Trouble comes in threes, so does Brutus: zo gooide dit Leuvense trio zichzelf vijf jaar geleden voor de leeuwen. Hun debuut Burst viel in de smaak, gerenommeerde podia zoals Sziget Festival en Pukkelpop bleven niet uit. Afgelopen herfst trokken ze voor de tweede maal naar Canada om hier een vervolg aan te breien. Vanaf 29 maart vliegt opvolger Nest over de toonbank en op de planken. Spraakwatervalletjes Peter Mulders (bas), Stijn Vanhoegaerden (gitaar) en Stefanie Mannaerts (drum, zang) praatten met ons over volharding, eigenzinnigheid en repetities in een Hongaarse toren tijdens een hittegolf.
Vijf jaar geleden stond Brutus voor het eerst op een podium. Was er vanaf het beginmoment al veel toewijding?
Vanhoegaerden: Ik geef toe dat ik er toen iets onverschilliger over nadacht. Showke doen, lachen, hier en daar wat repeteren… zo’n vibe had ik toen. Niet dat ik het niet plezant vond, maar we hebben nooit op voorhand gezegd: ‘Mannen, we stoppen met alles en gaan een band beginnen.’
Mannaerts: Neen, maar ik heb precies wel al vijf jaar hetzelfde gevoel. De focus is altijd bij goede shows gebleven.
Mulders: Er is wel meer bij komen kijken. Je hebt de nummers en de muziek, hetgeen waar het om draait. En dan heb je het circus errond. Toen draaide het enkel nog maar om de nummers. Je moest je auto inladen –je eigen auto– met een remorkske erachter, om dan met z’n drieën naar een show te rijden. Het eerste dat erbij komt, zijn T-shirts, en daarna moet je iets gaan opnemen, waar je voor moet repeteren. Je moet op tijd komen, die studio betalen, je moet geld hebben…
Mannaerts: Ik vond wel dat het van het begin al vrij serieus aanvoelde. Sorry, maar als ik terugdenk hoe wij een maand bezig zijn geweest met onze eerste video… Terwijl niemand van je wakker ligt buiten jezelf.
Kijken jullie nostalgisch terug op die periode?
Vanhoegaerden: Ik denk dat de muziek voor iedereen altijd al voorrang had, maar op den duur moet je gewoon meer rekening houden met alles wat daarbuiten gebeurt. Plus, toen was ik single en woonde ik met mijn beste copain in het centrum van Leuven naast een kebapperie en zestig cafés. Nu ben ik 32, heb ik een appartement gekocht en ben ik verloofd. Voor mij is dat wel een andere tijd.
Mulders: Ik snap Stefanie wel. Of we nu Burst aan het schrijven waren of werkten aan de eerste singles: als we met drie onze versterkers en drums opstelden, voelde dat net hetzelfde. In mijn hoofd, toch. Vanaf het moment dat er gespeeld wordt, lijkt het of er niks is veranderd.
Mannaerts: Nostalgisch, ik weet het zo niet. Het was soms iets te belangrijk voor mij. Tot het punt dat je niet meer duidelijk voor je ziet wat je wil bereiken met de nummers. Voor mij wordt het alleen leuker. Ik denk dat ik later over deze periode heel nostalgisch ga zijn.
Nest lijkt een reflectie op een periode waar jullie soms enkel nog elkaar hadden. Hebben jullie het tourleven onderschat?
Mannaerts: Niet echt, nee. Iedereen zegt altijd ‘gulle tourt zo veel’… Wij hebben net nog niet genoeg getourd! Allez, we hebben wel veel gewerkt. Op tour hebben we bijvoorbeeld op onze vrije dag zitten repeteren, wat ik niet veel mensen zie doen. Dat was veel lastiger. Ik heb touren niet onderschat, maar dat andere was toch veel zwaarder, niet?
Vanhoegaerden: In Boedapest was het op een day off eens verschrikkelijk warm. Onze crew was in de stad cocktails gaan drinken. Wij zaten in een toren –zonder airco– de ganse dag te repeteren, want die plaat moest af.
Mulders: En de crew maar lachen met onze bezwete smoelen!
Vanhoegaerden: Maar op het einde van de dag hadden we dan toch een nummer klaar.
Jullie schreven de plaat dus voornamelijk on the road?
