InstagramLiveRecensies

Rock Werchter 2025 (Festivaldag 2): Geslopet en gesloopt worden

© CPU – Marvin Anthony

Helemaal op het einde van festivaldag twee werd de derde al voor de zoveelste keer onthoofd. Sam Fender geeft (ook al voor de zoveelste keer) verstek, en zo springt Nothing But Thieves in de bres. Maar goed, we hadden eerst nog een vrijdag voor de kiezen en daarin viel vooral één ding op: The Slope was de place to be. Fat Dog, Joey Valence & Brae, Boston Manor… ze braken stuk voor stuk de boel helemaal af. Verder viel vooral de drukte op het terrein op, zeker bij artiesten als Arsenal, Warhaus, Celeste, Simple Minds en Lola Young. Een zonovergoten tweede festivaldag was er met andere woorden wederom een meer dan aangename, waar sfeer en plezier er vaker wel dan niet van afstraalden.

PVRIS @ Main Stage

© CPU – Peter Verstraeten

PVRIS begon ooit als vijftal, maar tegenwoordig blijft alleen nog frontvrouw Lynn Gunn over met een drummer aan haar zijde. Ondanks dat de singer-songwriter een hele hoop instrumenten bespeelt, hield ze hier haar gitaar stevig vast voor een harde set. In het begin werd er gerapt en geroepen, zoals Linkin Park gisteren afsloot, maar later werd er ook meer gezongen. Zonder veel gebabbel of poespas knalde het duo het ene stevige nummer na het andere ertegenaan, waarbij “Hallucination” eventjes een meer poppy kant liet zien. Dat werd goed onthaald, maar zo ook steviger materiaal als “My House”. Na verloop van tijd viel PVRIS toch in een eentoniger patroon waarbij we aanvoelden dat Gunn wat meer te bieden had. Wat gebracht werd; dat kwam wel met de nodige kracht en stevigheid aan, waardoor het openingsoptreden toch goed binnen kwam.

DIKKE @ The Barn

© CPU – Marvin Anthony

‘Ga-ga-ga-ga Gasolina!’: DIKKE staat de laatste maanden serieus onder stoom en ziet bijgevolg zijn publiek exponentieel groeien. De man werd in het verleden wel eens spottend omschreven als een van de zwaargewichten in de Belgische hiphop, maar dat gebruikte Mohamed Eddahbi Agounad als brandstof om nog harder te vlammen. Intussen heeft hij zelfs een heuse liveband om zich heen weten te verzamelen, waardoor The Barn op dag twee meteen met een feestje werd geopend.

Al snel werd namelijk duidelijk dat DIKKE een fantastische evolutie heeft doormaakt als artiest. Hij stond er, meer dan ooit, met een behoorlijke productie die meteen zijn vruchten afwierp. Uit “Laat Me FF” vloeide een duel met zijn gitarist voort en ook qua beleving voelden we aan alles dat de Limburger er gigantisch veel goesting in had. Binnen de kortste keren kreeg hij de meer dan behoorlijk volgelopen tent aan het bouncen, maar die gemoedelijke sfeer sloeg niet veel later helemaal om. DIKKE vervolgde zijn set namelijk met een van de pakkendste Palestina-speeches die we al hoorden, door de lijn door te trekken naar zijn angst om een kind te krijgen en om dat te laten opgroeien in deze wereld. Mo kreeg The Barn muisstil, waardoor “Beef Met Mezelf” met Mathieu Terryn nog net dat tikkeltje harder binnenkwam. Maar zoals gezegd was DIKKE vooral afgekomen om te vlammen. Letterlijk, want met “Zes In De Ochtend” schoot het vuur met metershoge steekvlammen de tent in en raakte de sfeer alsmaar meer verhit. De moshpits raakten buiten proportie en voor we het wisten had “Paris Hilton” The Barn omgetoverd tot het betere Limburgse jeugdhuis op steroïden.

Alles mocht met andere woorden kapot, en da’s iets dat je DIKKE geen twee keer moest vragen. Afsluitend duo “ALLES DIK” / “Gasolina” brandde de tent definitief aan flarden en dat deed de man zienderogen wat. Dankbaar, ontroerd en vooral trots. En dat meer dan terecht. DIKKE was méér dan dik in orde.

DIKKE staat deze zomer nog op Zeverrock (9 augustus), Magic Island (10 augustus), de Lokerse Feesten (10 augustus) en het Schippersweekend (14 september). Later dit jaar staan er clubshows in De Warande (6 november), Kunstencentrum VIERNULVIER (13 november) en De Roma (14 november) op de planning.

