Bij Duran Duran denken we niet meteen aan Dr. Durand Durand, een personage uit de sciencefictionfilm “Barbarella”, maar wel aan het heerlijke begin van de jaren tachtig met de opkomst van new wave en synthpop. De stem van Simon Le Bon is een van de meest herkenbare uit die glorieperiode van goede muziek en slechte smaak qua kledij en kapsels, ook wel gekend als het New Romantic Era. Sinds hun oprichting in 1978 verkochten ze maar liefst honderd miljoen platen wereldwijd en scoorden verschillende tijdloze hits zoals “Girls on Film” (1981), “Hungry Like the Wolf” (1981), “The Reflex” (1984), “The Wild Boys” (1985) en de titelsong voor de Bondfilm “A View To A Kill” (1985). Deze laatste is zo’n zeldzaam nummer dat populairder werd dan de bewuste film. Op het hoogtepunt van hun succes stapten drie leden, de broers Taylor, uit de band en waren ze plotseling uitgezongen. In 1993 kwam de band met een andere bezetting naar buiten, met onder andere “Ordinary World”, maar dit nieuwe ensemble bracht enkel soft rock, waardoor de fanbase afhaakte en Duran Duran helemaal wegdeemsterde vanaf de jaren negentig.
In 2003 polsten Simon Le Bon en Nick Rhodes de andere originele bandleden voor een reünie en sindsdien toerden ze vooral, waarbij ze teerden op hun oude successen en af en toe eens nieuw materiaal brachten. In 2021 is het veertig jaar geleden sinds hun titelloze debuutplaat en dit wil de band niet ongemerkt laten voorbij gaan. Om hun jubileum te vieren, werken ze al sinds 2019 samen met producer Mark Ronson, Nile Rodgers (!), ex-Blur-gitarist Graham Coxon en Giorgio Moroder aan een nieuwe plaat. Als je deze namen leest, dan weet je dat Duran Duran het grof geschut inzet. Hun vijftiende studioalbum Future Past moet (en zal) de apotheose worden van hun succesrijke carrière. In mei van dit jaar verscheen alvast een eerste voorsmaakje van hun herkenbare sound met “Invisible” en met “More Joy” lanceren ze nu een tweede teaser van het album dat op 22 oktober zal verschijnen.
“More Joy” ontstond uit een spontane jamsessie tussen Graham Coxon en Nick Rhodes. Deze sessie deed hen denken aan de sfeer van Japanse videospelletjes en zo kwamen ze bij het idee om het mee te laten inzingen door Japanse vrouwenstemmen. Simon Le Bon contacteerde daarop Mana, Kana, Yuuki en Yuna van CHAI, het Japanse exportproduct voor de discopunk. Het resultaat is een energieke song waar de joy vanaf spat. Vanaf de eerste tonen ruik je de zeepbellen en het geurige bubbelbad waarin je wordt ondergedompeld. Het minimalistische deuntje glijdt als honing door de stem van Simon Le Bon, die blijkbaar amper een pluim of noot is verloren na veertig jaar. Halfweg wordt de song even iets hectischer dankzij de meiden van CHAI, maar dat is nu eenmaal de sfeer van de Japanse pretpunk. Het refrein is vrij catchy en zo’n commercieel geheel zijn we helemaal niet gewoon van Duran Duran. Fans van het eerste uur zullen misschien niet zo enthousiast zijn over dit afgelikte Duran Duran. Deze wereldgozers tonen alleszins wel aan dat ze mee zijn met hun tijd en aanspraak maken op een hele nieuwe schare fans, van Birmingham tot in Nagoya. Wij zijn alleszins fan van deze symbiose van een oudere sound in een nieuw jasje, ook al komt de Japanse aanstekelijkheid van deze tweede single hier en daar wat ongemakkelijk over.
Ontdek nog meer nieuwe muziek op onze Spotify.