Mulders: Niet letterlijk…
Mannaerts: Maar de reflectie erover wel. Op tour luister je naar repetitie-opnames en leg je teksten voor aan de rest.
Mulders: Sommige teksten stralen dat gevoel wel uit: het feit dat je vier weken onderweg bent. En niet alleen dat, maar ook gaat het vaak over de vele relaties die je hebt: met je lief, je moeder, je beste maat, je bandleden, en er gebeurt van alles mee. Soms ben je er kwaad om, soms vertwijfeld. Daarover gaat de plaat. Als we elke dag thuis hadden gezeten was Nest een totaal andere plaat geweest.
Burst is niet op die manier geschreven?
Vanhoegaerden: Burst was gemakkelijk. We hadden een handvol shows achter de kiezen en wanneer we wilden schrijven, schreven we. Als band schrijf je veel gedurende de eerste jaren, en uit al die nummers kies je dan een plaat.
Mannaerts: Bij Burst ging het gewoon om het registreren van de liedjes. We dachten niet na over wat we wilden vertellen met het album. Het idee was om die nummers keihard te oefenen, en die dan zo goed mogelijk in te spelen. Het moest allemaal juist op de clicktrack staan. Dat hebben we ook gedaan en we zijn daar super blij mee, het klonk ook goed. Maar als je een plaat maakt, krijg je achteraf ook meer zicht op wat je zeker niet wil in de volgende. We hebben veel gepraat over wat we willen doen met de tweede plaat. Wat willen we zeggen? Wat willen we vooral niet zeggen? Moeten we een blij gevoel overbrengen door middel van majeurakkoorden of cleane gitaren? Soms zaten we gewoon zes uur te babbelen.
Vanhoegaerden: Het ging niet zozeer om: ‘Ik vind dit een tof akkoord,’ maar eerder om de vraag: ‘Waarom vind je dat een tof akkoord?’
Kunnen jullie als band nu beter communiceren over de muziek?
Mulders: Ik snap Stefanie nu beter dan twee jaar geleden. Burst lijkt daarom meer een clash, een ontdekking van elkaar en hoe wij drie muziek kunnen maken. Nu is er meer over gepraat, en ik begrijp nu veel meer hoe zij iets wil zeggen met muziek, wat de bedoeling is. Dat hebben geprobeerd zo goed mogelijk te doen, denk ik.
Mannaerts: Zwaar is bijvoorbeeld niet automatisch in de drop D-stemming.
Vanhoegaerden: Toen we begonnen met de band, had ik iets van: ‘Ik moet zo laag mogelijk gaan in een akkoord, en dan is dat heavy.’ Nu geloof ik dat een subtiele gitaar, die clean gespeeld is, met een zanglijn erop die aankomt, minstens even zwaar klinkt.
Mannaerts: Vroeger ging het ook meer om ritmes, het aantal noten en snelheid waar we het verschil mee maakten. Nu vroegen we ons ook af: ‘Zouden we ook niet eens stil doen?’ We wilden verder gaan dan het contrast in tempo.
Vanhoegaerden: Of misschien moet ik hier eens een ganse strofe geen gitaar spelen?
Mulders: Dat hadden we beter eens gedaan, hé.
Vanhoegaerden: Dat heb ik gedaan! Ik speel een nummer bijna niet mee, en ik vind dat kei plezant. Omdat het werkt.
Zitten jullie in met verwachtingen naar het publiek toe?
Mannaerts: De enige verwachting waar we rekening mee hebben gehouden, is die van onszelf. We wilden een betere plaat maken. Niet dat Burst niet goed is, maar je wil altijd een stap vooruit zetten. We wilden niet blijven hangen. Je zou tien keer Burst kunnen maken, en nu weten we dat. We hebben doelbewust gekozen om de ideeën van Burst simpelweg niet te herhalen.
In welke zin brengt Nest dan nieuwe ideeën?
Mannaerts: Dat het iets vertelt, en we niet enkel een coole riff spelen bijvoorbeeld. Waarom is een riff goed? Wat is de meerwaarde van die riff in dat nummer? Niet omdat het snel is. Zo’n vragen speelden een grote rol in Nest.
Vanhoegaerden: Stel dat de gitarist een riff heeft en daar kei enthousiast over is. Hij of zij vindt dat ze er een nummer over moeten maken, tot een ander bandlid zegt: ‘Ik vind dat eigenlijk geen coole riff.’ Muurvast zit je dan. Maar waarom vind je dat niet cool en wat vind je dan wel cool? Die gesprekken zijn we aangegaan.
