Voor lieflijke, suggestieve jazznummers zonder pretentie maar met bakken potentieel moet je bij The Milk Factory zijn. In tegenstelling tot wat de naam suggereert, staat dit Belgische zestal noch voor industriële klanken of mechanische eenheidsworst, noch voor discriminatie van de lactose-intoleranten of veganisten onder ons. Enkel fans van het stevigere materiaal zullen niet aan hun trekken komen bij deze kleine, maar geweldig fijne muziek.
In ons interview met Thijs en Edmund vertelden ze helemaal klaar te zijn voor de release van hun debuutplaat en alvast zin te hebben in de concerten die volgen. Al na luisterbeurt één van The Milk Factory’s Aula waren wij helemaal van ónze melk en kunnen we alvast aanraden om deze warme livebelevenis niet te missen.
Aula opent met het uiterst dromerige “Verrevan” dat voorzichtig als een fluffy dekentje om je heen gedrapeerd wordt. Net als op “Groef” brengen de melodieën die met elkaar spelen en subtiel in elkaar overgaan je in vervoering, al is het uiteindelijk vooral de rustig aangepakte opbouw die verzekert dat je in de sfeer zit. The Milk Factory brengt een sprookjesbos tot leven. Ze schetsen prachtige taferelen op een gezapige manier, zodat je elk ontluikend element aandachtig in je op kan nemen. De meest treffende voorbeelden hiervan zijn misschien wel “Roundish” en “Whistle Island”, die schitteren in hun intimiteit en traanklieren kunnen aanporren alsof het niets is.
Er kan veel aan de gang zijn in de nummers, zonder dat ze te druk of opdringerig binnenkomen. Verhalende wendingen worden aan elkaar gebreid met de expertise van snit en naad studenten en zodoende spitsen we de oren maar al te graag voor de woelige finesse van “Aula”, “Bunny” en “Houtdokken”. Zo blijft ook eerder gereleasete single “Papegaai” een enorm beeldend exemplaar dat ondanks z’n tempo heel nostalgisch aanvoelt. Pfoeh.
De heren hadden ons voldoende variatie beloofd in het interview, en dat krijgen we duidelijk ook. Naast al die idylle is er namelijk ook ruimte voor een geagiteerde klank op “Tref” en een boeiende mengeling van rust en een soort fascinerend, zoekend achtergrondgerommel op “Schroom”. The Milk Factory steekt er spanning in, en doet dat zonder hun eigenheid te verloochenen. Daarnaast weet de groep je te overvallen met weemoed waarvan je al lang niet meer wist dat je het in je had met de gitaarfocus in – uiteraard – “Gitaar 2”.
Het is duidelijk: Aula is een debuut dat niet gemaakt is door doetjes, al maakt de muziek zelf ons wel zodanig week dat we er zelf doetjes van worden. Hoe dan ook, The Milk Factory heeft een bescheiden en tegelijk doortastende jazzklank in handen waar we maar niet genoeg van kunnen krijgen. Het jaar is nog maar begonnen, maar The Milk Factory zou wel eens tot een van de ontdekkingen van het jaar kunnen gaan horen.
Je kan The Milk Factory live aan het werk zien op 14 januari in Flagey in Brussel op het Brussels Jazz Festival. Op 25 januari vind je hen in De Schakel in Waregem en op 1 februari in Arscene in Hansbeke. De Handelsbeurs in Gent passeren ze op 5 februari en Vrijstaat O in Oostende wordt aangedaan op 9 februari. Tot slot speelt The Milk Factory in de Lokerse Jazzklub op 9 mei.
Ontdek nog meer muziek op onze Spotify.