Interview JC Stewart: ‘Ik zit nog in de opbouwfase’

De Ierse singer-songwriter is nog bloedjong, maar werkt ontzettend hard aan zijn doorbraak. Zo schreef hij al nummers voor Lewis Capaldi en tourde hij reeds met Snow Patrol, Anne-Marie en Lauv. Momenteel doorkruist hij Europa als voorprogramma van JP Cooper en trad hij dus ook in Brussel op. Voor zijn show spraken we met de jonge artiest en vertelde hij over zijn muzikale plannen, zijn eigen label en songwriting.

Hey John, hoe gaat het?
Alles goed, zeer goed zelfs!

Je bent momenteel op tour met JP Cooper. Hoe was het tot nu toe?
Het was een echte wervelwind tot nu toe. We zijn gestart in Dublin, zijn dan verder naar Manchester, Birmingham & London en zijn nu in Brussel. Het is ontzettend leuk om met hen op de bus te zitten en dan wakker te worden, zoals deze ochtend met een uitzicht op de mooie tuin van de Botanique. De shows waren tot nu ook echt leuk en ik geniet met volle teugen.

Je zus gaf je de grappige bijnaam ‘Professional Sadboy’. Wat bedoelt ze daarmee?
Ze vroeg me ooit eens waarom ik zo veel depressieve nummers schrijf, terwijl ik vind dat ze niet zo triestig zijn. In het echte leven ben ik super gelukkig. Ze noemde me dus ‘professional sadboy’ omdat ik zogezegd bedroefd ben voor mijn job. We lachen er nog steeds om en het is stiekem ook goede marketing.

Je schrijft veel over liefde en liefdesverdriet. Weten de meisjes waarover je schrijft dat bepaalde nummers over hen gaan?
Ik had tot nu toe maar één echte vriendin en ik vertelde haar dat sommige nummers over haar gingen maar dat ik er ook dingen bijschreef. Ze vond het absoluut niet erg en zei zelf dat ze tegen iedereen zou zeggen dat de nummers over haar gaan. Ze had er dus geen bezwaar tegen.

Je schrijft ook voor andere artiesten zoals Lewis Capaldi. Wanneer weet je of je een nummer gaat afgeven of zelf gaat houden?
Normaal gezien ga je in zo een schrijfsessie waarvan je weet dat het nummer voor de andere artiest is. Het is dus nooit mijn nummer, maar echt voor iemand anders. Bij Lewis zaten we tot vier uur in de ochtend in de studio en hadden we heel wat plezier. Het kwam wel al enkele keren voor dat artiesten een nummer van me wilden, maar dat ik het wilde houden omdat het mijn verhaal is.

Recent heb je “Pick Up Your Phone” uitgebracht. Waar gaat het nummer over?
Op de dag dat we het nummer schreven, kreeg ik telefoon van dat meisje en ik wist dat opnemen een slecht idee zou zijn. De dag ervoor had ik haar gestuurd en antwoordde ze niet, en omgekeerd. We wisten gewoon dat het een slecht idee zou zijn als we zouden afspreken. Ik denk dat dat echt iets menselijk is, want je doet het liefst dingen die je eigenlijk niet mag doen.

Je hebt je eigen label ‘Sub Brand’ opgericht, waarop je zelf muziek zal uitbrengen. Waarom wilde je een eigen label opstarten?

Het was altijd mijn droom om label-eigenaar te zijn en van zodra ik veertig of vijftig ben, wil ik echt zelf actief artiesten onder contract nemen. Ik kom van een deel van de wereld waar het ontzettend moeilijk is om als muzikant potten te breken, dus ik wil gewoon een platform bieden voor muzikanten die hetzelfde meemaken en hen kansen geven. Het leukste aan muziek vind ik het samenwerken met andere mensen, dus mijn eigen label runnen geeft me nog eens die extra push om daar extra hard voor te gaan. ‘Sub Brand’ oprichten was een no brainer.

Het zou me dan ook niet verbazen, moest je constant op zoek zijn naar nieuwe artiesten. Waar ontdek jij opkomend talent?

Veel mond-tot-mondreclame! Mensen vragen mij vaker of ik iemand ken en dan zoek ik die persoon uiteraard meteen op. Verder is Spotify echt goed om artiesten te ontdekken en vind ik ook heel wat spannende artiesten onder de ‘discovery’ functie van Instagram. Je kan tegenwoordig echt bijna overal nieuwe artiesten ontdekken.

De meeste nummers die je tot nu toe uitbracht bevatten een piano of een gitaar. Wat is volgens jou de kracht van deze akoestische instrumenten?

Als ik nummers schrijf, wil ik er zeker van zijn dat ze zonder productie of band even goed overkomen. Daarvoor moet ik back to basics gaan en een instrument kunnen bespelen is hier super handig in. Het geeft me bovendien ook de kans om organisch aan nummers te werken en ik heb dat altijd al zo gedaan. Als ik met mijn band speel, dan speel ik nauwelijks instrumenten en zing ik vooral. Maar als ik solo op het podium sta, dan breng ik mijn nummers met de gitaar of piano.

Vanavond speel je dus helemaal op je eentje en zonder band. Voel je je dan eenzaam op podium?

Ik voel me niet eenzaam omdat het een heel andere setting schept. Met de band klinken mijn nummer veel grootser en probeer ik voor sfeer te zorgen door het publiek te betrekken in de show. Als ik dan op mijn eentje ben, leg ik de focus dan vooral op het vertellen van verhalen en probeer ik met elke persoon die luistert een klik te maken. Het zijn twee enorm verschillende shows en het is soms moeilijk om daartussen te switchen. De ene dag sta ik in een intieme setting en dan sta ik een paar dagen later in een gigantische arena met mijn band. Het contrast is groot, maar zorgt voor afwisseling.

Tot nu toe hebben we nog geen groter project van je gehoord en bracht je alleen maar singles uit. Wanneer kunnen we een volledig project van je verwachten.

Er komt een ep uit binnen zes weken met vier gloednieuwe nummers op. Volgend jaar komen er nog meer singles en nog een ep, dus een album komt er niet meteen. De plannen zijn er wel, maar dat zal dus eerder voor 2021 zijn. Momenteel probeer ik zoveel mogelijk muziek uit te brengen en zal zien wat er nog zal gebeuren.

Heb je dan wat schrik van het concept ‘debuutalbum’?

Nee absoluut niet, maar ik wil gewoon zeker zijn dat de vraag ernaar groot genoeg is. Ik wil zeker zijn dat mensen het willen horen en wil ook zeker zijn over de dingen die ik op mijn debuut bespreek. Ik heb tot nu toe nog maar drie singles gelost via een label, dus het is nog maar het begin. Ik zit dus nog in de opbouwfase, maar het komt er wel aan.

Bedankt voor het interview en hopelijk tot snel!

JC Stewart keert op 16 mei terug om een show te spelen in Zappa te Antwerpen.