Zelden weten nieuwe bands binnen het metalgenre zich op te werken tot zaalvullende acts. Festivals als Graspop of Alcatraz moeten hierdoor sinds jaar-en-dag steeds dezelfde konijnen uit de headliner-hoed trekken. Al lijkt er, bij name van Ghost, Zweedse verandering aan te komen. Het heeft er alles weg van dat ze het zullen klaarspelen om zich te nestelen tussen de Iron Maidens en Metallica’s van de wereld. Een nagenoeg volgepakte Lotto Arena vol zwarte shirts, denimjasjes volgenaaid met bandpatches en sporadische groepjes als nonnen verklede dames, achtten zich bereid om hun ziel en oorkanalen ten dienste te stellen van Cardinal Copia en zijn Nameless Ghouls.
Alvorens Ghosts ceremonie ingeluid werd, kreeg een ander Zweedse exportproduct, Candlemass, drie kwartier de tijd om ons te overtuigen. De band gaat al mee sinds de jaren ’80, wat deels verraden werd door de beerbods van het gezelschap. Al kan er wel niet over een gebrek aan uitstraling worden gesproken. De frontman van dienst leek wat op een bastaardzoon die genen erfde van zowel Alex Agnew (Diablo Blvd) als James Hetfield (Metallica) en paradeerde vol flair over het podium. Desondanks de vele personeelswissels die ze de afgelopen decennia hebben doorgemaakt, klonk Candlemass ook sterk als collectief, waarin vooral de dreunende dubbele bass drum een heerlijke hoofdrol speelde. Hoogvlieger in hun set was het nieuwe “Astorolus – The Great Octopus” waarbij de dreun heerlijk tegen onze ribben ging plakken.
Ghost begint hoe langer, hoe meer ook door te sijpelen bij het Studio Brussel publiek. Dat hebben ze deels te danken aan de Hotshot-status van “Dance Macabre” en het catchy “Rats”, beide afkomstig uit hun meest recente plaat Prequelle. Maar, laten we eerlijk zijn, mensen die gebaseerd op deze twee nummers afzakten naar Antwerpen, zullen hoogstwaarschijnlijk niet voldaan huiswaarts gekeerd zijn, alsook niet de mensen die houden van pittige, intense sets.
De hitzoekers werden wel snel op hun wenken bediend, want na opener “Ashes”, waar zanger Tobias Forge vooral nog op zoek was naar zijn stemgeluid, gooide de band meteen al “Rats” op het altaar. Hitje of niet, echt veel leven zat er niet in het publiek. In een poging de boel op te stoken, werd “Absolution” nagenoeg volgestouwd door Forge die zijn geografische kennis deelde. ‘Antwerpen! Belgium!’ Na enkele keren was de meerwaarde hiervan echt wel gaan vliegen. Om te kunnen ontkennen dat de kardinaal een meesterlijke entertainer is, zouden we daarentegen gekke argumenten moeten bovenhalen. Ontkennen dat Ghost één van de sterkste conceptuele bands van het moment is, dat is nagenoeg onmogelijk.
Het impressionante podium werd intens gebruikt door zowel Cardinal Copia als zijn gitaarspelende Ghouls. De kitsch droop er weliswaar van af, zelfs Forge wees op subtiele wijze op de plastieken uitstraling van zijn speelveld. Geen mens die zich eraan stoorde, want ook aan special effects geen gebrek bij Ghost. Een erg sterke lichtshow, duivels podiumrook, enkele steekvlammen en vooral de machtige kostuums ontbraken niet in de Lotto Arena.
