Wat blijft Aspen Edities toch een bijzonder label. Met Let’s Drink The Sea And Dance zijn zij inmiddels toe aan hun achtste release. Zoals gebruikelijk is ook dit nieuwste werkstuk voorzien van exquisiet artwork, deze keer van de Belgische kunstenaar Philippe Vandenberg. Achter Poor Isa schuilen gitaristen Ruben Machtelinckx en Frederik Leroux: jonge muzikanten die elk een heel eigenzinnig parcours varen, maar hier de handen helemaal in elkaar slagen.
Eerder werkten beide muzikanten al samen, met name op het eveneens op Aspen Edities uitgebrachte When The Shade Is Stretched. Het nieuwe Let’s Drink The Sea And Dance (onder de Poor Isa noemer) ligt ergens in die lijn, al zijn er wel degelijk verschillen. Zo treden beide heren hier gezamenlijk aan. Er zijn ook enkele gelijkenissen: de banjo blijft het bepalende instrument, al weten ze het zo aan te pakken dat er naast de inzet van banjo een veel ruimer geluidsspectrum (met woodblocks en thunderdrum) aan bod komt.
Machtelinckx en Leroux zetten hun onderzoek naar bijzondere geluiden voort, zo valt op te merken. Zo valt onder meer de traagheid op, net als de zachtheid en subtiliteit waarmee geluiden en effecten ergens een plaats krijgen. Net zoals dat bij kunstenaar Philippe Vandenberg het geval is, bestaat het muzikale universum van Machtelinckx en Leroux uit voorzichtig aftasten, uit secuur werk en veel aandacht voor kleine(re), maar daarom niet minder betekenisvolle details (zoals het in fijn potlood neergeschreven ‘les rêves cruels’ op de albumhoes). Neem bijvoorbeeld opener “Oceanfuls”, die met langzaam uitwaaierende geluidsstromen gelijk al duidelijk maakt dat het hier niet direct om een plaatsje in de hitparade te doen is.
Tezelfdertijd stel je vast dat de woodblocks voor erg interessante percussieve elementen in het geheel zorgen. En wie op zoek is naar reguliere banjoklanken wordt hier deels op het verkeerde spoor gezet. Tijdens “Sill” herken je vaagweg nog wel de banjo, maar voel je dat het vooral te doen is om de mogelijkheden op het vlak van klankmatige manipulatie. En met “The Sun At Two” vind je een fascinerend spel met fluitachtige en dan weer donkere en onheilspellende geluiden die ook aanwezig zijn in “Elsewhere”. Wie naar enige referentie zoekt: de dissonante geluidswereld van “What’s He Building In There” van Tom Waits.
Het gaat op Let’s Drink The Sea And Dance immers in sterke mate om het verkennen van allerhande auditieve mogelijkheden. Om een muzikaliteit met een hoogst oorspronkelijke bron, hetgeen ook duidelijk wordt in composities als “Sill” of “The Sun At Two”. Bovendien gaan die gepaard met een reeks artistieke keuzes (o.a. artwork) die ook een filosofische inslag verraden. Dat vind je onder meer terug in de albumtitel die zich laat lezen als: het leven is onbetaalbaar. Laat ons het leven vieren, nu het (nog) kan.
In een half uur tijd nemen Leroux en Machtelinckx je mee in een voorheen ongekende en vooral ongehoorde wereld. De originele, soms naar avant-garde neigende muziek is er een van trage en langzame insijpeling die gaandeweg tot totale bedwelming reikt. Het is het abstracte, maar daarom niet minder interessante spel van twee jonge, intrigerende muzikanten, die via deze gezamenlijke inspanning iets brengen dat wat verder en ja, zelfs wat dieper reikt. Kortom: de hoogste tijd voor de avontuurlijk ingestelde luisteraar om het hier aangeboden advies te volgen, namelijk: Let’s Drink The Sea And Dance.