Na Stromae en Angèle is het de jonge Brusselaar Pierre de Maere die het rijtje van succesvolle Franstalige muziekexporten mag vervullen. Samen namen ze bijna de helft van de Victoires de la Musique, ofwel de Franse tegenhanger van de MIA’s, mee naar huis en wisten daarmee nogmaals de kwaliteit van ons Belgisch muzieklandschap te onderstrepen. Hoog tijd dus dat ook Vlaanderen ontdekt wie die laatste muzikant is, zeker nu zijn debuutplaat Regarde-moi een paar weken oud is. We spraken Pierre de Maere enkele dagen na zijn overwinning in Frankrijk.
Eerst en vooral, proficiat. Hoe gaat het met jou?
Het gaat ongelofelijk goed. Het is ook moeilijk om te zeggen dat dat niet zo is, als alles plots zo voorspoedig gaat. De laatste drie weken lijken de sterren in mijn voordeel te staan. Het album wordt goed onthaald, Les Victoires was fantastisch en dan nog een award mogen ontvangen uit de handen van Stromae, beter wordt het niet. Ik vermeld Stromae in elk interview omdat hij echt mijn icoon is. Ik probeer daar langzaamaan wel mee te stoppen, maar dit voelt als een moment waarbij de cirkel rond is en dat voelt magisch.
Je won de award voor mannelijke revelatie van het jaar, dat is niet niks.
Wij Belgen hebben die awardshow zowaar beroofd. Vijf van de twaalf awards gingen naar Belgische artiesten en daar ben ik heel trots op. Het is mooi om te zien dat er een soort hype rond ons is in Frankrijk, al weet ik ook niet helemaal waarom. Ze vragen me in Frankrijk vaak wat het is dat wij Belgen hebben en ik weet nooit wat ik daarop moet antwoorden. Ik denk dat het een zekere vrijheid is; ik ben niet bang om dingen uit te proberen. Ik zit hier nu ook in een kitscherige trui, dat wordt door veel mensen gezien als smakeloos, maar ik hou ervan. Wat Les Victoires betreft was ik een beetje naïef, ik droomde ervan en er was zeker een kans in tegenstelling tot andere awardshows, maar toch dacht ik niet dat ik het zou halen van Jacques, Lujipeka en Tiakola. Het was fantastisch om die prijs in ontvangst te mogen nemen en daarmee had ik ook de kans die op te dragen aan mijn broer Xavier.
Je werkt samen met je broer, hoe is dat?
Ik schrijf, componeer, produceer en zing, waardoor ik altijd met een soort maquette bij Xavier aankom. Ik heb een duidelijk idee van wat ik wil doen, maar hij heeft geluidstechnicus aan Institut des Arts de Diffusion gestudeerd en weet dus wat er ontbreekt als ik iets laat horen. Hij komt ook vaak met ideeën wat de arrangementen betreft en daar werken we dan samen aan. Het album is dan ook het product van het werk dat we met z’n tweeën gemaakt hebben, zonder tussenkomst van externen. Ik sta nog steeds helemaal achter die beslissing, zeker omdat het het eerste album is en het goed is om onze eigen grenzen op te zoeken alvorens elders op zoek te gaan. Daarnaast zorgt dat er ook voor dat er een zekere samenhang is tussen de songs ondanks het uiteindelijk wel alle kanten op gaat. Ik experimenteer veel op Regarde-moi, waardoor het naar mijn gevoel een heel diverse plaat geworden is. “Jour -3” is bijvoorbeeld een heel naïeve en romantische ballad, terwijl “Les Oiseaux” veel meer gericht is op de dansvloer. Om nog maar te zwijgen over de kitscherige jaren tachtig sfeer van “Mercredi” of mijn persoonlijke favoriet: “Enfant de”. Het feit dat we al die verschillende werelden met z’n tweeën konden creëren en dat mijn stem daarover klinkt, zorgen eigenlijk voor voldoende coherentie. Daarnaast is mijn broer ook een beetje mijn psycholoog. Hij werkt ook heel veel, ik durf al eens lui zijn dus ik ben er vrij zeker van dat het album het levenslicht niet had gezien zonder Xavier.
Voor het grote publiek was “Un jour je marierai un ange” het begin van alles. Waar begon muziek voor jou?
