Hoe zou het nog zijn met Band Of Skulls? Je weet wel, zo’n indierockband die samen met de Kaiser Chiefs en de Kasabians van deze wereld eind vorig decennium plots, met de gitaar in de hand, de deur naar de hitlijsten open stampte. Wel, het trio werd inmiddels herleid tot een duo, maar maakt nog steeds muziek – zij het meer in de luwte dan voorheen. Toen waren ze moeilijk van de radio weg te slaan, met hits als “I Know What I Am” en “Death By Diamonds And Pearls”. Op het succes van toen kon de band uit Southampton moeilijk verder borduren, en de recentste singles deden al vermoeden dat hen dat ook in 2019 niet ging lukken.
Wie Band of Skulls zegt, zegt gitaren. Zo van die exemplaren die perfect het midden weten te vinden tussen een vuil, vettig geluid en catchiness. Laat dat nu net zijn wat we op de eerder gereleaste singles misten, al klinken de eerste noten van Love Is All You Love veelbelovend. “Carnivorous” omvat een ongeduldige baslijn met interessant riffje op de achtergrond, waarover de vocalen van Russell Marsden zijn gelegd. Het uitbarstinkje verder in het nummer klinkt niet bijzonder uniek, maar de vuiligheid waarin de hele song gedrenkt werd, trekt ons toch overtuigend over de streep.
Ook song twee van de plaat weet ons best te bekoren. “That’s My Trouble” heeft heel wat weg van een Royal Blood-nummer, maar omvat net genoeg personal touch in de vorm van catchiness om geen klakkeloze imitatie te zijn. Met “Love Is All You Love” krijgen we de eerste single voorgeschoteld. Die doet wat te veel vermoeden dat de band grote fan is van de laatste worp van Arctic Monkeys om te kunnen overtuigen. Stevig gitaargeluid wordt even vergeten. We krijgen een onnodige en kunstmatige cool op ons bord, wat ons zelden weet te boeien.
“Cool Your Battles” is nog zo’n single die voor de release van Love Is All You Love al werd gelost. “Cool your battles, stop the hating”; harder dan dat probeert Band of Skulls niet om ons van het nummer te overtuigen. “Cool Your Battles” is muzikaal dan ook een inspiratieloos niemendalletje dat zijn plaatsje in de vergetelheid van de muziekgeschiedenis snel zal vinden. “We’re Alive” maakt Band Of Skulls met hun achtste nummer nog eens duidelijk – al stellen we ons hier opnieuw de vraag hoe lang dat het geval nog zal zijn. Als het duo de vettige gitaren links laat liggen, weet het op geen enkel moment boeiend te klinken.
Gelukkig zijn die gitaren niet voor de volle tien nummers in de kast blijven zitten. Met nummers als “Carnivorous” en “Not the Kind of Nothing I Know” weet Band Of Skulls het schip alsnog van schipbreuk te vrijwaren. Dat de schade aanzienlijk is, wordt jammer genoeg ook meer dan duidelijk. Met Love Is All You Love heeft de Southamptonse band ook nu het album niet geschreven waarmee ze in de buurt van Baby Darling Doll Face Honey (2009) kunnen komen. En de vrees dat dat misschien nooit meer zal gebeuren, blijkt album na album meer gegrond.