The Scratch @ The Slope

© CPU – Peter Verstraeten

The Scratch had wellicht de kortste werkdag van deze editie. 25 minuten speeltijd werd de mannen gegund als opener van The Slope; niet zo gek lang dus voor een gezelschap dat helemaal uit Dublin kwam overgevlogen. Weinig tijd dus om met hun olijke, zelf betitelde ‘akoestische metal’ een mooi gevuld plein te onderhouden. Het vijftal ging voor sfeer en het duurde niet lang vooraleer er een heus Iers volksfeestje losbarstte. De nummers klonken potig en hadden tegelijk het spelplezier dat de heren uitstraalden op het podium. Voor het podium werd het wilder en wilder, wat voor het uur van de dag al best een opvallend gegeven was. Een rammend einde deed ons in ieder geval snakken naar nog meer The Scratch en het goede nieuws is dat we daarvoor dit najaar naar Antwerpen kunnen gaan.

Op dinsdag 25 november staat The Scratch in Kavka Oudaan in Antwerpen.

Sylvie Kreusch @ Main Stage

© CPU – Marvin Anthony

‘Hocus pocus abracadabra’ en voilà, Sylvie Kreusch betovert de weide van Rock Werchter met haar indierock. De artieste bracht een compacte, uptempo set gevuld met hitjes waardoor de sfeer meteen goed zat en er al wat werd meegezongen met opener “Hocus Pocus”. Al snel volgde het nieuwe “Cloud 9”, wat toegegeven wat moeilijker ontvangen werd, maar Kreusch zou Kreusch niet zijn als ze zich niet meteen herpakte. Met haar excentrieke (en eveneens fantastische) witte glitter- en verenoutfit wandelde Sylvie van uithoek tot uithoek en over de catwalk om iedereen zoveel mogelijk mee te krijgen. Een aanstekelijke meezinger als “Walk Walk” kwam op zo een zomerse grasweide natuurlijk nog iets beter binnen, maar duo “Just a Touch Away” en “Please to Devon” gingen zoals gewoonlijk in de overtreffende trap.

De energiebommetjes deden de Raging Redhead en haar band (met een nieuwe bassiste overigens) nog wat harder spelen. Dat de leden elkaar goed aanvulden, was intussen een evidentie geworden met twee toetsenisten en leuke en frisse achtergrondzang doorheen de set. Gitarist Jasper Segers wist dan weer zijn momentjes te pakken met een sterke solo hier en daar zoals op het einde van slotsong “Comic Trip”. Het hitje werd, zoals de rest, extra energiek gespeeld en Sylvie Kreusch zweepte met haar indierockhits het aanwezige publiek op. De Main Stage kan voor sommige bands wat moeilijk vallen, maar Kreusch liet zich er niet door doen. Geen compacte energiebom in een tent deze keer, maar wel een show die bewees dat Sylvie Kreusch het hoofdpodium van Rock Werchter waardig is.

Sylvie Kreusch staat deze zomer nog op Cactusfestival (12 juli), Dour (19 juli), de Lokerse Feesten (7 augustus), Marktrock Leuven (23 augustus) en Crammerock (6 september). Later dit jaar staan clubshows in Boxx42 (19 september) en het Koninklijk Circus (2 november) op de planning.

Thee Sacred Souls @ KluB C

© CPU – Peter Verstraeten

We konden wat liefde gebruiken op de tweede festivaldag en doken daarvoor de tent in met Thee Sacred Souls. Volbloeds liefdesmessias Josh Lane liet zijn band de opwarming doen en kwam pas een vijf minuten diep in de set het podium op om “Love Comes Easy” in te zetten. De zachte soulklanken gingen vlotjes binnen, al was het publiek zeker in het begin nog wat rumoerig. Na “Lucid Girl” en “Will I See You Again?” ging de weg naar het hart gewoon verder met nog meer blazers en liefde. Lane wou niet weglopen op “Running Away” en nam tijdens “It’s Our Love” een bad in de menigte. Dat laatste was een slimme zet, want daarmee had hij opnieuw de aandacht van het publiek. Tussen de nummers door riep de frontman ook op om meer humaan te zijn; een boodschap waar we ons alleen maar in kunnen vinden. Laatste nummer “Can I Call You Rose?” waagde nog een poging om de haartjes op onze armen recht te krijgen, maar de warme temperaturen zorgden ervoor dat het niet helemaal lukte. Thee Sacred Souls schonk liefde aan Werchter en stuurde ons met een vol hart door naar een ander optreden.

Berre @ The Barn

© CPU – Marvin Anthony

Tussen alle rock en pop blijft er natuurlijk ook ruimte voor de gevoeligere liedjes over onze emoties, en daarvoor konden we bij Berre langsgaan. De singer-songwriter nam al deel aan The Voice Kids en Regi Academy en scoort tegenwoordig best wat hitjes met zijn mooie stem en oprechte teksten. Die teksten werden meer dan eens meegezongen, zeker wanneer Berre er om vroeg. “Running” en “Happier” werden op die manier hoogtepunten waarbij er ook geklapt werd en na die tweede gaf het publiek een extra luid applaus aan de dankbare zanger. Berre gaf toe stress te hebben voor zijn concert op de vijftigste editie van Rock Werchter, maar wilde zichzelf ook extra uitdagen door voor het eerst live piano te spelen. Zijn kwetsbare stem kwam er hierdoor nog beter uit vooraleer er met “Thrill of It All” een finaal hoogtepunt werd bereikt. De sitdown werd een groot succes en eigenlijk was Berres set ook niet minder dan succesvol te noemen. De zanger was goed bij stem, de nummers werden goed gebracht en het enthousiasme van het sfeervolle publiek viel niet te ontkennen.