Ik ben al meer dan tien jaar met muziek bezig. Toen ik tien jaar oud was schreef ik m’n eerste liedjes, ik had ook een iPod touch met GarageBand, een programma dat eigenlijk iedereen de kans geeft om op heel laagdrempelige manier te produceren. Ik heb zo ook mijn eerste stapjes gezet en zong in een taal die niet bestond, maar het leek wel op het Engels. Toen ik een jaar of zestien was schreef ik liedjes in het Engels, tot een vriend me vertelde dat mijn accent verschrikkelijk was en ik beter in het Frans kon zingen. Hij had ook gelijk, ik had een vreselijk accent en dus begon ik liedjes te schrijven in het Frans. Achteraf bekeken was dat zo veel logischer en maakte ik ook veel eerlijkere dingen. In mijn eigen taal kon ik vertellen over de dingen die ikzelf beleefde en de dingen die me raakten. In het Engels was alles veel oppervlakkiger, maar ik was te bescheiden en onzeker om in mijn eigen taal te zingen. Je moet jezelf echt accepteren om dat te kunnen en de dag waarop ik me openstelde naar mezelf toe, was het een evidentie om in het Frans muziek te maken. Dat deed me heel goed. Mijn eerste song in het Frans die ik uitbracht, “Potins absurdes”, is bij Cinq7 terecht gekomen, een label in Parijs. Ze lieten me weten dat ze fan waren van wat ik bracht en of ik nog andere dingen kon laten horen. Op basis van twee demo’s hebben we toen getekend voor vier albums, dat is dus wel een stevig contract.
Had je zelf verwacht dat “Un jour je marierai un ange” zo bij het publiek zou resoneren?
Gedroomd wel, maar je kan je daar nooit op voorbereiden. Toen ik dat nummer schreef voelde ik wel dat het bepaalde mensen zou raken omdat het zo persoonlijk is. “Un jour je marierai un ange” is een song voor de romantische zielen ter aarde, voor zij die houden van perfecte liefde. Op mijn album heb ik ook een heel duidelijke visie op de liefde: het is perfect of slecht, warm of koud, niks ertussen. “Un jour je marierai un ange” is de zoektocht naar een onmogelijke liefde. Zachtheid en tederheid zijn dingen die veel mensen raken, maar waar nog te weinig over gepraat wordt. Dat die song als een soort springplank fungeert voor mij vind ik heel mooi, het is de locomotief die alles in gang gezet heeft en waardoor mensen de rest van mijn werk ontdekken. Ik hoop dat er meer hits volgen in de toekomst, want een hit betekent dat je muziek een heel breed publiek aanspreekt en dat is net iets heel moois. Ik haat muzikaal snobisme, mensen die zeggen dat ze bepaalde dingen niet luisteren omdat het populair is. Ik omarm net dat idee dat muziek zo veel mensen in een keer kan raken.
Ik vind liefde een heel inspirerend onderwerp, dat lijkt ook nooit te eindigen
Je praat veel over liefde op je album, wat maakt dat zo’n interessant onderwerp?
Het is een heel passioneel onderwerp en ook zowat het enige ter wereld dat een effect heeft op mijn lichaam, hetgeen dat me vlinders in mijn buik geeft. Toen ik voor het eerst verliefd werd, wilde ik dat aan iedereen vertellen. Over mijn geaardheid, hoewel dat al snel duidelijk was voor mij, voelde ik niet die behoefte. Over liefde wilde ik wel praten, als ik dat voel moet ik daarover schrijven. Ik vind het een heel inspirerend onderwerp, dat ook nooit lijkt te eindigen. Er is altijd wel iets te vertellen over liefde omdat het in zo veel verschillende gedaantes en vormen bestaat. Op mijn album vind je eigenlijk twaalf titels die elk een eigen vorm van liefde verhalen.
In Frankrijk en Wallonië is je project geëxplodeerd, in Vlaanderen ontdekken we je eigenlijk nu pas. Hoe beleef je dat zelf?
Alles begint pas en we hebben nog niet heel erg op die export gewerkt, want ik spreek nu voor het eerst met Vlaamse media. Tot nu toe focuste ik me vooral op mijn eigen territorium, op mijn taalgebied. Het zou voor mij een grote overwinning zijn als op een dag ook in Vlaanderen en misschien zelfs nog daarbuiten naar mijn muziek geluisterd wordt. Dat zou betekenen dat taal niet langer een probleem is, de muzikaliteit van mijn songs voldoende is, dat de melodieën mooi genoeg zijn en het dus niet erg is als je niet alles begrijpt. Ik ben er alvast klaar voor om ook richting Vlaanderen te trekken, al hebben we nog niet meteen concerten gepland.
En toch staat er een concert gepland in Amsterdam.
