© CPU – Nathan Dobbelaere
Alsof de duivel ermee gemoeid was, blies Paus Franciscus daags na de viering van Jezus’ herrijzenis zijn laatste adem uit. Terwijl de hoogste kardinalen zich nu opmaken voor het politieke machtsspel om opnieuw God op aarde te mogen spelen, trekt Papa V Perpetua op Europese rondreis. De satanische heiligheid die in het dagelijks leven bekendstaat als Tobias Forge heeft namelijk een nieuw album te promoten. Drie jaar na IMPERA verschijnt nu vrijdag Skeletá. In recente interviews liet de zanger al doorschemeren dat het een van zijn meest emotionele albums tot nu toe is. De singles “Satanized” en “Lachryma” ademden inderdaad een zekere zwaarmoedigheid. Desalniettemin zijn Forge en zijn Nameless Ghouls helemaal klaar voor de volgende grote stap in hun carrière. Europa’s grootste zalen zijn geboekt, met de bedoeling te tonen dat ze op productioneel vlak net zo hoog reiken als de Toren van Babel. Om van het spektakel een totale beleving te maken, waren gsm’s verboden en – voor de verandering – was er geen voorprogramma. Alle aandacht zou, en móést, gaan naar de Zweedse rockgroep. En zo geschiedde.
De legioenen fans tekenden reeds vroeg present om deel uit te maken van deze memorabele concertavond. De merchandise-standen waren drukbezocht en telkens opnieuw zagen we iemand geschminkt of uitgedost in de kledij van hun muzikale helden. Tegen acht uur stipt was het dan eindelijk zover om de zwarte mis te ondergaan. Met een bombastische intro à la KISS — die aankondigde dat de grootste band ter wereld op het punt stond te verschijnen — opende “Peacefield” het concert met een opvallend rustige start. De grote doeken bleven aanvankelijk de productie verhullen, maar het gejuich bij de eerste verschijning van Tobias Forge vulde het Sportpaleis moeiteloos. Wel viel meteen op dat drums en bas te luid stonden afgesteld — een euvel dat de hele avond zou aanhouden. Gelukkig stond het op visueel vlak als een huis: Forge en zijn zeven Nameless Ghouls zagen eruit als ware rockiconen, strak in het pak en met elk hun eigen speelruimte. Twee vrouwelijke achtergrondzangeressen zorgden voor extra diepgang in verschillende nummers. De afwezigheid van smartphones hielp bovendien de sfeer ten goede: het publiek werd op natuurlijke wijze meegenomen in de ervaring.
© CPU – Nathan Dobbelaere
Forge hoefde amper moeite te doen om het publiek in te palmen — hetzelfde gold trouwens voor zijn medemuzikanten. Vanaf “Majesty” werd de sfeer al uitbundig, met het bekende roep-en-antwoordspel tussen beide publiekshelften. Dat de bovenste ringen niet volledig gevuld waren, deed niets af aan het arenagevoel dat snel ontstond, mede dankzij het immense lichtgevende embleem op het podium. De band had duidelijk gekeken naar de grote metalshows uit de jaren tachtig, zoals die in de legendarische Hammersmith Odeon. Spijtig genoeg zorgde de muzikale bombast er wel voor dat Forge vocaal soms moeilijk verstaanbaar was. Zijn bindteksten leunden bij momenten wat tegen het cliché aan, al was de boodschap in “The Future Is A Foreign Land” wel raak — de wereld staat er immers ‘shitty’ voor. Van het nieuwe materiaal bleek vooral “Satanized” nu al een potentiële klassieker. Het refrein werd luidkeels meegezongen en wie het iets steviger wilde, werd op zijn wenken bediend met de donderende basintro van “Pinnacle To The Pit”.
Hoewel de showelementen strak gechoreografeerd waren, kreeg het geheel meer kracht toen Forge achteraan het podium verheven werd in zijn pauselijke gewaad — een visueel hoogtepunt dat gepaard ging met een extra duistere sfeer. Dat een van de Ghouls ondanks een gebroken been bleef performen, getuigde van pure toewijding aan de heavy metal én hun publiek. Het ultieme moment van bezwering kwam bij “Ritual”, waarbij het podium plots in bloedrood licht baadde. Een volgende kostuumwissel onderstreepte dat het luciferianisme als thematiek nog springlevend is. Maar de echte geur van verderf kwam pas met “Year Zero”, waarbij vlammen en pyro’s het publiek haast letterlijk meesleurden naar de hel. De daaropvolgende hemelvaart kwam met het etherische “He Is” — oorspronkelijk een eerbetoon aan wijlen Selim Lemouchi van The Devil’s Blood — dat als perfecte brug diende tussen heaviness en pop.
© CPU – Nathan Dobbelaere
Vanaf dat moment ging Ghost voluit met het muzikale vuurwerk. “Rats” zette stevig in en zorgde met zijn solo’s en meezingbare ‘ohoho’s’ voor een intense connectie tussen band en publiek. Forge merkte terecht op hoe belangrijk België is geweest voor het groeipad van Ghost. Van mysterieuze opener op de Metal Dome van Graspop naar volwaardige headliner in het Sportpaleis — een indrukwekkende evolutie. De kleurrijke schermen en de trapeziumopstelling versterkten het visuele spektakel en lieten er geen twijfel over bestaan: Ghost is een instituut geworden. De ABBA-verwijzingen bleven ook niet uit. Het psychedelische “Kiss the Goat” vormde een ideale opmaat naar het lichtjes macabere “Monstrance Clock”, dat het eerste deel van de show in verstilde schoonheid afsloot. Het dolle publiek hoorde daar zeker bij, al was het soms wat over the top.
Toch tilde de bisronde alles naar een ander niveau. Vooral “Dance Macabre” werd op handen gedragen — discometal op zijn best. Zelfs op de zitplaatsen werd er uitbundig mee gedanst. Forge, in een paarse glitterjas, dartelde speels over het podium, en ook de Nameless Ghouls — hoe anoniem ook — genoten zichtbaar van het moment. Ze bleven een essentieel onderdeel van de show, zowel muzikaal als visueel. Veel ruimte voor improvisatie was er niet, maar met percussie, koebellen en keytars werd wél duidelijk dat Ghost live staat als een huis. Dat sommige nieuwe nummers wat deden denken aan Sabaton, wijst erop dat de grens van vernieuwing misschien in zicht komt, maar dat leek het publiek allerminst te deren. Iedereen was hier om zich offline te amuseren en de twee uur durende set leverde daar meer dan voldoende afleiding voor. Afgaande op eerdere tourschema’s durven we nu al wedden dat Ghost volgend jaar opnieuw een grote festivalzomer tegemoet gaat. Boven de massa uitsteken? Dat was hier eerder een bevestiging dan een uitdaging.
Skeletá verschijnt op 25 april. Ghost speelt op 8 mei nog in de Ziggo Dome in Amsterdam.
Facebook / Instagram / Website
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Peacefield
Lachryma
Spirit
From the Pinnacle to the Pit
Majesty
The Future Is a Foreign Land
Devil Church
Cirice
Darkness at the Heart of My Love
Satanized
Ritual
Umbra
Year Zero
He Is
Rats
Kiss the Go-Goat
Mummy Dust
Monstrance Clock
Mary on a Cross
Dance Macabre
Square Hammer