The Garden heeft als duo al verschillende levens doorlopen. Sinds de oprichting in 2011 heeft de band ze niet alleen verschillende gedaanteveranderingen doorgemaakt, ook de muziek is doorheen de jaren blijven evolueren. Die volledige artistieke vrijheid gaven de leden zelfs een eigen term, genaamd ‘vada vada’, en dat is als mantra ook veertien jaar later nog steeds brandend actueel. The Garden is gaandeweg zelfs nog ongrijpbaarder geworden en daar speelt het duo lustig op in. Ondertussen is de groep bij een heel divers publiek een begrip geworden en kijkt niemand meer scheef op als ze op affiches van Coachella, Outbreak of Rock am Ring staat. Deze maand mag ze Turnstile vergezellen op diens Europese tour en om tijdens de vrije dagen niet doelloos rond te reizen, werden de gaten kortdag ingevuld met een handvol shows. Gisteren trok The Garden naar Kavka Zappa waar het met een absurd harde set overdonderde en verblufte.
Veel digitale sporen heeft Silk als band nog niet achtergelaten en daarom zakten we mooi vroeg af om het te leren kennen. Anders dan de uitstraling doet vermoeden, is viertal niet ontstaan ergens tussen London en Brighton, maar wel tussen de Duitse steden Düsseldorf en Keulen. Aanvankelijk vonden we Silk redelijk houterig en verstrooid klinken, maar eenmaal het na tien minuten sneller en harder begon te spelen, vonden we de groep wel groeien in zijn set. Af en toe deden de leden ons met hun punkattitude denken aan Amyl and The Sniffers of Mannequin Pussy. De zekere robuuste sound kreeg gisteren nog geen moshpit voor elkaar, maar het hielp wel om de oren op scherp te zetten en voor knikkende hoofden te zorgen. Het enige wat Silk nu nog wat mist is een nummer waarmee het alles en iedereen omver kan blazen, al zal dat wel volgen naargelang het meer ervaring opdoet.
Er waren heel wat mensen uit verschillende windrichtingen afgezakt naar Kavka Zappa. Het is dan ook eerder een rariteit dat The Garden afzakt naar Europa. Wie de band dus aan het werk wil zien, moet het telkens stellen met een handvol shows om uit te pikken. Het resulteerde in ieder geval in een brede waaier aan verschillende talen die tijdens de change-over te horen waren in het geroezemoes. Voor zover clichés er zijn, bij The Garden zijn deze alvast niet van toepassing. Klokslag negen uur liet het de “1 Strange Night Intro” door de luidsprekers schallen om toch op een ietwat mysterieuze toon hun opkomst in te luiden. Hun eerste show op Belgische bodem in bijna een decennium begonnen de Amerikanen met het energieke en tegelijk heerlijk absurde “Horseshit on Route 66”. Wyatt Shears ramde met brute kracht op de snaren van zijn basgitaar, terwijl zijn broer Fletcher Shear het tempo nog wat strakker in het vizier nam achter zijn drumstel. The Garden had alle tijd van de wereld, maar verkoos toch om geen seconde onbenut te laten. Zonder te mokken lieten de twee geen tijd tussen “AMPM Truck” en “Filthy Rabbit Hole”, en overweldigden ze zo al tijdens de eerste minuten van het optreden.
Af en toe kwam Fletcher Shear achter zijn drumstel vandaan en dat was steeds met gegronde redenen. Tijdens “What Else Could I Be but a Jester” nam hij bijvoorbeeld zelf de micro in de hand en vervoegde Wyatt hem in een iets meer secundaire rol. Ook tijdens “Ballet”, een van die meesterstukken van Six Desperate Ballads, bleef hij bedrijvig op het podium heersen. Het publiek had er klaarblijkelijk ook zin in en ging aardig los op de stevige beat. Fletcher Reacher ging zelfs even op de luidsprekers staan om van daaruit nog net iets bedrijviger de meute te kunnen opjutten, met succes. Als ‘luchtig’ tussenstuk tussen het brute gitaargeweld was dit best wel welgekomen, al bleef het tempo wel onverbiddelijk hoog. Eenmaal terug met de vertrouwde drumstokken in de hand toverde hij voor “OC93” ook nog een best obscure drumsolo uit zijn mouw, waarna Wyatt Reacher met zijn basgitaar en gortdroge vocals voor een heerlijke herrie zorgde. Het verschroeiende tempo werd zo snel ook niet meer opgegeven, want met “Haunted House on Zillow” en “Freight Yard” schoot het volume nog meer de hoogte in.
Afgelopen week loste The Garden een gloednieuw nummer en dat kreeg meteen ook een plaats op de papieren setlist. “Ugly” had op voorhand toch wel wat luisterbeurten nodig en kon live omwille van zijn energie en pottig karakter ook best wel scoren. Het zet de deur voor een beenhard nieuw album opnieuw wagenwijd open, al wil The Garden daar zelf nog niet te veel over kwijt. Liever speelde het ook een paar fanfavorieten zoals het lekker luide “Man of the People” en het met een demonische lach ingeleide “Hell Hole”. Bij die laatste ging The Garden over elke geluidsgrens en trok het in een onwaarschijnlijk straf einde een muur op waar het zelf ook niet meer over zou geraken. Heel straffe kunst. En het opvallendste van al is dat de twee bleven spelen zonder de technische perfectie te willen vastklampen. Het draaide meer om de levendigheid van het moment en dat ademden ze in elke noot en toon dubbel en dik in en uit.
Je zou kunnen stellen dat de Amerikaanse broers graag dwarsliggen, maar ze doen het in ieder geval niet om een statement te maken. Ze spelen en leven op het podium nu eenmaal in het moment en dan is het niet zo gek dat ze zelfs even van hun eigen setlist afwijken en er gewoon op gevoel een paar nummers tussengooien. Gisteren sloop op die manier “Puerta de Limosina” in het concert en dat was een keuze die we omwille van de harde drums alleen maar konden toejuichen. Er flitsten nadien nog een paar ‘evidenties’, zoals het bijna niet te volgen “Gift” en “:(“. Je moest goed opletten, want voor je het wist zaten de nummers er al op.
Tegen het einde wilden ze een iets melodieuzere kant laten horen met “Open Hearted”, al was het enthousiasme van het publiek vooral tijdens “Chainsaw The Door” nog eens voelbaar. De jonge garde koos bewust haar momenten en moshte er overigens duchtig op los waar zich aangelegenheden aanboden. De bisronde begon met een flardje van “U Want the Scoop?”, maar uiteindelijk was het aan grootste kaskraker “Thy Mission” om het concert met veel energie en daadkracht tot het einde te brengen.
Punk? Rebellie? The Garden bracht in Antwerpen gewoonweg ‘Vada vada’ in zijn puurste vorm. Geen gedoe en gewoon in vijftig minuten alles kapot spelen wat je kapot kan spelen. De gebroeders maakten zelf weinig tijd voor gekeuvel met het publiek, al hoort dat nu eenmaal ook bij hun ietwat mythische voordoen op het podium. Als tussendoortje van hun rondreis met Turnstile zal het hen ongetwijfeld deugd hebben gedaan om voor een volle Kavka Zappa vol gelijkgezinden hun ding te kunnen doen. Hun eigenzinnige aanpak en coole attitude zal bij ons in ieder geval nog even nazinderen en daarom hopen we ook gewoon zeer dat we ze snel nog eens aan het werk kunnen zien.
The Garden staat maandag in het voorprogramma van Turnstile in AFAS Live in Amsterdam. Komende zomer staan ze tevens op het uitverkochte Rock am Ring.
Setlist:
1 Strange Night Intro
Horseshit on Route 66
AMPM Truck
Filthy Rabbit Hole
What Else Could I Be but a Jester
Ballet
OC93
Haunted House on Zillow
Freight Yard
Ugly
Man of the People
At the Campfire
Hell Hole
Pueta de Limosina
🙁
Open Hearted
Chainsaw the Door
U Want the Scoop?
Thy Mission