Mannaerts: Bij Burst maakten we dan eerder compromissen in plaats van er dieper op in te gaan. Eventjes dit, en eventjes dat, half-half.
Mulders: Nu is het allemaal meer verweven. In mijn hoofd, toch.
Vanhoegaerden: Minder ego, niet iedereen moest zijn stukje erin krijgen. Ik vind het zo chic dat als je jaren in een kot zat en hebt gevochten voor je eigen ideeën, dat er op een bepaald moment iemand zegt: ‘Ik ga niet akkoord, maar ik snap het in het geheel van het nummer of de plaat.’
Mannaerts: We hebben ook wat vrolijke nummers op de plaat, wat ik in het begin niet snapte. Toen had ik nog het gevoel van: ‘Ik ben kwaad, ik wil mineurakkoorden spelen.’ Die vrolijke sfeer klopte niet. Pas helemaal op het einde van de rit snapte ik waarom we zo’n nummers nodig hadden. Peter had ook tijdens een sessie gezegd dat hij het allemaal nogal zwaar en negatief vond. De volgende dag beseften we dat dit kwam omdat we het allemaal moeilijk hadden gehad de afgelopen maanden. En dan kun je weer verder, daarna hebben we iets vrolijk geschreven. Vroeger was alles meer een strijd, bij Nest hebben we de balans kunnen vinden.
Net zoals voor Burst namen jullie de plaat op bij Jesse Gander in Rain City Recorders. Speelden jullie ooit al in Canada?
Mannaerts: In een Chinees restaurant!
Vanhoegaerden: Met een grote zwaardvis aan de muur, én een opgezette beer.
Mannaerts: Heel Twin Peaks-achtig.
Vanhoegaerden: En niemand wist dat we daar gingen spelen. ‘Ja, nu is het nog een restaurant, maar seffens is dat hier dicht en dan komt er hier tweehonderd man binnen.’ Een half uur later ging dat dicht en stond er twee man vol argwaan te kijken. Maar cool, hé! Een ervaring op zich… Maar het verhaal van die studio begon dus al bij Burst. We wilden die eerste plaat puur met ons drie opnemen, en daarom zijn we naar Vancouver getrokken. Weg van alles, om onze eigen goesting te doen. Door de opnames van Nest kunnen we die fase van de band dan ook op een toffe manier afsluiten. Maar ik vind ook dat je in een nieuwe studio altijd een periode kwijtraakt, omdat je nog de plaats en de mensen moet leren kennen. Misschien spreek ik enkel voor mezelf, maar ik moet altijd eerst in mijn element komen. Nu kwam Jesse ons oppikken in de luchthaven, en begonnen we onderweg al de vettige moppen te herhalen waar we de vorige keer mee geëindigd waren.
Mulders: We hadden ook het gevoel dat er genoeg verschil zat in de nummers ten opzichte van Burst. Voor het derde album hebben we bijvoorbeeld nog geen idee, maar als het te veel overeenkomt met Nest moeten we misschien een andere studio overwegen.
Heeft Gander veel input gehad?
Mulders: Goh, hij was eerder een registreerder. Hij helpt wel veel, denkt met ons mee en kent onze dynamiek heel goed. Hij weet ook wie wanneer geïrriteerd is, wie wat wanneer wil, waar je kunt gaan en waar je beter weg blijft. Dat is ook belangrijk voor ons.
Mannaerts: Wel is het cool dat Jesse soms aan de handrem kan trekken: ‘Now you’re overthinking it,’ of voorstellen om iets te gaan eten en even stoom af te blazen. Wij kunnen soms te lang doorgaan.
Vanhoegaerden: Wij kunnen nu iets zeggen over een nummer, en er tot vier uur ’s nachts nog over discussiëren.
Jullie werken sinds kort samen met het Amerikaanse label Sargent House, dat onder meer Russian Circles, Chelsea Wolfe, Emma Ruth Rundle, en Deafheaven onder zijn vleugels neemt. Hoe kwam die samenwerking tot stand?
Vanhoegaerden: De eerste plaat kwam uit via het Londense Hassle Records. Die mensen hebben ons doorverwezen naar Sargent House in Los Angeles.