Berre staat deze zomer nog op Thor Park Live (19 juli), Beach Festival Nieuwpoort (20 juli), Suikerrock (1 augustus), Koekelare Leeft (7 augustus), Ville En Vert (13 september) en Pukema (20 september).

jasmine.4.t @ The Slope

© CPU – Peter Verstraeten

Ja, jasmine.4.t is enerzijds bekend geraakt omdat ze muziek uitbrengt onder Phoebe Bridgers’ Saddest Factory Records, en zo dus ook een beetje schuilt onder de vleugels van boygenius. Langs de andere kant maakt ze echter (en vooral) ook heel goede muziek, te beginnen met haar debuutalbum You Are The Morning. Een onontgonnen parel die haar na een tour in het voorprogramma van Lucy Dacus nu ook naar de festivalpodia heeft gebracht. Alleen weten we tot op heden niet of The Slope voor Jasmine Cruikshank de ideale plek was en daar waren we blijkbaar niet alleen in.

Het veld voor het hellend vlak was namelijk vrij pijnlijk leeg bij opener “Guy Fawkes Tesco Dissociation”, waarin meteen ook opviel dat jasmine.4.t niet meteen de beste zangeres is. Het was zelfs zo dat de Britse vaker wel dan niet op het valse af zong, waardoor we binnen de kortste keren het idee kregen dat ze haar prachtige debuutplaat zelf wat naar de zak hielp. Een “Skin on Skin” verdronk, ondanks de poging tot groteske rocksound, volledig in zichzelf en ook hitje “Elephant” ging zienderogen kopje onder. Dat jasmine.4.t ondertussen aan een nieuwe langspeler werkt, is op papier misschien leuk nieuws, maar afgaande op het nog te verschijnen streepje muziek dat ze gisteren bracht, temperde ze eigenhandig de verwachtingen. Nee, dit was zelfs niet met de beste wil van de wereld ook maar een beetje goed te noemen, en dat met pijn in het hart.

jasmine.4.t staat op donderdag 30 oktober in het Wintercircus.

Wet Leg @ Main Stage

© CPU – Marvin Anthony

On the chaise long, all day long! Wet Leg is terug van weggeweest, en die comeback klonk aanvankelijk veelbelovend. Nieuwe single en opener “catch these fists” viel erg in de smaak, waarmee de Britse dames de zonovergoten weide onmiddellijk meehadden. Daarna volgde een reeks nummers van de zelfgetitelde debuutplaat, die intussen al enkele jaren meegaat. Dat “Wet Dream” en “Ur Mum” erbovenuit staken, was vooral te danken aan hun bekendheid ten opzichte van de rest van dat album. Over het algemeen gleed het optreden wat eentonig voorbij. Rhian Teasdale oogde zeker speels en energiek op het podium, terwijl Hester Chambers opvallend hard in een hoekje op de achtergrond verdween, maar het duo verloor kracht door het gebrek aan variatie. Wet Leg bleef dus grotendeels bij haar vertrouwde formule: catchy gitaarrifs, nonchalante vocals en tussendoor eens een schreeuwtje – wel leuk, maar weinig verrassend. Publieksfavoriet “Chaise Longue” resulteerde in een piekje, maar tijdens nieuwe single “CPR” die daarop volgde als afsluiter bleek dat hoogtepunt duidelijk van korte duur. Wet Leg bewees op de Main Stage dat het na een periode van radiostilte nog steeds een volle festivalweide kan bespelen, al ontbrak het verrassingselement om die terugkeer memorabel te noemen.

Wet Leg staat op zondag 2 november in de Ancienne Belgique.

The Backseat Lovers @ KluB C

© CPU – Peter Verstraeten

Gevoelsmatig staat The Backseat Lovers een beetje uit het niets op prominente festivals, maar dat is natuurlijk niet helemaal waar. Het viertal uit Utah maakt namelijk zo’n gemoedelijke indierock, dat een plekje in eender welke noemenswaardige gezellige Spotify-playlist eerder een regel dan een uitzondering is. Honderden miljoenen streams zijn met andere woorden hun doel en hoewel dat daarom niet altijd meteen gelijk staat aan een goed concert, bewees ‘de band die voor de helft bestond uit snorren’ ons dat dat niet altijd zo hoeft te zijn.

