aan die derde grote klassieker van Christopher Nolan: Interstellar. De emotie van het stuk kwam bloedmooi tot uiting en bereikte een gevoelig crescendo toen de arena in sterrenlicht werd gebaad en een als levende discobal vermomde acrobate haar kunsten demonstreerde boven de hoofden van het publiek. Ook de ronduit iconische oerkreet waarmee Lebo M ons meenam naar de Afrikaanse savanne voor The Lion King, zorgde onvermijdelijk weer voor kippenvel.
Het verhaal van Simba heeft onmiskenbaar een grote betekenis voor veel mensen en kreeg ook nu weer een ruim kwartier om te beklijven. Vooral de apotheose van de suite raakte je recht in het hart en gaf je alle rauwe emoties die gepaard gaan met een film die voor velen in de arena vormend was tijdens het opgroeien. De gemiste kansen en rare kronkels in het concert van Hans Zimmer werden op dat moment eventjes weggespoeld door ontroering. Ook het laatste grote segment, volledig in het kader van Pirates of the Caribbean, was een schot in de roos. Ook hier gaf de elektronische impuls de muziek een ander aspect, dat dit keer wel werkte. Zo werd “The Kraken” een behoorlijk ruig beest dat de lijn tussen filmconcert en rockshow deed vervagen, om uiteindelijk toch uit te komen op de klassieke cello die de komst van Jack Sparrow aankondigde. Hier voelde je uiteindelijk maar al te goed wat Hans Zimmer wilde bereiken: een geslaagd huwelijk tussen elektronische vernieuwing en klassieke tradities. Het was een wat hobbelige weg erheen, maar uiteindelijk was de Duitser in de finale in zijn doel geslaagd.
Het gevoelige “Time”, sinds jaar en dag de vaste afsluiter voor Zimmer, bracht ons nog een laatste keer langs Inception. Hoe groots, verwarrend en overdonderend de maestro aan zijn wat chaotische reis was begonnen, zo klein en fragiel sloot hij ze af. Gezeten aan een piano speelde hij de breekbare melodie. Meer dan een paar ivoren toetsen had Zimmer uiteindelijk niet nodig om de ING Arena een laatste keer collectief muisstil te krijgen. Het contrasteerde enorm met de overdaad aan geluid en tierlantijntjes van de bijna drie uur ervoor, en illustreerde finaal dat de overtreffende trap niet altijd nodig is om te imponeren. Hans Zimmer wist in de ING Arena dan ook nog het meest tot de verbeelding te spreken wanneer hij niet voor The Next Level probeerde te gaan en de arrangementen voor zichzelf liet spreken.
Op donderdag 19 maart doen Hans Zimmer en zijn band de muzikale reis nog een keer over in de AFAS Dome.






