De Amerikaanse singer-songwriter Lucy Dacus bracht vorig jaar haar tweede plaat Historian uit en gisteren was het tijd om die voor te komen stellen in De Kreun in Kortrijk. Ergens dit jaar komt er nog een nieuwe ep van haar uit met nummers die allemaal in verband staan met een feestdag, en na haar betoverende optreden kunnen we daar al niet meer op wachten. Camille Camille verzorgde het voorprogramma en ook zij kon de zaal helemaal voor zich winnen. Een geslaagde avond in teken van singer-songwriters met stemmen om dodelijk jaloers op te zijn.
Openen mocht een van de finalisten van De Nieuwe Lichting van dit jaar, Camille Camille. Deze singer-songwriter sluit natuurlijk perfect aan bij wat Dacus brengt. De jongedame stond daar op haar eentje met gitaar in de hand, maar haar stem als wapen. Die zang werd vergezeld van een karrevracht reverb, waardoor haar zanglijnen extra zweverig werden en iedereen helemaal op kon gaan in haar intieme verhaal. Toch voelde het met momenten als te veel van het goede en had iets minder reverb niet misstaan. Camille Camille heeft per slot van rekening zo’n stemgeluid dat dat niet per se nodig heeft; ze zou zowat alles zou kunnen zingen, en het zal altijd goed klinken.
Haar uitstraling was à l’aise, maar toch zijn we niet zeker of het zo stressloos verliep als het leek. Er kropen namelijk vooral in het begin van haar set heel wat schoonheidsfoutjes binnen in haar gitaarspel. In principe vielen die te vergeven, maar doordat ze zo opvielen, haalde dat voor ons de kracht er wat uit. Ondanks die details houden we een meer dan warm gevoel over aan haar set. Camille Camille heeft ongetwijfeld vele zieltjes gewonnen met dit optreden. Zelf benoemde ze de stilte en aandachtigheid van het publiek, en dat was dan ook echt opvallend; de muisstille zaal bleek in de ban.
Daarna was het tijd voor de Amerikaanse Lucy Dacus om het Kortrijkse podium te betreden. Het was de laatste stop van haar tour en de eerste keer in deze contreien, wat haar extra enthousiast leek te maken. Dat straalde direct af op de toeschouwers, die allemaal in een vingerknip opgegaan waren in de sfeer. Dacus begon solo met een nog onuitgebracht nummer en liet ons kennismaken met haar prachtige stem en vlekkeloze gitaarspel.
Vanaf het tweede nummer kwam haar band erbij en onze eerste bevinding was dat de drum storend luid stond. Misschien lag het aan ons, maar even vonden we het jammer dat Dacus overwoekerd werd door een resolute drum waar dat niet per se hoefde. Toch bleek bij de volgende, meer upbeat song dat de drum er een goeie drive achter stak en het geheel net kracht bijzette. Los van onze gemengde gevoelens over die percussie was de rest van de set een streling voor het oor.
De Amerikaanse haalde veel van haar meer uptempo songs boven en vaak begon het publiek mee te wiegen op de muziek. Aan uitbundige dansmuziek moest je je niet verwachten, en daar was ook niemand voor gekomen. Lucy Dacus staat voor oprechte muziek, waar die stem van goud over gevleid wordt en waar je al eens op kan meebewegen met een glimlach op je gezicht. Daarnaast was er ook ruimte voor haar tragere werk, dat niet zozeer op de heupen maar op de emoties inspeelde. Wanneer het enkel Lucy’s stemgeluid en haar gitaar waren die weerklonken, waren we steeds even van onze melk. Vooral haar recent uitgebrachte single “My Mother & I” betekende toch wel een hoogtepunt in de set. De gitarist ging er zelfs bij zitten en gelijk had hij, want ook wij waren onder de indruk van de kracht van de meer minimale sound.
Na een tijdje bleek ook dat de Amerikaanse een goed gevoel voor humor heeft. De muzikante heeft best wat nummers die zwaar kunnen vallen, dus deze spontane verlichting tussendoor viel zeker in goede aarde. Wanneer ze haar “La vie en rose” met een onmiskenbaar accent had afgerond, benoemde ze dat zelf en lachte ze er eens mee. En alvorens ze dan haar protestgetinte song in wou zetten, excuseerde ze zich nog even voor haar ’trash government’ en moest iedereen toch even gniffelen. Dat alles maakte Lucy nog sympathieker dan ze al was en heel de zaal at uit haar hand.
Dacus bleef steeds haar sympathieke zelve, de bassist ging er helemaal in op met zijn lange haren overal behalve uit zijn gezicht, de gitarist was dan weer helemaal in the zone en de drummer staarde voor zich uit alsof hij nadacht over wat hij morgen allemaal moest meebrengen van de Delhaize. Die vier samen op een podium, het was eigenlijk echt een leuk zicht; het had iets heel ongekunsteld over zich. Ieder stond er op zijn eigen manier en dat kwam samen in mooie gehelen waar heel De Kreun van genoot.
De set werd afgesloten zoals die begonnen was: solo en met een nog onuitgebracht nummer. Die laatste song duidde ze nog gauw met de mededeling dat ze, ondanks wat de tekst lijkt te suggereren, niet werkelijk iemand zou vermoorden. Grappige intro voor een minder grappig, maar wel weer eens betoverend mooi nummer. Dacus verliet het podium niet vooraleer ze iedereen nog eens uitvoerig bedankt had en als er nog harten gewonnen moesten worden op dat punt, was dat daarmee definitief gebeurd. Zoveel authenticiteit, zoveel talent en zoveel zelfrelativering; het siert.