Met een carrière die al meer dan drie decennia overspant, heeft Daan Stuyven – aangevuld met zijn band bekend als DAAN – zichzelf gevestigd als een van de meest eigenzinnige en invloedrijke artiesten van het land. Van de rauwe elektronica van Victory en The Player tot de sfeervolle melancholie van Manhay of Le Franc Belge: DAAN is een muzikale kameleon die moeiteloos genres doorbreekt en telkens opnieuw weet te verrassen. Twee jaar geleden nam hij ons met The Ride mee op een trip tussen donkere synths en poëtische teksten, wat tevens het muzikale verwerkingsproces was bij het overlijden van zijn vader en zus.
Meteen daarna begon Stuyven te werken aan opvolger Space die vandaag verschijnt, al maakte hij tussenin nog wat tussenstopjes bij Liefde voor Muziek en Glints, waardoor een nog breder publiek hem leerde kennen. De negende studioplaat van DAAN bestaat uit tien nummers (of ‘geboden’, zoals ze in de aanloop naar dit album al werden genoemd), die elk een basisprincipe van het leven onderzoeken. Dat de onderwerpen zeer uiteenlopend zijn, betekent vervolgens ook dat er op Space voor ieder wat wils te vinden lijkt op muzikaal vlak.
Ergens tussen megalomanie en bescheidenheid zitten de openingstonen van dit album. “Luck” trapt aan een stevig tempo door en heeft om de andere strofe weer een nieuw instrument gevonden om aan het geheel toe te voegen. Daans stemgebruik doet ons met lichte nostalgie terugdenken aan Manhay en daardoor ook beseffen dat 2009 inmiddels vijftien jaar geleden is. We willen meteen nog eens benadrukken wat een evidentie zou moeten zijn: de stem van Daan is uniek in z’n soort en mogen we als Belgisch cultureel erfgoed gaan beschouwen. De rauwe, eerlijke en soms smachtende kantjes horen we ook duidelijk op “Work”, waarop we in september al werden getrakteerd. Het nummer is een denkoefening door de tijd heen, over de zin en onzin van het werken voor iemand, voor jezelf of zelfs ronduit tegenwerken. De synths hebben een lichte Victory-toets, de dreigende spanning wordt gaandeweg opgebouwd en de uiteindelijke eindkracht zit ‘m in Daans a-capellaoutro die om van te smullen is.
Met “Drunk” krijgen we een zonnig rocknummer, inclusief blazers, dat stevig doorraast en hier en daar een rustige pitstop neemt. Het is pas het tweede studionummer van DAAN dat een gitaarsolo bevat – naast “Icon” uit 2009. Eerlijk: daar hadden we niet eens bij stilgestaan, aangezien je bij DAAN alle bestaande instrumentatie en arrangementen kunt verwachten. “Drunk” is uiteindelijk een leuk streepje rock, aangevuld met een subtiele laag elektronica, niet meer en niet minder.
Een groot contrast is dan weer te horen in een nummer dat per nieuwe luisterbeurt steeds genialer lijkt te worden. “Great” is een rapsodie van dik zes minuten lang waarin een hoofdrol ligt weggelegd voor snel op elkaar volgende pianotonen en een bende strijkers. Het doet ons op sommige momenten zelfs wat aan Muse denken. “Great” kent enkele vervalmomenten, waarna met een korte aanloop des te krachtiger wordt teruggekeerd. Naar het einde toe krijgen we nog het gezelschap van de drums én de stem van Isolde Lasoen, een portie ruwe gitaar en zelfs nog wat synths. Hitpotentieel heeft het wellicht niet, maar “Great” is een nummer voor de liefhebbers en dat wordt gesmaakt.
Tegenover de grootsheid staat ook de rust. “Fun” is het intiemste nummer op het album en brengt, ondanks de titel, een verhaal van pijn voort. Muzikaal is het simplistisch opgebouwd: een akoestische gitaar als basis en de strijkers van het Budapest Art Orchestra als eerste extra laag daarbovenop. Het achtergrondgezang geeft “Fun” uiteindelijk nog wat extra kracht, mede door de samenstelling ervan. Stereo hoor je eerst links vrouwenstemmen en nadien rechts mannenstemmen. Simpel, maar als het goed klinkt, is het vooral ook goed gevonden.
Los van de variatie op Space kan niet ieder nummer even hard doorsmaken. In juni kregen we “Dumb” als eerste voorgeschoteld, wat ons toen nog liet gissen naar de stijl van de plaat waarop het zou verschijnen. Een begin vol zware synths dat overgaat in genuanceerde tonen, aangevuld met een korte spanningsboog die uiteindelijk niet tot een climax leidt. Op dit moment kunnen we niet geloven dat dit nummer ooit op een best of zou kunnen verschijnen, want ongeacht de brede reikwijdte van Daans muzikale kunnen, is “Dumb” geen representatie van zijn talent. Daartegenover kunnen we wel stellen dat Stuyven nog steeds met nieuwe zaken kan aankomen, zoals de leuke maatopbouw in “Jump”. Ondanks het vogelgekwetter (voor de liefhebbers: het gaat om de zwarte koolmees) waar we nog aan moeten wennen, wordt er door deze song heen gespeeld met stemhoogte en tempo dat zelfs middenin de strofes kan veranderen en op die manier een extra touch aan het vocale aspect van het nummer geeft.
Space is een album dat ergens zweeft tussen retro en futuristisch, tussen strak en wild, tussen megalomaan en bescheiden. Misschien wordt dat gaandeweg wel de manier om DAAN als artiest te omschrijven. Hij neemt het album graag mee naar zijn quasi uitverkochte tour dit najaar en volgend voorjaar.
Ontdek “Great”, ons favoriete nummer van Space, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.