Mannaerts: Ineens kregen we een tweet binnen van Cathy (Pellow, oprichter Sargent House, nvdr): ‘I like this band from Belgium.’
Vanhoegaerden: Cathy is nogal een speciale, indrukwekkende vrouw. Het feit dat zij dat postte gaf bij ons al het idee van: ‘Wat is er hier aan de hand?’
Mulders: Van Stefanies favoriete label dan nog!
Mannaerts: Mijn lief of jullie twee vinden het bizar dat ik niet snel onder de indruk ben. Ik vind dat zelf ook ambetant, zeker als er groot nieuws binnenkomt. Mijn eerste reactie is altijd: ‘We zullen wel zien wat er gebeurt.’ Ik weet nog dat Peter mij stuurde dat ik beter even kon gaan zitten. Ik dacht toen bij mezelf: ‘Voor wat nu weer?’ Maar ik heb letterlijk al de platen van dat label. Sargent House is het enige label dat ik intensief opvolg. Ik weet nog dat ik toen even mijn gsm heb uitgezet en niet geloofde wat ik net had gelezen.
Mulders: Het is niet gemakkelijk om iemand zoals Cathy te vinden die je band honderd procent begrijpt. We hebben heel veel geluk om met zulke mensen samen te werken. In België valt dat goed mee voor de meeste bands, maar zeker in Engeland –eigenlijk in het algemeen vanaf dat je groeit als band– is dat niet meer zo vanzelfsprekend. Ze willen je graag in een hokje duwen, of ze willen Stefanie naar voor schuiven, of ze willen dat je bepaalde kleren draagt. Op zo’n momenten is het belangrijk dat je met mensen samenwerkt die dat kunnen afblokken en zeggen: ‘Neen, we gaan niet met zwarte kleren en brandende kaarsen in een donkere kamer een videoclip opnemen.’
Mannaerts: We hebben dat vrij snel geleerd. Ik weet nog dat we een fotosessie moesten doen op een festival, ergens in ons eerste jaar. Wij waren toen zo dankbaar voor alle kansen die we kregen. Tijdens de shoot stonden we alle drie op een rij, en de laatste minuut vroeg die fotograaf aan mij om een beetje voor de anderen te staan. Die foto stond dan plots in ’t midden van een magazine: met mij op de voorgrond, en de andere twee wazig. Toen werd het voor ons duidelijk: dat doen we nooit meer.
https://www.youtube.com/watch?v=zgJPTD0SJ7k
Is die kritische blik gegroeid door Nest?
Mulders: Dat staat er los van. Vanaf het moment dat je meer bekendheid krijgt, krijg je met dat circus te maken. Een fotoreeks vinden waar we volgens onszelf echt goed op staan, is niet gemakkelijk. De videoclip van “Horde II” bijvoorbeeld… ik vind die van “War” veel cooler. Daar hadden we het meer onder controle. Een clip zoals die van “Horde II” zouden we nu niet meer doen.
Vanhoegaerden: Ik ga ook geen bontjas dragen omdat ik mijn eigen cool vind. Niemand van ons is zo. Ik wil ergens live spelen en nummers schrijven.
Mulders: Maar je mag jezelf ook niet in de voet schieten. Je wil je muziek wel verspreiden. Waarom ga je anders op een podium staan? Tegen alles nee zeggen, je helemaal opsluiten in een kot en dan zeggen: ‘Hier is mijn plaat, laat mij nu gerust,’ dat gaat ook niet. Je moet een gulden middenweg zoeken.
Mannaerts: Er zijn zo veel goede bands die wij nooit gaan ontdekken, net daarom. Omdat ze heel het circus dat erbij komt overslaan, of die kans niet krijgen.
Mulders: Ik herinner me ook dat die fotosessie meteen niet goed aanvoelde, ook al ging het enorm snel. Nu hebben we daar een soort reflex voor ontwikkeld. Vanaf het moment dat het nog maar een beetje raar aanvoelt, gaan die antennes rechtop staan, en is het antwoord voor ons ‘neen’. Als we dat toen hadden gezegd, had die gast ons waarschijnlijk wel begrepen, maar dat was ons eerste grote festival. We wisten niet beter.
Vanhoegaerden: Op zo’n momenten ben je volgens mij gewoon dankbaar.
Brutus trekt binnenkort door het hele Belgische podiumlandschap. Zoek uit waar en wanneer op hun website.