De KluB C was namelijk al van bij het begin helemaal volgelopen voor het viertal en dat enthousiasme straalde ook af op de band zelf. Frontman Joshua Harmon zag de tent zijn nummers massaal meezingen en besloot daarom om met de glimlach nog ietsje meer zijn best te doen. De bluesy solo’s die in de eerste minuten van de band rolden alleen al bevestigden dat The Backseat Lovers een ideale namiddagset aan het neerzetten was. Hier en daar zakte het weliswaar wat in door gebrek aan variatie of doordat het een nog te verschijnen song betrof, maar de Amerikanen verloren nooit het evenwicht. Een soort gemoedelijker Parcels, opgebouwd uit chille vibes en met een vleugje Two Door Cinema Club; om maar te zeggen dat de sfeer opperbest was. Een minutenlange ovatie was het antwoord op “Kilby Girl” en dat was voor de band het teken om nog wat tandjes bij te steken. De euforie hing in de lucht, de vloer daverde: dit was een erg fijne set.

Mark Ambor @  The Barn

© CPU – Peter Verstraeten

In een wereld waarin TikTok steeds vaker de hitlijsten dicteert, schieten de one-hit-wonders als paddenstoelen uit de grond. Mark Ambor is er daar eentje van: “Belong Together” hebben we al (iets te) vaak horen passeren op sociale media, van de rest van zijn discografie blijft het voorlopig vooral bij een groot vraagteken. De singer-songwriter uit New York verzette zich echter met man en macht tegen dat vooroordeel en bewees in een volle The Barn dat hij veel meer in zijn mars heeft dan die ene monsterhit. Zijn muziek was misschien niet de meest vernieuwende die we dit weekend al hoorden, maar de Amerikaan bracht wel een fijn feelgoodsfeertje met een zomers randje in de tent. Bovendien bleek het zelfs totaal niet erg om geen enkel nummer buiten die eerdergenoemde megahit te kennen, want ze klonken allemaal wel vrolijk en tof genoeg om mee te bewegen. Daarbij mag ook gezegd worden dat het enthousiasme en charisma van de zanger gewoonweg ontwapenend werkte. Dat werd nog eens onderstreept toen hij zich gezellig op het randje van het podium nestelde voor een gemoedelijke cover van “Use Somebody”, zodat we toch nog een beetje Kings of Leon te horen kregen dit weekend. Kortom, wij laten dat vooroordeel rond Mark Ambor voortaan weg.

Bad Nerves @ The Slope

© CPU – Marvin Anthony

Bad Nerves mag deze zomer mee op tour met Weezer en ‘het toeval’ wilde dat het op Rock Werchter een slot net voor hun tourcollega’s mocht spelen. Er was best wat volk naar The Slope afgezakt en dat met maar een missie: compleet los gaan op de ‘fast music’ van de groep uit Essex. Bobby Nerves is de laatste jaren enorm gegroeid in zijn rol als frontman en nam het publiek vrijwel meteen op sleeptouw tijdens “Baby Drummer”. Terwijl zijn bandgenoten strakker dan strak speelden, bracht hij met zijn enthousiasme nog wat meer vuur in het optreden. Het publiek was ook op afspraak en liet tijdens bijvoorbeeld “USA” een gigantische stofwolk over The Slope trekken door al het gemosh. Hun ‘snelste’ nummer “Antidote” zorgde in nog geen twee minuten voor wilde taferelen en onderstreepte dat Bad Nerves de perfecte band was voor The Slope. Het laatste nummer “Dreaming” was allesbehalve dromerig en was de laatste muilpeer die de band uitdeelde. Voor dergelijke optredens maak je gewoon de verplaatsing naar Werchter.

Weezer @ Main Stage

© CPU – Peter Verstraeten

Weezer moet het niet van zijn looks hebben, maar daarvoor heeft het wel een vat aan hits en humor die dat gebrek ombuigt naar iets dat al 32 jaar gewoon mensen aanspreekt. Onder Californische weersomstandigheden voelde de groep zich duidelijk in haar sas. Het tempo hielden de leden in het begin echter gemoedelijk, want zoals ze zelf ook weten; vroeg pieken is nooit een goed idee op een hoofdpodium. Weezer staat er ook om bekend om tijdens zijn nummers eens wat zaken aan te passen. Zo werd “Troublemaker” gefusioneerd met “Dope Nose” en veranderde het doodleuk een stukje uit “Beverly Hills”. Het zijn dergelijke minder subtiel verstopte paaseitjes waar Weezer zijn fans een klein pleziertje mee weten te doen.

Rivers Cuomo dacht dat de weide van Werchter in Brussel lag, maar gelukkig was het concert toch nog net iets beter dan hun geografische kennis. Weezer komt er nog net iets beter mee weg dan menige hiphopper, al dankt het dat ook vooral aan het nostalgisch gevoel dat het met zijn nummers over de weide strooide. “Island in the Sun” gaf zelfs sommige fans goesting om een rondje te gaan (crowd)surfen. Na “The Good Life” en “Say It Ain’t So” kon die ultieme meezinger niet achterblijven. “Buddy Holly” kreeg de schorre stembanden van het publiek nog meer schor. Als apotheose van een gewoonweg degelijk festivaloptreden zorgde de evergreen voor een goed humeur voor we de avond indoken.