Ja, ik kijk daar heel erg naar uit, al denk ik ook dat er niemand in de zaal zal staan. De mensen daar kennen mij nog niet en ik ben ook nog niet begonnen met een campagne voor die show. Ik zou verbaasd zijn als we erin slagen de helft van de zaal te vullen, maar dat betekent niet dat dat iets is wat we niet moeten doen.
Drie weken geleden verscheen Regarde-moi, hoe kijk je nu naar dat album?
Het voelt heel gek dat iedereen nu kan luisteren naar de songs waar ik een jaar aan gewerkt heb. Ik heb de controle niet meer in handen en toch begint nu pas het echte werk. De komende maanden bestaan uit heel veel promo en ook leren hoe ik elke song het best live kan brengen. Over vijf jaar zal ik waarschijnlijk heel anders terugkijken op deze periode en dat idee vind ik interessant. Momenteel zit ik nog te dicht op het hele project om afstand te kunnen nemen, maar ik kijk er al naar uit om aan het vervolg te beginnen, al heb ik nog geen idee wat ik wil doen. Ik weet nog niet waarover ik het wil hebben en heb nog absoluut niks, maar dat is niet erg want momenteel heb ik daar ook niet de tijd voor. Over een paar maanden hopelijk wel!
Ik weet niet waar ik mijn goede karma vandaan gehaald heb, misschien was ik Gandhi in een vorig leven
Hoe heb je het afgelopen jaar beleefd?
2022 was het jaar van eerste keren, op muzikaal vlak dan. De eerste keer op televisie, maar ook mijn eerste concert in januari. Eerste keren zijn tegelijkertijd heel mooi en spannend, maar ook eng omdat je niet weet wat te verwachten want er is nog heel veel te ontdekken. Ook was het een jaar van hoogtepunten. Ik weet niet waar ik mijn goede karma vandaan gehaald heb, misschien was ik Gandhi in een vorig leven, maar ik heb geluk, al werk ik hier ook hard voor natuurlijk. Alle puzzelstukjes vielen op zijn plaats en ik heb een prachtig jaar beleefd. Vorig jaar werd ik als het ware gedoopt, maar nu ben ik klaar om 2023 vol zelfvertrouwen aan te pakken.
Je bent ook naar Parijs verhuisd, waarom was dat belangrijk?
We hebben weinig keuze. Praktisch alle concerten vinden plaats in Frankrijk en dan is Parijs een centrale hub. Momenteel heb ik ongeveer tien optredens per maand en dan is het quasi onmogelijk om in België te blijven. Mijn label en team zitten in Parijs en er is ook gewoon een groter publiek en meer geld in Frankrijk. Als je Franstalige muziek maakt, dan moet je in Parijs zijn. Toch vermeld ik ook graag dat alle muziek in België gemaakt is en als er twee grote concertdata zijn, dan beginnen we vaak in België. Deze keer is dat een beetje anders, in mei sluit ik af in Brussel, maar ik hou ervan dat ik kan zeggen dat alles hier ontstaan is.
We kunnen er bijna niet omheen, maar ook TikTok heeft een reële invloed gehad op jouw carrière. Hoe ervaar je dat zelf?
Ik heb heel veel geluk gehad, want het kan al snel twee kanten opgaan op TikTok. Er is een jongen die mijn song gecoverd heeft, heel zacht en ingetogen op piano. Daaruit werd de tekst heel duidelijk en dat is plots viraal gegaan. Op die manier hebben mensen de originele versie van dat nummer ontdekt en ging ik plots van tien naar veertig miljoen streams in een half jaar. Die kant van TikTok is heel mooi, maar daarnaast is het ook heel veel extra werk en vaak niet heel kwalitatief. Je maakt korte, catchy filmpjes in de hoop dat het gaat werken en mensen daarop gaan reageren. Zelf consumeer ik niks op TikTok, ik ben stiekem een oud persoon in mijn hoofd.
Ten slotte, de zomer van 2023… Hoe ziet die er voor jou uit?
Er staan heel wat mooie festivals op de planning, de zomer ziet er dus heel goed uit. In mei sta ik niet alleen in L’Olympia in Parijs, maar ook in de Ancienne Belgique. Daarna sta ik onder meer op Ronquières, Les Francofolies de Spa en LaSemo in Enghien. Vlaanderen staat nog niet in de agenda, wie weet is dat voor volgend jaar!
Tickets voor de show in de Ancienne Belgique op 18 mei zijn nog steeds beschikbaar via deze link.