Op zijn vijfde album rukt de Ierse songschrijver/componist John Blek alweer een verse lading liedjes aan. Bij uitstek ambachtelijke, door dromerigheid gekenmerkte liedjes waarin leven, lust en revolutionaire liefde bezongen worden. Op de in 2018 uitgegeven voorganger Thistle & Thorn bleek de natuur het uitgangspunt, nu gaat het vooral over het nadien, over het achteraf. De sintels die langzaam uitdoven, maar toch de sporen van een zekere vorm van bestaan nalaten. Tezelfdertijd laat Blek niet na om ook te wijzen op emotionele volwassenwording in roerige tijden.
Negen songs houdt de Ier de luisteraar in een bedwelmende roes. Want The Embers is een heerlijk bewijs van een songschrijver wiens ambacht de oren zachtjes streelt. Blek houdt van folk, van wilde country en laaft zich aan de rijpe tradities van de muziekmakerij. Doorgaans houdt hij het op een behoorlijk sobere, maar erg functionele begeleiding. Al blijft de akoestische gitaar ergens wel het ankerpunt vormen. Dat maakt ook dat inspiratiebronnen als Nick Drake (of nog Richard Thompson of John Renbourn) een hint geven van wat de luisteraar zoal mag verwachten. Naast het bijzondere gitaarspel, vaak sierlijk gefingerpickte melodielijntjes, is er vooral Bleks warme stem die indruk maakt.
Aan de zijde van Blek vinden we onder meer Mick Flannery terug, een Ierse collega-songschrijver die zelf ook enkele prachtplaten op de mensheid heeft losgelaten. Ook klarinettist Matthew Berrill (Ensemble Eriu) en drummer/percussionist Davie Ryan (Notify, Atlantic Air Orchestra) leveren enige ondersteuning op deze door multi-instrumentalist/producer Brian Casey in het Ierse Conakilty opgenomen plaat. Samen maken zij van The Embers een album dat het vooral moet hebben van tijdloze pracht. Neem bijvoorbeeld het vaagweg naar Big Stars “Thirteen” verwijzende “Empty Pockets” (geen geld op zak, maar (artistieke) vrijheid is onbetaalbaar). Of luister hoe het huiveringwekkende “The Haunting” van wal steekt met spartaans kale gitaarpicking en op tekstueel scherp vlak de luisteraar koud bij het nekvel pakt.
Een van de thema’s die opduiken is het woelige gebied tussen vriendschap en liefde (“Ciara’s Waiting”). Dat vind je ook terug in een song als “Flame” waarin het verlangen naar een passionele liefdesaffaire vergeleken wordt met de snelheid waarmee een gebouw ineenstort. Elders, zoals onder meer tijdens “Revived” of in afsluiter “Walls”, merk je hoe de aanzet van akoestische folk en country fraai uitgediept geraakt met allerhande (bas)klarinetgeluiden. Het geeft aan hoe Blek & co een fraai geluidspalet voor de intrinsiek knap in elkaar gestoken songs onderzoeken. Kortom: de dromerige songs van The Embers verdienen absoluut aanbeveling. De zachtjes uitgedoofde sintels hebben hier alvast hun sporen nagelaten.