Zoals het hoort op een tweede festivaldag, gaat het allemaal wat moeizamer. De weide vult zich iets trager, de benen willen niet helemaal mee en het duurt iets langer voor we besloten hebben wat we willen drinken. Als vanouds trekken we toch vol goeie moed de festivalweide op, want daar valt hoe dan ook heel wat te beleven. Geen Italianen om de affiche te sieren en dat merken we meteen, het gaat er een stuk rustiger aan toe dan op de eerste dag. Hoewel, echt rustig kan je het hier niet noemen, want wanneer om 10 uur de poorten van de heilige festivalgrond opengaan, staat er al een heuse rij bij de camping te wachten. Je zou maar eens een minder goed plekje te pakken hebben, of niet het eerste biertje bij de bar bestellen. Goed, die vermoeidheid moet dan nog maar even wachten, want hier zijn we maar heel even.
Coline & Toitoine
De huidige coronamaatregelen in Israël zorgden ervoor dat Lola Marsh uiteindelijk toch vervangen diende te worden. Gelukkig waren er de immer vrolijke Coline & Toitoine die de kans met beide handen grepen om op het grote podium van Ronquières te staan. Meer zelfs, om dat podium te openen. Een moeilijke taak zo bleek ook voor de jonge muzikanten. Met hun fijne popliedjes is niks mis, zo ontdekten we al op SOMA, maar af en toe mag er toch wat peper op het geheel. Een groot podium met z’n tweeën vullen, is geen makkelijke opgave en de Brusselaars doen er dan ook alles aan om je te overtuigen. Het geheel klinkt speels en laat daardoor mogelijk wat kansen liggen om meer te zijn dan dat. Ze laten dan ook weten dat de set zeer last minute bij elkaar geraapt is en dat Toitoine zich de dag voordien ook nog eens aan de andere kant van het land bevond. Maar goed, zelfs al was dit niet onze favoriete act van de dag, dan nog was het een aangename opener op zondag en we moeten het duo wel nageven dat ze toch een bijzonder puike muzikale prestatie leverden.
Aurel
Aurel staat dit najaar in de Botanique tijdens Les Nuits en waar een soloshow daar prima werkt, hebben we daar onze twijfels over wanneer het gaat over grotere festivals. Muzikaal zit het verhaal van de jongeman goed in elkaar, maar er ontbreekt iets. Wat extra mankracht op het podium zou daarbij een oplossing kunnen zijn, want het geheel blijft nu net iets te statisch. De muziek is dat dan weer alles behalve, want naarmate de set vordert, vloeien de bassen steeds rijkelijker en worden de stijve heupjes als gevolg van een wilde eerste festivaldag weer losgemaakt worden. We krijgen ook nieuw werk te horen dat overduidelijk een resultaat is van een welbekende pandemie, maar daar kunnen we hem alvast niet echt op afrekenen.
Videoclub
Waar het eerder op de dag nog wat ontbrak aan pit, krijgen we dat in overvloed bij Videoclub. Gehuld in het wit schildert de band muzikaal in felle kleuren die al gauw resulteren in een weide in extase. De zondag lijkt nu echt op gang getrokken door de energieke set en hier en daar wordt het voorzichtig meezingen omgezet in luidkeels brullen. Er waren duidelijk nog zeldzame enkelingen die geen weekendticket hadden, want verder zag het publiek er niet meer zo fris en fruitig uit als een etmaal voordien. De frisse pop van Videoclub die ons deed denken aan Claire Laffut en zorgde voor een zeer fijne sfeer die doorheen de dag verder gezet zou worden. Hun grootste hit “Amour Plastique” mocht dan ook niet ontbreken en we zouden liegen als we zouden zeggen dat dat niet het hoogtepunt van de set was. Al was het onuitputtelijke enthousiasme van de muzikanten ook zeer aanstekelijk.
L’Impératrice
We willen ons niet reduceren tot het becommentariëren van de outfits van bands, maar het moet gezegd zijnde: we zagen zeer indrukwekkende dingen. Zo brachten de kleurrijke pakjes van L’Impératrice meteen fleurigheid op podium waarna de muziek die taak moeiteloos overnam. “Anomalie Bleue” zette de toon en nog voor we het goed en wel beseften, leken we ons in een parallel universum te bevinden. Dromerig, dansbaar en een tikkeltje retro, dat is L’Impératrice op z’n best. Op hun recentste album Tako Tsubo bewees de band zichzelf, maar live moest die bevestiging iets langer op zich laten wachten. We kunnen inmiddels met zekerheid zeggen dat het geheel live helemaal tot leven komt en zelfs extra dimensies lijkt te verkennen. Ook “Peur des files” zorgde voor een absoluut hoogtepunt wanneer aangemaand werd om zo luid en angstaanjagend mogelijk mee te zingen. Feminisme is niets om bang van te zijn, aldus zangeres Flore. Dat L’Impératrice een wereldband in wording is die dat eigenlijk al lang had moeten zijn, bevestigt hun geplande optreden op Coachella 2022.