Celeste @ KluB C

© CPU – Marvin Anthony

Het voelt een beetje dubbel om te zeggen, maar we hebben het gevoel dat Celeste haar carrière nieuw leven moet inblazen dezer dagen. De zangeres nam een vliegende start, maakte indruk en reeg de hitjes aan elkaar, maar haar debuutalbum werd serieuze stokken in de wielen gestoken door de Covid-periode. Een bijbehorende tour kwam dan ook nooit echt van de grond en de Britse verdween totaal ongewild een beetje van de radar. Tot nu, want een paar weken geleden kondigde ze vol trots haar tweede langspeler aan, en enkele festivals krijgen nu de eer om daar een eerste glimp van op te mogen vangen.

En dat mag vrij letterlijk genomen worden, want Celeste speelde op een klein uur tijd nagenoeg enkel en alleen onuitgebrachte nummers. Op papier is dat een cool concept, zeker omdat het ook wel goed begon, van bezwerende westernsoul naar een ruwer randje. Alleen werd al snel duidelijk dat de Britse een zekere ongemakkelijkheid uitstraalde en schijnbaar zo ver mogelijk van het podium wilde staan. Dat resulteerde in het feit dat ze zeker de helft van haar set doorbracht in het gangpad richting de front of house, en je de zangeres dus eigenlijk ook zo goed als niet te zien kreeg. Goed, da’s één ding, want muzikaal was het wel telkens enorm goed. Vocaal zijn er weinig mensen die aan haar stembereik kunnen tippen, en ergens paste die vage begeestering daar ook wel bij. Neemt niet weg dat het uiteindelijk wel te veel van het vreemde was. Celeste verlegde constant de grenzen van haar eigen genre op een fantastische manier, waardoor haar set begon aan te voelen als een wazige koortsdroom, maar dan is het gewoon de vraag of dat wel de juiste keuze is op een groots mainstream festival.

Uiteindelijk waren “This Is Who I Am” en “Strange” dan toch nog twee streepjes van herkenning, en dat leverde – net als de rest van de set – een euforische ovatie op. En dat was zeker terecht, want wat Celeste bracht was zeker enorm goed, al balanceerde ze voor ons op een iets te dunne koord tussen cool en bevreemdend.

Boston Manor @ The Slope

© CPU – Peter Verstraeten

Boston Manor werkt deze zomer aan een nieuw album, maar wilde voordien vooral nog eens alles geven voor het de studio indook. De formatie uit de minder idyllische Britse badplaats Blackpool gasteerde voor het eerst in Werchter en maakte meermaals duidelijk wat voor een eer het voor hen was om op dit festival te mogen spelen. Wie dacht dat de sfeer van Bad Nerves aan The Slope niet meer overtroffen kon worden, die kon al snel bij Boston Manor constateren dat het nog losser en wilder tekeer ging. Het riff-nummer “Why I Sleep” droegen de mannen nog op aan hun Belgische vrienden van Newmoon en daarna schakelden ze pas echt nog eens een paar versnellingen hoger. Tijdens “Halo” riepen ze op om het crowdsurfrecord van deze editie op te stellen en op die vraag van Henry Cox reageerde Werchter massaal. Boston Manor won met elk nummer nog meer harten en dat was te merken aan de euforie die er in de lucht hing. Bij “Passenger” en “Foxglove” zagen we Boston Manor gemotiveerd door de omstandigheden zelfs boven zichzelf uitstijgen. De nieuwe en oude fans mogen alvast beginnen uitkijken naar 2026, want de band beloofde dan nog eens terug te komen naar ons land.

Warhaus @ The Barn

© CPU – Peter Verstraeten

Warhaus dook met een grote lichtcirkel in The Barn en bracht daar een set die wat traag van de grond ging. Toegegeven, de intro van “I’m Not Him” was cool, maar de nieuwere nummers daarna kwamen wat braafjes over. Zelfs “Timebomb” die van een coole outro werd voorzien, trok het nog niet helemaal recht doordat het lied te lang aansleepte. Toen Sylvie Kreusch, die eerder een sterke prestatie op het hoofdpodium neerzette, zich tussen de vijf mannen begaf voor “Love’s a Stranger” en “Zero One Code” bereikte het optreden wel een hoogtepunt. De chemie tussen de twee bleef aanwezig, zeker met het vele gekreun in hun tweede nummer. De moves van Kreusch zouden ons doen vergeten dat het een Warhaus-optreden was, maar het krachtige “Beaches” trok terug alle aandacht naar Devoldere en zijn muzikanten. De oudere nummers sloegen duidelijk beter aan, aangezien de meeste songs van Karaoke Moon nogal braaf aanvoelden. Devoldere had uiteindelijk nog een verrassing in petto, zijnde een karaokemoment waarbij het publiek koos voor “The Best”. De tent haalde samen met Maarten hun beste Tina Turner boven, waardoor het vreemde moment toch voor verbinding zorgde. Warhaus bracht technisch een goede show, maar het duurde enige tijd vooraleer de juiste energie er in zat.