In het eerste deel van de dienst ging het niveau na het matige “Absolution” weliswaar vlotjes de hoogte in. “Ritual” werd gekenmerkt door een intensere, lagere zanglijnen waarin Forge zijn stem dermate pakkender overkwam, en “Per Aspera ad Inferi” werd door een significant deel van het publiek meegebruld. Het was toch het epische “Cirice” – dat na een best wel lange en overbodige intro werd ingezet – dat ons kippevel bezorgde. Het werd ons persoonlijk hoogtepunt van de set. Weliswaar hadden we dan nog maar één derde van de show achter de rug. Ging Ghost ons nog tot het einde kunnen blijven boeien, verrassen en entertainen?
Het antwoord hierop is niet zo eenduidig. Qua entertainende factoren kwamen we zeker aan onze trekken, flashy kostuumwissels en een sporadische saxsolo door Papa Nihil, Cardinal Copia’s mentor als het ware, boden ons het nodige visuele vermaak. Muzikaal verdween de spanning weliswaar mondjesmaat. Daar kon het akoestisch sterk uitgevoerde “Jigolo Har Megiddo” helaas niet zo veel aan veranderen.
Van begin af aan hadden we de indruk dat Ghost ergens tussen twee werelden zweeft. Aan de ene kant de wereld van stevige gitaren en een ‘metal performance’ neerzetten, aan de andere kant lijkt het gezelschap een doodse variant op de Phantom Of The Opera musical op te voeren. De momenten dat we muzikaal omver werden geblazen werden, waren vooral erg schaars voor een 25-tracks durende ceremonie.
Na een korte break hoopten we dat er terug wat vuur in de set zou gepompt worden en het geen vervolg van de afhaspeling aan nummers zou gaan worden. Vuur kregen we letterlijk, maar ook figuurlijk. “Spirit” werd meesterlijk theatraal ingezet, maar net zoals bij het merendeel van de songs, kwamen de vocale lijnen geluidstechnisch niet zoals het hoorde tot bij het tribunepubliek. Iets wat vooral bij “From The Pinnacle To The Pit” en “Majesty” erg storend werd. De show begon zich eindelijk als een duiveltje in een wijwatervat te gedragen toen er wat ‘woef’ in de set werd gestoken. Met “Faith” en fan-favorites “He Is” en “Mummy Dust”, zat het venijn andermaal in de staart. Vurig, speels en headlinerwaardig materiaal. Al klonk Forges stem in “Mummy Dust” misschien eerder als een slechte, Italiaanse ober, dan als een dreigende frontman.
In plaats van op dit vermakelijke stevige elan verder te gaan en in een rotvaart de set te besluiten, werd er aan de noodrem getrokken. Elke nameless Ghoul, werd tijdens een best-wel-overbodige “If You Have Ghosts”-cover (Roky Erickson) door Cardinal Copia voorgesteld. Iets wat in een mum van tijd geklaard kan zijn, al deed onze kardinaal er op zijn gezegende leeftijd een dikke tien minuten over. Veel te lang, en ronduit overbodig. Na ruim twee uur recht te staan, of oncomfortabel neer te zitten, wil je nog een laatste keer overdonderd worden door een spetterend slotsalvo. Niet een tergend lange lezing uit de bindtekstbijbel ondergaan. Gelukkig werd ons geduld beloond met een indrukwekkend sterke uitvoering van hit “Dance Macabre”, waar het geluid voor het eerst in de volledige zaal nagenoeg perfect klonk. Klap op de vuurpijl werd “Square Hammer”. Intens, gepassioneerd en hard. De ideale afsluiter voor een metalshow, zo vonden wij.
Zo dacht Ghost er helaas niet over. Er volgde vervolgens nog een hoop gelul over vrouwelijke orgasmes en valse showeindes, alvorens de groep “Monstrance Clock” inluidde. Deze track kon bijlange niet de intensiteit van “Square Hammer” evenaren, waardoor we met een erg wrang gevoel de zaal verlieten. Het was toen ruim half twaalf en het leven was zichtbaar uit het grootste deel van het publiek gezogen. We ervaarden weinig adrenaline-rushes bij onszelf als bij de rest van de aanwezige mensen en geesten, ergens moet het dus fout gegaan zijn, lijkt het ons. Na het optreden werd er vooral veel gepraat en geanalyseerd, aan extase was er een gebrek.
