Douglas Dare hebben we als een van de voortrekkers van de Erased Tapesgarde altijd al een interessant artiest gevonden. De Engelsman heeft een achtergrond als klassiek pianist en verwerkt deze invloed eens subtiel, dan opvallend in zijn singer-songwritermuziek. Het resultaat is in het verleden al vaak goed binnengekomen; we denken dan vooral aan Aforger, wiens boeiende schrijfsels en eclectische composities ons helemaal konden inpakken.
Op Milkteeth, inmiddels zijn derde plaat, heeft Douglas het anders aangepakt. De bij momenten groteske productie van nummers als “New York” en “Rex” is hier nagenoeg volledig verdwenen. In plaats daarvan drenkt de plaat zich in minimalisme en subtiliteit. Waarschijnlijk is dit een poging om de songs voor zichzelf te laten spreken, waar in theorie niks mis mee is. Het resulteert in dit geval echter in een album waarop de balans tussen consistentie en repetitiviteit er wat naast zit.
Opener “I Am Free” komt eerder fluisterend binnen, maar ontpopt zich tot een mooie ballade met twinkelende pianolijnen die ons wat aan “Killing Time” van Nicolas Jaar doen denken. De subtiele percussie die naar het einde toe opduikt versterkt op smaakvolle wijze de sfeer. Het contrast met de volgende song waar we op zaten te wachten komt echter niet; “Red Arrows” ligt grotendeels in dezelfde lijn, en de perfect uitgevoerde canonzang kan niet verbergen dat het dit nummer nogal aan inhoud ontbreekt.
De plaat gaat nog even zo door en ook “The Piano Room”, de eerste van drie interludes, klinkt eerder als een extensie van de songs die we net hoorden. Het is pas bij vooruitgeschoven single “Silly Games” dat Milkteeth ons terug meekrijgt. Hier heeft de spaarzame instrumentatie wel het bedoelde effect, want dit was in elke aankleding een sterke song geweest. De galmende akoestische gitaar straalt warmte uit, en zonder het volume de lucht in te jagen weet Douglas het nummer naar een mooi hoogtepunt te brengen.
Toch krijgen we het gevoel dat Milkteeth doorheen zijn 37 minuten nooit echt op gang komt. Songs klinken voortdurend alsof ze dreigen los te breken, maar doen dat uiteindelijk nooit. Wanneer er uiteindelijk een subtiele beat in “The Playground” opduikt, heeft die een effect vergelijkbaar met de eerste zonnestralen na een winterse storm. De enigszins elektronische outro van het nummer is de enige van zijn soort, en geeft mooi weer wat deze plaat voor de rest van zijn speelduur mist.
Milkteeth is een esthetisch mooie plaat, maar daarom geen bijster memorabele. Op met name Aforger hoorden we veel meer dat ons echt kon boeien. De acht volledig gevormde songs die deze plaat kent zijn steeds lieflijk en intiem, maar steken zelden ver boven de middenmoot uit. Het zijn slechts de nummers die door de herhaling breken waar we het echt warm van krijgen. Het pleziert ons dat Douglas Dare nieuwe dingen probeert, maar dat kan volgens ons zonder te moeten afdoen aan diepgang en herhalingswaarde.
Wie Douglas Dare live wil bewonderen zal daarvoor naar Nederland moeten, want op 2 mei maakt hij een stop in Utrecht.