Er was een tijd dat alles wat uit Zweden kwam klonk alsof het door Benny en Björn aangeraakt was. De hitmakers die dit Scandinavische land voorbrachten zijn niet op één hand meer te tellen, zelfs niet op twee. Wie dacht dat het stopt bij ABBA moet maar eens gaan grasduinen op het wereldwijde web en zal nog aardig schrikken hoeveel artiesten uit het hoge noorden een plaatsje in de platenkast veroverd hebben. Bij menig punkrocker zullen er zich wel enkele exemplaren van No Fun At All bevinden in deze kast.
Wie zich midden de jaren negentig wel eens in de buurt van de Lintfabriek of de skate-stage op Pukkelpop begaf, had No Fun At All zeker al aan het werk gezien. Niet verwonderlijk, aangezien Zweden de hofleverancier was van de bands die het mooie weer maakten. Naast No Fun At All voerden Millencolin en Satanic Surfers mee het pak aan. Allen zaten ze op het legendarisch Burning Heart Records dat bovenop al dat punkrockgeweld ook nog eens bands als Refused en The Hives lanceerde. Hun debuutalbum No Straight Angles, gevolgd door Out of Bounds in 1995 en The Big Knockover in 1997 plaatste hen steevast tussen de headliners op punkfestivals. Ze hielden er moeiteloos gelijke tred met al die zwaargewichten uit de Californische scene zoals NOFX, Bad Religion en Pennywise.
Na verschillende break-ups en reünies is No Fun At All definitief terug. De Zweden zijn trouw gebleven aan hun sound zonder momentum te verliezen. Ze klinken nog steeds even onrustig en snedig als tijdens hun beste dagen, maar de wereld ziet er net iets anders uit en de fans zijn ook allemaal een jaartje ouder geworden. Eerder dit jaar brachten ze nog hun tweede album Out of Bounds integraal in Hanger 27 in Edegem. De gedeelde affiche met tijds- en landgenoten Satanic Surfers liet een band zien die na een carrière van dertig jaar nog steeds bruist van de energie. De zaal zat afgeladen vol en vanaf eerste tonen werden die oude knoken niet al te voorzichtig uitgetest in de moshpit.
In de bisronde kregen we met “It’s Not A Problem” een eerste proevertje uit Seventh Wave. Wie zich verwacht had aan een grote stijlbreuk of nieuwe invloeden, kwam van een kale reis thuis. Blindelings, bijna moeiteloos, paste dit nummer in hun set. Iemand die nog nooit No Fun At All gehoord had, zou het verschil met de oude nummers niet eens opmerken. Opvolger “See the Splendor” klonk iets trager, maar ook hier was van een stijlbreuk geen enkele sprake. Nooit zakt het aantal beats per minuut onder het aantal hartslagen per minuut na een stevige trainingssessie, waardoor Seventh Wave perfect zijn plaatsje weet te vinden in de catalogus van de band.
Nog zo een song die boven het gras uitsteekt is derde single “Dead and Gone”. Zanger Ingemar omschrijft hoe het zou zijn om vast te houden aan dingen die er niet meer zijn. Als een toneel waar je niet zeker van bent of er überhaupt wel iemand zal komen opdagen. Het nummer omvat alle ingrediënten die je kan verwachten voor een No Fun At All-nummer; die typisch snelle gecompenseerde gitaarsound, afgewisseld met palmhandmuted akkoorden gespeeld op beide gitaren zodat ze hard en stevig binnenkomen en af en toe een herkenbaar snedig gitaarlijntje. Ingemar die zijn teksten erover gooit met een Zweeds accent en de drums die razen aan 120 kilometer per uur. Alles wordt mooi afgewerkt met een melodieus refrein waar heel de bende de titel scandeert. “Dead and Gone” is er eentje dat we nog geregeld gaan horen tijdens de liveshows lijkt ons.
Maar hun sterkte is tevens ook hun grootste zwakte; een mens kan maar zoveel nummers in elkaar steken met drie akkoorden. Af en toe overvalt ons het gevoel wel eens alsof we het al eens gehoord hebben, maar dan in een betere versie. Of ons geheugen maakt ons dit gewoon wijs omdat die oude nummers in ons geheugen gegrift staan. Opener “Tear Me Down” is net zoals “Catch Me Running Around” een snel openingsnummer, maar heeft niet die impact. Een minuutje korter en je had een song die misschien wel kon wedijveren om de liveshow af te trappen.
Wanneer de grens van de drie minuten in zicht komt, durft het allemaal wel eens saai te worden. “Wonderland” probeert even het tempo te veranderen in het midden van het album, maar klinkt vooral onsamenhangend en inspiratieloos. “Everything’s Gonna Be Alright” schakelt ook even een versnelling lager, maar hier vinden ze wel het juiste evenwicht wat resulteert in een van de hoogtepunten van Seventh Wave. Het neemt ons terug naar de tijd van State of Flow, het vierde album dat minder goed ontvangen werd door de fans en de eerste break-up inluidde. Ze pikken alle goeie aspecten op en gieten deze in een song die wel voor de gepaste variatie zorgt.
We mogen concluderen dat No Fun At All op hun zevende album geen nieuwe paden bewandelt. Er wordt niet voor avontuur en vernieuwing gekozen en afhankelijk van je verwachtingen is dat goed of slecht nieuws. Voor wie graag blijft hangen in de goeie oude tijd zal Seventh Wave een lekker hapje zijn. Wie graag wat meer nieuwe geluiden had gehoord van de Zweden zal eerder ontgoocheld zijn. Noem dit album gerust een dubbeltje op zijn kant, maar wie vroeger luidkeels meezong met al hun hits zou deze Seventh Wave toch een eerlijke kans moeten geven.
Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify.