© CPU – KarenVL Photography
Liever berucht dan beroemd zijn? Het is een vraag waarop Five Finger Death Punch wellicht beide opties zou omarmen. De Amerikaanse metalgroep kwam de laatste jaren nogal negatief in het nieuws door zanger Ivan Moody. Gebukt onder alcoholverslavingen zorgde hij regelmatig voor ophef, met als tragisch dieptepunt zijn afwezigheid op het concert in 013 in 2017. Desondanks blijft de band in cijfers een van de populairste hardrock- en metalbands van het Westelijk halfrond. Twee jaar geleden moest het vijftal genoegen nemen met een plek in de vooravond, nu keert het terug als headliner. In het kader van een verjongingsoperatie was dit een logische keuze. Vorige passages in 2015, 2017 en 2022 konden steeds op veel bijval rekenen. Voor Europese standaarden is de groep misschien iets te oppervlakkig, maar niemand kan ontkennen dat ze nummers brengt die bedoeld zijn voor de grote podia.
We hoeven namelijk geen doctoraat in Engelstalige literatuur te hebben om te begrijpen dat Moody al zingend zijn woede tegen de wereld van zich afschudt. De groep besefte ook dondersgoed dat ze als ‘jonkies’ moest optreden na de Britse metalgoden van Judas ‘fucking’ Priest. Ondanks deze adoratie speelde Five Finger Death Punch een strak geregisseerde show zonder te veel toeters en bellen. Hoewel de set begon met “Welcome to the Circus”, een bronstige beestenboel waarbij Moody zichzelf op de borst zou blijven kloppen, gebeurde dat niet. De man was daarentegen in zijn nopjes en liet ook vocaal nauwelijks steken vallen. Voor de nors kijkende brulboei draaide het gisteravond allemaal om de zorgen en ellende in de wereld op een veilige afstand te houden. Hoewel het reeds de derde keer was dat Judas Priest en de Amerikanen op dezelfde dag op de affiche stonden, lukte het wederom niet om Rob Halford zijn feature op “Lift Me Up” te laten doen.
© CPU – Karen Van Lierde
Dat was echter een kleine smet op het blazoen van wat de band ons verder zou voorschotelen. De metalceremonie nam pas echt een vliegende start toen Moody in zijn witte kostuum en met stok bij “Jekyll and Hyde” het publiek opzweepte. De kunst van de klassieke volksmennerij had hij dus meer dan onder de knie. Ook de rest van de groep leek oprecht te genieten van deze buitengewone kans om eindelijk met de grote jongens mee te mogen doen. Om niet te veel te verzanden in potsierlijk gedoe, was de show niet voorzien van de gebruikelijke pyro, confettislierten, springballen en dergelijke, die de mensen het gevoel geven als een kind in een speeltuin te zijn. Normaliter zou een vlam een extra punch kunnen geven – zeker bij het nog steeds verschroeiende “Burn MF” -, maar nu was het juist een beredeneerd risico om dat niet te doen. Een keuze waar we ons wel achter kunnen scharen. Alles begint namelijk bij de muziek, waardoor Five Finger Death Punch goed moest kiezen hoe het negentig minuten kon blijven boeien.
De cover van “House of the Rising Sun” was daarbij een prima brug naar de a capella uitvoeringen van enkele nummers. Net zoals vele andere bands voor hen, is ook Five Finger Death Punch een ruwe bolster met een blanke pit. Die tweeledigheid kwam het sterkst tot uiting bij de powerballade “Wrong Side of Heaven”, die de menigte maar al te graag meekeelde. De miljoenencijfers aan streams bleven ook in balans met wat we zagen aan de South Stage. Het publiek kende immers praktisch elk nummer woord voor woord, of wist precies waar het moest invallen. De spontaniteit ging daarbij zo ver dat de intro van “Wash It All Away” prompt werd gekaapt door de rechterzijde van het modderveld. Ondanks de droogte bij de avond, zou het woord ‘weide’ hier niet meer op zijn plaats zijn.
© CPU – Karen Van Lierde
Het verdere verloop van de show ontbeerde toch wat inhoudelijke ruggengraat. Moody die met een baseballbat stond te zwaaien of al rappend het vuur brandend probeerde te houden, was iets te doorzichtig. Waarom Five Finger Death Punch zichzelf op de rem hield, werd ons weldra duidelijk: er zaten immers heel veel kinderen in het publiek. Daardoor was de toekomst van de huidige metalscene effectief verzekerd en konden we deze boeking ook een stuk beter begrijpen. Festivals zijn immers steeds meer familie-evenementen, waardoor er entertainment voor iedereen moet zijn. Dat betekende echter niet dat de sound infantiel hoefde te zijn. Hoe commercieel de Amerikanen ook zijn, de riffs, drums en baslijnen blijven metal en qua klederdracht en tattoos komen we ze liever niet tegen op de openbare weg.
Ten slotte kwam de grote kindervriend in Moody helemaal naar boven toen hij naar het einde toe de show nodeloos moest rekken door de voorste rijen op te zoeken en daarna te benadrukken dat er geen tijd was om iedereen de hand te schudden. “The Bleeding” zorgde nog voor een krachtig stuk melancholie, maar daarna deed het zestal zichzelf een beetje de das om. Wat erna nog volgde, was gewoon te plat om een blijvende indruk na te laten. Goedkoop of erbarmelijk zouden we het niet noemen, maar het was duidelijk gericht op een jong publiek dat zijn eerste stapjes zette in Dessel. Zelfs al gebeurde dat nog niet met volledig besef, Five Finger Death Punch was mogelijk de gateway naar de liveshows van Bruce Dickinson en Judas Priest. ‘Teach them young and stay metal’ was daarbij het motto van deze headlineset.
Onze recensie van de tweede festivaldag lees je hier.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!
Setlist:
Welcome to the Circus
Lift Me Up
Trouble
Wash It All Away
Jekyll and Hyde
Sham Pain
The House of the Rising Sun (cover)
Salvation
Burn MF
Judgment Day
Battle Born
Remember Everything
Wrong Side of Heaven
Got Your Six
IOU
Under and Over It
Hard to See
The Bleeding