La Femme
Hoeveel synths kan je kwijt op een podium zonder dat ze overbodig worden, dat moet zowat de filosofie van het Franse La Femme geweest zijn. De Babord stage zag er drukker uit dan ooit, maar de band maakte allesbehalve een chaotische indruk. Als een perfect gechoreografeerd geheel begonnen ze aan hun set die al gauw de weide in vuur en vlam zou zetten. Als een geboren entertainer pakt Marlon Magnée het podium in waarna ook zijn kompanen hetzelfde doen. Het geheel klinkt strak, maar menselijk en het is net die kracht die La Femme al jaren een vaste waarde maakt in Frankrijk. Wanneer er zowaar met synths rondgeslingerd wordt, vrezen we even voor het leven van het desbetreffende instrument, maar zoals het een echte muzikant betaamt, komt het allemaal wel goed. Hoewel de band vooral de recentste plaat Paradigmes voorstelt, krijgen we ook ouder werk te horen. Hoewel het nummer al vijf jaar meegaat, klinkt “Où va le monde” treffender dan ooit. Waar de wereld heen gaat, dat weten we helaas niet, maar mocht je onderweg nog even langs La Femme passeren, dan is het een tussenstop meer dan waard.
Deluxe
Gekke snorren en kleurrijke gewaden zetten de toon bij Deluxe en dat nog voor de band goed en wel aan hun set is begonnen. De mengelmoes van stijlen die de band ons voorschotelt, gaan we niet proberen ontleden al hoorden we wel poppy en Afro-Amerikaanse invloeden. Dat er op de zondagavond nog serieus gefeest kan worden, getuige de laaiend enthousiaste mensenmassa voor het podium. Er werd gedanst! Alsof dat ooit zo’n bijzonderheid zou zijn, maar als we zeggen dat het dak eraf ging, was dit vast een understatement. Terwijl zangeres LiliBoy zich ontdeed van alle balast, ofwel haar kleurrijke jas en de snor die als rok fungeerde, zorgden de andere muzikanten voor een uitermate feestelijke sfeer. Even met je ogen knipperen en je hebt alweer heel wat gemist, of zo lijkt het toch wanneer Pépé met zijn saxofoon naar het publiek loopt. Zelfs wanneer je niet vertrouwd bent met hun muziek, zorgt de doorwinterde band dat je binnen luttele seconden net zo enthousiast bent als hun trouwe schare fans.
Woodkid
We waanden ons zowaar in een film, want Woodkid was een van de zeldzame artiesten waarbij het visuele aspect zo belangrijk was. Onderaan op het podium namen de muzikanten plaats, waarna Yoann Lemoine – zoals de man in het dagelijkse leven heet – als een soort almachtige figuur verscheen bovenop een platform. Gehuld in grijze pakken wisten ze ons toch een zeer kleurrijke en levendige show te geven waarbij de muziek misschien wel belangrijker was dan de artiest zelf. Dat er goed nagedacht was over het geheel, werd al snel duidelijk wanneer krachtige beelden elk fysiek menselijk aspect in het niets lieten opgaan. Met onder meer strijkers en blazers op het podium kregen we een soort mini-orkest en dat is iets wat we tot op dat moment nog niet gezien hadden op het festival. Veel heeft het publiek dan ook niet nodig om helemaal op te gaan in de muziek, al helpt het wel wanneer Lemoine af en toe de catwalk even oploopt om de menigte een beetje op te hitsen. Wie van elke minuut geniet, verliest de tijd uit het oog en zo liep ook de set van Woodkid voor we het goed en wel beseften op z’n eind, al was er natuurlijk die monsterhit “Run Boy Run” die nog even de revue moest passeren. En hoe, als bezetenen gingen de festivalgangers tekeer en ook op het podium werd er gespeeld alsof lijf en leven er vanaf hing.
Zelfs na zo veel maanden, wisten we nog steeds hoe een festival er hoort uit te zien en met ons vele anderen. Proeven van vrijheid smaakte zelden zo goed en we kunnen dan ook niet wachten tot dit soort weekends weer dagelijkse kost wordt. Twee dagen Ronquières leerden ons dat er ook aan de andere kant van de taalgrens heel wat te ontdekken valt. Moe, maar meer dan voldaan namen we dan ook afscheid van het hellend vlak en keerden we terug naar ons berenhol om even te bekomen.
Ontdek nog meer foto’s op onze Instagram.