Warhaus staat tussen woensdag 10 en zaterdag 13 december vier keer in De Roma.

girl in red @ Main Stage

© CPU – Marvin Anthony

girl in red, algemeen bekend als de muzikale belichaming van de LGBTQ+- gemeenschap, mag zich reeds enkele jaren kronen tot koningin van de sad bangers. Die titel vertaalde zich gisteren vanzelfsprekend in uitgelaten gedans en gespring aan de Main Stage. Met “DOING IT AGAIN BABY” beet de Noorse Marie Ulven met zichtbaar veel enthousiasme de spits af. Hitjes als “bad idea!” en “Too Much” volgden in dezelfde energieke lijn, waarmee de artieste aantoonde wat de meerwaarde is van een liveoptreden: de aanstekelijke energie waarmee Ulven over het podium raasde, een uitgelatenheid zo groot dat die op een bepaald punt resulteerde in een gesneuvelde gitaar. Daarbovenop straalde ze een flinke dosis humor en zelfrelativering uit, zoals wanneer ze bijvoorbeeld een Green Day-fan die al op de eerste rij stond om zijn plekje voor de headliner te verzekeren, verplichtte om clichématig met zijn armen mee te zwaaien. Tijdens afsluiter “i wanna be your girlfriend” dook de zangeres naar goede gewoonte de moshpit in, waarbij we ons nog steeds afvragen hoe het haar lukt om zingend overeind te blijven. Een optreden van girl in red mag dan wel voorspelbaar zijn, gezien Ulven steeds haar gebruikelijke handleiding lijkt te volgen, maar het slaat wel elke keer aan.

Arsenal @ KluB C

© CPU – Peter Verstraeten

Arsenal scoorde vlot op Rock Werchter, waarbij het publiek tot zo ver buiten de tent stond, dat ze tot bijna aan de Main Stage een glimp probeerden op te vangen van de Belgische band. Voor zijn achtste optreden op het festival bracht de band meteen een losse en zomerse sfeer met zich mee waarbij het tijdens “Amplify” niet deerde dat frontman John Roan niet zong als een nachtegaal. Gelukkig bracht Arsenal zoals altijd een paar sterke stemmen mee en zo wist Leonie Gysel tijdens “Longee” de tent (en daarbuiten) uit haar hand te doen eten. Lindy Versyck kreeg dan weer de opdracht om met “Temul (Lie Low)”, dat geen feestnummer is, het publiek te betoveren, wat helemaal geen uitdaging bleek te zijn. Nu, de grootste sfeermakers bleven uiteraard de zomerschijven zoals “Saudade, Pt. 2”, “Lotuk” en slotsong “Melvin”. Die nieuwe nummers tussendoor wekten niet veel los bij het publiek, maar die oude bewezen waarom Arsenal terecht een achtste keer op Rock Werchter mocht staan. En voor de negende keer een groter podium, alsjeblieft?

Joey Valence & Brae @ The Slope

Wat was dat!? We hebben Joey Valence & Brae in het verleden al wel eens gezien, maar de manier waarop ze The Slope plat speelden was toch van een ander niveau. Muziek maken doet het duo uit Pennsylvania nog steeds op de slaapkamer van Valence en daar heeft het toch best wat beukers in elkaar geflanst. Al bij de eerste keer “THE BADDEST” was er geen houden aan en had het duo ons volledig in zijn broekzak. Wat volgde, was minstens even indrukwekkend. Aan een rotvaart joegen ze hun punky hiphopnummers door de boksen en zorgden ze ervoor dat de grote massa volledig uit hun dak ging. “STARTAFIGHT” en “LIKE A PUNK” gooiden olie op het al zeer hitsige vuur en dan waren we nog niet eens halfweg. Her en der hoorden we een boomer wederom de vergelijking maken met de Beastie Boys (het zijn toevallig ook dezelfden die blijven vasthouden aan termen als ‘Torhout Werchter’ en ‘Werchter Classic’), maar Joey Valence & Brae was gisteren zoveel meer dan dat. Zelfs “365” van Charli xcx vuurden ze af, maar The Slope werd uiteindelijk toch vooral gesloopt aan de hand van (nog eens) “THE BADDEST” en “PUNKTACTICS”. Er waren veel winnaars op dag twee, maar Joey Valence & Brae stond met zijn energieke uur gewoon helemaal bovenaan.

