Ronnie James Dio had op 16 mei 2010 niet moeten sterven – fuck you, maagkanker – om een legende te worden. Dat was hij al. Deze kleine man (1,63 m) met de grootse stem (een opstijgende Boeing was er niets tegen) zette zijn keel open bij Black Sabbath, Rainbow en zijn eigenste Dio. Niet iedereen weet dit, maar ook op “Love Is All” van Roger Glover is hij de stem die je op weergaloze wijze meevoert. Dat er nooit wetenschappelijk onderzoek is uitgevoerd naar hoe het in godsnaam mogelijk was dat zo’n krachtig geluid uit zo’n petieterig mannetje kon komen, is een raadsel.
Paul Gilbert, de al even legendarische gitarist van Mr. Big en vooral van zichzelf, zal er in ieder geval niet van wakker liggen. Hij heeft doodleuk twaalf nummers waarop Dio zingt gecoverd (1/3 Black Sabbath, 1/3 Rainbow en 1/3 Dio), waarbij hij Dio’s stem vervangen heeft door zijn gitaar. Dat klinkt niet alleen als heiligschennis, dat klinkt als onmogelijke heiligschennis. Hoe kan je nu zo’n magistrale, legendarische stem zomaar opzijschuiven? En een gitaar laten zingen zoals Dio? Wel, het kan. The Dio Album van Paul Gilbert is zelfs een machtig eerbetoon geworden.
Dat het snor zat, werd al meteen overduidelijk bij de singles “Holy Diver”, “Heaven and Hell” en “Man on the Silver Mountain”. Pure magie, hoe Gilbert de zanglijnen stuk voor stuk geanalyseerd heeft om er daarna met het juiste gevoel voor nuance een vervangende gitaarlijn voor uit zijn vingers te schudden. Zelfs Dio’s geneurie in het begin van “Holy Diver” laat hij klinken als het originele. Ook straf is de productie van Zach Bloomstein: alle gitaren klinken fris, kraakhelder en mooi uitgebalanceerd. De drums van Bill Ray komen heavy en warm binnen. Je hoort het en je staat er gewoon naast in de studio.
Nu horen we je al vragen: ‘gaat dat dan niet vervelen, zo’n zingende gitaar?’ Nou, nee. Het is alsof de nummers nog harder rocken met alleen maar gitaar, bas (ook ingespeeld door Gilbert) en drums. “Stand Up and Shout”, bijvoorbeeld, raast met een rotvaart voorbij. Maar ook het wat tragere “Country Girl” blijft lekker overeind. Het krijgt zelfs een extra laagje epiek door die schreeuwende zanggitaar.
De gitaarsolo’s zijn ook pareltjes. Met Tony Iommi van Black Sabbath, Ritchie Blackmore van Rainbow en Vivian Campbell van Dio ligt de lat zo al olympisch hoog. Paul Gilbert springt er fluks over, door er met respect voor het origineel zijn eigen shreddende draai aan te geven. Verder is het natuurlijk een feit dat elk nummer, van “Don’t Talk to Strangers” tot “The Last in Line”, goede heavymetal zijn die na 30-40 jaar nog altijd staan als een huis.
Naar het schijnt kreeg Paul Gilbert het idee om dit album te maken toen hij in iemands auto een petje zag liggen met het Dio-logo op. Dat is niet alleen mooi, we mogen er ook allemaal blij om zijn.
Facebook / Instagram / Website
Ontdek “The Last in Line”, ons favoriete nummer van The Dio Album, in onze Plaatje van de plaat-playlist op Spotify.