Twintig jaar geleden bracht The Cinematic Orchestra het album Man with a Movie Camera uit. Om de context van deze soundtrack te begrijpen, moeten we echter heel wat terug in de tijd. In 1929 bracht de Russische regisseur Dziga Vertov een film uit in documentairestijl die het dagdagelijkse leven van de proletariërs onder het Sovjet-regime van Lenin idealistisch in beeld bracht. De film blijft tot op vandaag cinematofielen warm maken door de vele vernieuwende technieken, zoals jump cuts, stop-motion, dubbele exposure en experimentele camerastandpunten, die Vertov hanteerde. Ruim zeventig jaar later werd het Londense ensemble, naar aanleiding van een filmfestival in Porto, uitgenodigd om de cultfilm van een soundtrack te voorzien. Het Portugese publiek werd weggeblazen en al snel werd duidelijk dat de collectie nu-jazz het verdiende om een stand-alone plaat te worden.
Twintig jaar later vierden we dus de verjaardag van een niet-conventionele soundtrack met een nog minder conventionele voorstelling. We gebruiken bewust het woord ‘concert’ niet gezien er al bij het openingsnummer duidelijk werd gemaakt dat het over een audiovisueel experiment zou gaan. Dit uiteraard niet door middel van een simpele boodschap. Neen, in geheel eigen stijl gebruikte The Cinematic Orchestra een ouderwets typemachine om te communiceren met de nagenoeg uitverkochte Roma.
Wie een integrale uitzending van de speelfilm en dito soundtrack verwachtte, werd al snel verrast door de meta-versie die vertoond werd aan de hand van livebeelden door visueel kunstenaar Ben Olsen. Centraal op het podium bevond zich een minuscule cinema die de film wel speelde. Op het grote scherm kreeg het publiek echter beelden voorgeschoteld die door een kaleidoscoop vervormden of met lichteffecten bewerkt werden. Het resultaat was een schouwspel waar de visualizer van Windows Media Player niet tegenop kan.
Waar soundtracks meestal ondersteunend werken, zou dit adjectief een tekortkoming zijn voor wat het Londense viertal hier neerzette. De combinatie van de indrukwekkende beelden met de drumfills van Luke Flowers, maakten het geheel bijna onmogelijk om te volgen. Herkenbare nummers kregen eigen rendities om binnen het vernieuwende concept te passen. Zo kregen we een orgel, contrabas-solo’s en freejazz drums te horen doorheen “A Caged Bird”.
Ook elektronica werd doorheen de set niet geschuwd. Zo werden we van ingetogen piano-intro’s richting halve techno gestuurd en terug. De typemachine kreeg terug een functie om de beelden van de kleinschalige bioscoop te beschrijven en The Cinematic Orchestra kreeg ons op het puntje van onze stoel. “Man with a Movie Camera” was een afspiegeling van het dagelijkse leven, maar kreeg hier de spanning van een rasechte thriller.
Met ‘Words cannot do them justice.’ werd de film finaal beschreven en het inktlint achtergelaten. Hierna kreeg een soort praxinoscoop de hoofdrol om stilstaande foto’s tot beweging te brengen. De avant-gardistische aanpak werd nog wat kracht bijgezet door een losgeslagen versie van “Ode To The Big Sea”, waarbij ook het publiek door de eerder vernoemde kaleidoscoop gehaald werd. Bij Dansende Beren schuwen we weinig tot geen grenzen. Van billboard pop, over experimentele jazz, tot beenharde post-metal. Bij het jubileum van The Cinematic Orchestra kunnen we evenwel enkel concluderen dat we een unicum bijwoonden. We durven haast te denken dat deze opvoering eerder thuishoort in een museum in plaats van een concertzaal. De voormalige bioscoop, haast een symbolische locatie, bleek echter een gewillige ontvanger voor dit spektakel. Getuige daarvan de eindeloze ovatie. Als recensenten gebruiken we de woorden niet graag maar: ge had erbij moeten zijn.
Fan van de foto’s? Op onze Instagram staan er nog veel meer!