Lola Young @ The Barn

© CPU – Marvin Anthony

Voor de gepolijste en chicste outfit moesten we op dag twee niet bij de Britse Lola Young zijn. De singer-songwriter had een halflosse veter en moest haar topje soms terug goedsteken, waarvan ze verklapte dat ze het na de show ‘in the bin’ zou smijten. Het droeg al snel bij aan de ‘messy’ indruk die de Britse op het eerste zich naliet. Haar stem klonk echter meteen heel goed tijdens “Good Books” en dankzij die stem en haar oprechte, ruwe teksten leek dit eventjes een van de concerten van de dag te worden. “One Thing” zorgde bijvoorbeeld voor een goede groove en deed het publiek wat bewegen en “Conceited” was een van de laatste momenten waarop Lola Young nog schitterde. Technische problemen zorgden ervoor dat eenzelfde nummer twee keer moest worden stilgelegd en samen met dat vervelende topje zorgde het voor angsten. Met de grote technische problemen uit Wembley van zopas in het achterhoofd was dat geen verwondering en hadden we met haar te doen.

Lola Young gaf ook toe dat ze zich daardoor niet meer goed voelde en dat ze gewoon een goede show wilde afleveren. Ze leek echter dicht te klappen en zich steeds ongemakkelijker te voelen, waardoor het ook wat raar werd om naar te kijken. Haar zangperformance leed er onder, maar dat zagen we zo door de vingers gezien de context. Toen ze “Messy” als laatste nummer aankondigde (veel vroeger dan het voorziene einde), zei ze dat de titel het optreden goed omschreef. ‘You hate it when I cry’ zong de tent terwijl er enkele tranen over Youngs gezicht liepen. Het publiek zong dus lekker mee, waardoor er wrijving ontstond tussen tent en podium. Het werd een soort van meta-ervaring die “Messy” extra kracht bijzette en nog enige tijd zal bijblijven. De grote hit werd een bitterzoet moment, maar we hopen vooral dat Lola Young zag dat het publiek van haar hield, ondanks de problemen. En dat ze achteraf tot rust kon komen.

Simple Minds @ Main Stage

© CPU – Peter Verstraeten

Rock Werchter kreeg de afgelopen maanden wel wat kritiek te verduren van een legertje Facebook-atleten omtrent de affiche. Die zou volgens hen te weinig focussen op de doelgroep die het festival grootmaakte, zeker gezien dit de vijftigste editie was. Met Simple Minds kregen die klagers echter wel meteen een serieuze doek voor het bloeden, want Herman Schueremans liet de band speciaal overvliegen vanuit het Verenigd Koninkrijk voor zijn verjaardagsfeestje. Een fantastische zet, want niet alleen zijn Jim Kerr en Charlie Burchill levende legenden, ze bezitten ook nog eens bijna vijftig jaar aan ervaring en hits om er een geweldige set neer te zetten.

Het begon bijvoorbeeld al met het feit dat het veld voor de Main Stage gigantisch vol stond; doe daar bij dat Simple Minds zo’n band is waar iedereen wel een redelijk aantal nummers van kent en de optelsom is snel gemaakt. Geluidstechnisch duurde het echt wel even voor alles op punt stond, zeker toen de techniek niet meteen mee wilde. Kerr nam daarom een momentje om zijn band met wat volgens hem het beste festival ter wereld is te onderstrepen. De man meende het, want hij zocht voor “Let There Be Love” letterlijk de eerste rijen op om zo de voorste vakken aan het zwaaien te krijgen. De Schotten cruiseden zo de avondzon tegemoet, waarbij Werchter gemoedelijk met een pintje in de hand zijn tweede jeugd beleefde. Opflakkeringen volgden vanzelfsprekend bij de echt grote hits als “Promised You A Miracle” en natuurlijk “Don’t You Forget About Me”. Die laatste was ontegensprekelijk het absolute hoogtepunt qua beleving; vuisten de lucht in en ‘lalala’s’ die uit duizenden kelen werden gescandeerd. Die laatste kreeg met “Alive and Kicking” nog lekker slotstuk, waardoor we alleen maar kunnen besluiten dat Simple Minds zich voor de zoveelste keer ontpopte tot de ideale festivalact om van te genieten in het zonnetje met een pintje in de hand.

Caribou @ KluB C

© CPU – Marvin Anthony

Op het eerste zicht oogt Dan Snaith als een doodgewone man; steeds casual gekleed, van karakter erg down-to-earth. Onder de naam Caribou heeft de Canadese multi-instrumentalist echter al veel dansvloeren bediend. Met de pompende beats van “Volume” trapte hij zo ook het euforische dansfeest in KluB C op gang. Het gigantische led-scherm achter hem maakte van het optreden een psychedelische beleving; van vuurrode en felblauwe knipperingen tot een hypnotiserend maanbeeld – er was amper tijd voor de toeschouwer om te knipperen of er viel alweer iets anders te beleven. Het is pure meesterklasse hoe Caribou zijn synths en visuals zo feilloos met elkaar weet te versmelten. Met hitjes als “Odessa” en “Never Come Back” die door de boxen knalden, deed Caribou de tent dansen, daveren en dromen. Tweeluik “Got To Change” / “Can’t Do Without you” deed daar ten slotte nog een laatste schepje bovenop, recht de vrijdagnacht in.

Caribou staat op vrijdag 5 december in De Roma.