Had deze show een compactere uitvoering gekregen, met een grotere focus op muzikale kracht dan op entertainment, we zouden de Zweden hoogstwaarschijnlijk overladen hebben met complimenten. Tracks als “Faith” en “Cirice” hielden de set met verve overeind en nummers als “Rats” en “Dance Macabre” pleaseden de sporadische luisteraar. Wat de meerwaarde van ruim de helft van de rest van de set was, daar stellen we ons vragen bij.
Ghost bewees in de Lotto Arena over de kwaliteiten te beschikken om een volwaardige (metal)headliner te worden. Ze leverden een show met hoog entertainmentwaarde af, maar wisten onze aandacht geen 150 minuten te behouden. Het tempo en het wow-gevoel schoten enkele malen de hoogte in, maar doken ook meermaals de diepte in. Wanneer de show eenmaal echt op gang was getrokken, haalde frontman Tobias Forge het tempo er vervolgens zelf met ellenlange, overbodige bindteksten uit, wat vooral het slot van de show vergalde.
Setlist:
Ashes
Rats
Absolution
Ritual
Con Clavi Con Dio
Per Aspera ad Inferi
Devil Church
Cirice
Miasma
Jigolo Har Megidda (acoustic)
Pro Memoria
Witch Image
Life Eternal
Spirit
From The Pinnacle To The Pit
Majesty
Satan Prayer
Faith
Year Zero
He Is
Mummy Dust
If You Have Ghosts
Dance Macabre
Square Hammer
Monstrance Clock
laten we wel stellen dat dit een persoonlijke mening is.
en dan ga ik ook ineens de mijne geven: ik had absoluut geen probleem met de “ellenlange, overbodige bindteksten” want dat hoort nu eenmaal bij ghost en zorgt voor extra humor! ik heb hard gelachen bij zijn tussentijdse sketches. ook bij de voorstellingen van de ghouls heb ik 10 minuten gelachen om de absurditeit waarmee Forge het brengt. het bracht weer extra flair.
wat betreft de songkeuzes, tja, als je alleen maar hits en powersongs wil horen kun je best gewoon thuis een cd’tje opzetten, want als je naar een show gaat van 150 minuten weet je dat er meer aan zit te komen dan die 3 a 4 bekende nummers.
ik denk dat ik wel kan stellen dat fans van ghost het een heel goed optreden vonden.
wat ik jammer genoeg wel moet nageven is dat er het één en ander mis was geluidtechnisch, wat inderdaad storend was.. maar verder een zalige show geweest.
100% wat men kan verwachten van een ghost show.
groetjes,
kelly
Geluid was gedurende het eerste nummer een enorm storende factor maar werd snel verholpen.
Het ietwat lome publiek schrijf ik toe aan toch wel groot aandeel Stubru luisteraars die enkel de “hits” kennen en voor de rest wat verwonderd rondkeken.
Tenslotte was het enorm warm in de zaal waardoor velen, vooral na de pauze, compleet murw werden geslagen. Ik miste toch wat uitbundigheid maar laat ons eerlijk zijn: laat dezelfde show spelen op Graspop waar menig fan niet hoeft naar huis te rijden na afloop show en dus op geen pintje hoeft te letten, en je hebt een compleet andere sfeer in het publiek.
Misschien moet de auteur de recensie van zijn collega in De Morgen eens lezen, en deze in Gazet Van Antwerpen. Daar was men laaiend enthousiast net zoals ik en mij medeconcertgangers. Het was een prachtige show, goed opgebouwd met de nodige humor. Wij hebben ons geweldig geamuseerd en kijken uit naar het volgende optreden. Dit was puur genieten van een van de beste shows die ik ooit gezien heb. We want more !! Amen