Meer dan tien jaar is verstreken sinds Boston Manor voor het eerst het punkrockwereldje betrad met hun debuut-ep Here/Now. In die tijd is de band gegroeid, geëvolueerd en heeft ze zichzelf steeds opnieuw uitgevonden. De nieuwste worp Sundiver is daar wederom een glanzend voorbeeld van. Dit is ondertussen het vijfde studioalbum en volgt het atmosferische Datura uit 2022 op. Waar Datura een duistere onderstroom van melancholie en verlorenheid uitstraalde, biedt Sundiver juist een lichtpunt. Het omarmt thema’s als soberheid, wedergeboorte en tweede kansen, waardoor het een opvallend positief contrast met zijn voorganger is. Deze omslag in toon benadrukt de creatieve veelzijdigheid en het vermogen om zich constant aan te passen aan nieuwe muzikale invloeden.
Het is boeiend om te zien hoe Sundiver de esthetiek van de jaren negentig en vroege nillies omarmt, met een duidelijke knipoog naar de muzikale invloeden uit hun begindagen. Denk aan de dromerige sferen van Portishead, de melancholische intensiteit van Deftones, en zelfs de poppy gelaagdheid van The Cardigans. Deze invloeden zijn niet slechts een oppervlakkige hommage; ze worden verweven in het dna van de plaat, waarbij Boston Manor een eigen, unieke draai geeft aan deze vertrouwde geluiden.
De opener, “Datura (Dawn)”, neemt een onverwachte shoegaze-richting die initieel intrigeert, maar bij nadere beluistering wat kracht mist. Hoewel het een dromerige atmosfeer creëert, blijft het wat zweverig hangen zonder echte impact. Het voelt alsof het belooft meer te brengen dan het uiteindelijk waarmaakt. Gelukkig pikt het niveau snel op met “Container”, dat dichter bij de kern van Boston Manors geluid ligt. Met zijn energieke en aanstekelijke refrein doet het denken aan de stijl van de ep Desperate Times, Desperate Measures-periode. Toch blijft ook hier een wrang gevoel hangen: ondanks de pakkende hook, ontbreekt het aan de gelaagdheid die we zouden verwachten van een band die zoveel jaren ervaring heeft opgebouwd. Het voelt als een herhaling van zetten, eerder dan een stap voorwaarts.
Een van de meest interessante wendingen op het album komt met “Sliding Doors”. Hier mengen de invloeden van Deftones en The Smashing Pumpkins zich met zwaardere vocals van Henry Cox. Tekstueel raakt het thema’s aan van het lot en de eindeloze mogelijkheden die voortkomen uit toevallige keuzes in het leven; een filosofische benadering die reflectief en melancholisch is. En dat brengt ons bij een van de grootste tekortkomingen van Sundiver: de teksten. Hoewel Boston Manor duidelijk nieuwe thema’s verkent zoals dankbaarheid en soberheid, blijft het vaak steken in oppervlakkige observaties. “Heat Me Up” is een speelsere track die probeert een optimistische sfeer te creëren door te focussen op romantiek en het waarderen van het huidige moment, maar het blijft hangen in clichés en laat geen blijvende indruk achter.
Halverwege het album verrast Boston Manor met “Morning Star”, een puur instrumentaal nummer dat verder bouwt op de shoegaze-elementen van de opener. Het is een subtiele doch fascinerende interlude die ons even een moment van introspectie biedt voordat het weer vol gas verdergaat. “Why I Sleep” grijpt de aandacht opnieuw vast, met zijn dreigende ondertoon en emotioneel geladen uitvoering. Boston Manor bewijst hier opnieuw hoe goed ze zware emoties kunnen vertalen naar een unieke stijl. Daarna volgt “Fornix” dat qua intensiteit de diepte opzoekt, maar dat helaas wederom net niet de emotionele resonantie heeft. En zo blijft het maar op en neer gaan zonder dat we echt een duidelijke lijn zien in Sundiver.
Na een minder moment volgt er weer een hoogtepunt. “What Is Taken, Will Never Be Lost” is zeker een lichtpunt, een intieme ballad die gaat over het verlies van Cox’ grootvader aan dementie. Hier komt de emotionele kwetsbaarheid van Bonston Manor volledig tot uiting, met een ingetogen, door Portishead geïnspireerde productie die de melancholie perfect ondersteunt. Dit is een van de weinige momenten waarop Sundiver ons echt diep raakt en het bewijst dat Boston Manor in staat is om met meer kwetsbaarheid en verfijning te opereren wanneer ze de ruimte nemen om dat te doen.
Helaas sluit Sundiver af met een teleurstelling in de vorm van “DC Mini”. HERIOTs Debbie Gough levert een gastbijdrage en het heeft de potentie om de plaat met een knal te eindigen, maar in plaats daarvan voelt het geforceerd en onsamenhangend. Het mist de samenhang en energie die eerdere momenten wel hadden en dit laat ons met gemengde gevoelens achter. Het laat ons enigszins verdeeld achter: het hoogtepunt van energie voelt misplaatst aan het einde van een album dat zoveel andere lagen van introspectie en emotionele diepte heeft bereikt.
In zijn geheel is Sundiver een album vol tegenstrijdigheden. Aan de ene kant toont het de groei van Boston Manor, die zichzelf dwingt nieuwe paden te bewandelen en zich los te breken van hun duistere verleden. Aan de andere kant voelt het alsof ze nog steeds worstelen met hun identiteit. Er zijn momenten van briljantie, zoals in “What Is Taken, Will Never Be Lost” en “Container”, maar het album als geheel voelt fragmentarisch en mist de coherentie en scherpte die nodig zijn om echt te schitteren. Het is een poging tot een wedergeboorte, maar een die nog niet helemaal de kracht heeft om te blijven staan.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “Container”, ons favoriete nummer van Sundiver, in onze Plaatje van de Plaat-playlist op Spotify.