Fat Dog @ The Slope

© CPU – Marvin Anthony

WOOF WOOF! Wie blafte daar om iets na tienen aan The Slope? Het waren de weelderige honden van Fat Dog. De laatste twee jaar is de populariteit rond de band gestaag gestegen nadat hij met “Kings of The Slugs” een tamelijk hype ontketende. Met zijn debuutplaat bevestigde het zijn rasante opmars, maar die nummers zijn de Britten inmiddels zodanig beu gespeeld dat ze deze zomer een inkijk geven in hun tweede album. Op The Slope klonk dat geregeld bezwerend en bovenal fantastisch cool. De nieuwe nummers focusten nog iets meer op het betere stampwerk en waren een garantie op zweterige toestanden.

Zelfs gekende songs als “Wither” werden in een licht aangepaste versie gebracht en klonken nog vuiler. De sitdown onderstreepte hoe goed de sfeer nog maar eens was aan The Slope. De circlepits waren niet meer op een hand te tellen en dan moest “Running” nog komen. Alle Strava-fanaten konden hun veters maar beter vastbinden voor een nieuwe toptijd, want Fat Dog speelde zijn afsluitende nummer met nog meer venijn. En zo was The Slope gisteren definitief de hotspot voor de hoogtepunten op deze tweede festivaldag.

Underworld @ The Barn

© CPU – Peter Verstraeten

Underworld mocht met zijn typische mix van dance en techno The Barn afsluiten en deed dat in stijl. Het duo uit Cardiff nam een hele hoop laserlichten mee die voor een blitse show zorgden en had natuurlijk een mooie catalogus om op terug te vallen. Het duurde niet al te lang vooraleer er enkele van die klassiekers te horen waren, waar het publiek enthousiast op reageerde. De overvolle tent bewoog dus aardig, maar het duurde lang vooraleer de sfeer even uitgelaten werd als bij Nia Archives de dag voordien in een amper gevulde KluB C. Karl Hyde en Rick Smith brachten wel een mooie set waarbij de typerende, moeilijk te horen teksten voor extra karakter zorgden, terwijl de muziek vaak steeds uitbundiger werd. Doordat het tussen de nummers door telkens kort stil viel, zaten er ook enkele kinken in de sfeer, maar een nummer als “Moaner” had geen moeite om iedereen meteen terug mee te krijgen. Doorheen de set werd duidelijk naar enkele hoogtepunten opgebouwd en het was vanzelfsprekend dat “Born Slippy .NUXX” daar de laatste van was. Tegen dat die danceschijf aanbrak, was er al heel wat volk verplaatst naar Green Day, maar zij die er nog waren, gingen voluit!

Purple Disco Machine @ KluB C

© CPU – Marvin Anthony

Tino Schmidt, alias Purple Disco Machine, is een draaiende discomachine van vlees en bloed. De Duitse dj en producer schudde de voorbije jaren nummer na nummer bovenaan de hitlijsten uit zijn mouw. Als afsluiter van KluB C op vrijdagavond toverde hij de tent om tot een uitzinnige discotheek, een leuk alternatief voor zij die minder rockgezind zijn en Green Day aan zich voorbij lieten gaan. Met nummers als “Fireworks”, “All My Life” en “Substitution” wist hij het publiek makkelijk genoeg mee te krijgen, gezien de aanzienlijke herkenbaarheid. Daarbovenop ook nog eens voorzien van een bijpassende lichtshow, livedrummer, gastartiesten als ÁSDÍS en confettikanonnen, had Purple Disco Machine alle puntjes op de checklist afgevinkt. Om het geheel nog wat meer kleur te geven, smeet de Duitser hier en daar met passages van “Axel F”, Madonna’s “Like A Prayer” en Depeche Mode’s “Just Can’t Get Enough”. Purple Disco Machine voorzag een set in alle kleuren van de regenboog en perste daarmee de laatste restjes energie uit alle dansbenen.

Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!

Onze recensie van Linkin Park lees je hier.
Onze recensie van Green Day lees je hier.
Alle recensies van Rock Werchter 2025 lees je hier.

Deze recensies werden geschreven door Lucas Palmans, Simon Meyer-Horn, Robbe Rooms en Liese Vanherwegen.

Related posts
InstagramLiveRecensies

Cactusfestival 2025 (Festivaldag 2): Zomerse cocktail van genres

Na een bonte vrijdagavond waar onder meer Glints, Johnny Marr en 2manydjs het beste van zichzelf gaven, is er op zaterdag op…
LiveRecensies

North Sea Jazz 2025 (Festivaldag 2): Heilige gitaren

Onze voeten waren nog aan het herstellen van het constante weg en weer lopen oo de eerste festivaldag van het gigantische North…
LiveRecensies

Rock Zottegem 2025 (Festivaldag 1): Stof feestje

Na een herfstig intermezzo is de zon wederom van de partij, juist op tijd om het tweede festivalweekend van de zomer van…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *