Iedere week worden we om de oren geslagen met nieuwe albums. Omdat het moeilijk is om elke plaat zijn eigen review te geven, hebben we een nieuw concept uitgedokterd. Het is simpel: we houden het ‘beire kort’, maar geven het album toch zijn verdiende review. Deze keer hebben we het over albums van Novo Amor, Can’t Swim, Rosalía, Thrice, Go March, Empress Of, Arthur, Boston Manor, Kirk Knight, The Prodigy, Dead High Wire, Jerry Paper, Yonaka, Amber Arcades, Julia Holter, Heaters, Astronaute en Phoxjaw!
Novo Amor — Birthplace (★★★★)
Een album, het duurde heel lang voor we er één kregen van Novo Amor. Hij verblijde ons wel met enkele ep’s en ook zijn plaat met Ed Tullett was er eentje om duimen en vingers bij af te likken. Nu doet hij het dus solo, en weet een emotioneel, maar boeiend verhaal te vertellen. Het is er eentje waarin tragische gebeurtenissen de bovenhand nemen en een filmisch aspect nooit ver weg is. Met zijn melancholische, dromerige stem neemt Novo Amor iedereen mee in het verhaal dat hij probeert te vertellen. De ene keer is het breekbaar, de andere keer hoopgevend, maar het bestaat vooral uit liefde. Birthplace is de geboorte van Novo Amor als albummaker, en het is meteen een pareltje geworden.
Can’t Swim — This Too Won’t Pass (★★)
Can’t Swim bracht vorig jaar nog maar hun debuutplaat Fail You Again uit, en daar is de tweede al. Met This Too Won’t Pass brengen ze dus hun tweede langspeler in evenveel jaar uit, en daar hadden ze beter mee gewacht. Resultaat is een plaat die heel wat songs bevat die te hard op elkaar lijken, en bijgevolg snel gaat vervelen. Can’t Swim gaat verder met de goede basis die herkenbaar is van het debuutalbum, maar kan de fundamenten niet bebouwen met wat een nummer interessant maakt. Singles “My Queen” en “sometimes you meet the right people at the wrong times” springen eruit, omdat daar de creativiteit wél werd aangesproken. Het moet ook gezegd dat het tweede deel van de plaat interessanter is dan het eerste, waarbij vooral “Daggers” opvalt. Voor veel first time listeners zal het kalf tegen dan echter al verdronken zijn.
This Too Won’t Pass kwam uit op 16 november via Pure Noise Records.
Rosalía — El mal querer (★★★★★)
De Spaanse Rosalía verscheen de afgelopen maanden onverwacht op de radar van de muziekwereld. Nadat ze in Spanje al grote successen vierde, weet ze met haar tweede album die muziekwereld te overrompelen. El mal querer is een samensmelting van R&B, flamenco en pop, maar vertelt vooral op een meer dan interessante manier een romantisch verhaal. Elk nummer speelt dan ook een meer dan belangrijke rol in het concept van het album, maar staat op zichzelf ook erg sterk in zijn (flamenco)schoenen. Luisteren, genieten en vooral laten overrompelen. Met grote afstand één van de beste popalbums van het jaar.
El mal querer verscheen op 2 november via Sony Music.
Thrice — Palms (★★★★)
Thrice besloot er in 2012 de brui aan te geven, en in 2015 (surprise surprise) terug een reünie te doen. Zo voegden ze zichzelf toe aan het ellenlange lijstje ‘Amerikaanse bands die splitten, en enkele jaren later tóch plots terug zijn’. Palms is hun tweede worp na de reünie, en ongetwijfeld de sterkste. De band weet in elk nummer een andere sfeer te scheppen, maar er toch voor te zorgen dat Palms een geheel blijft. Songs als “The Dark” en “Only Us” gaan wat richting Imagine Dragons, met dat verschil dat ze niet door de plastificeermachine zijn gehaald. De leuke riff in “The Grey” en het donkere geluid met ditto tekst van “A Branch In The River” bevatten echter danig veel inhoud, dat we beseffen dat die vergelijking doortrekken zinloos is. Laat ons zeggen dat Palms misschien een brug kan zijn om mensen die naar mainstream muziek luisteren van post-hardcore of rock te overtuigen.
Palms kwam uit op 14 september via Epitaph Records.
Go March — II (★★★★½)
Over Go March zou je wel eens het woord ‘supergroep’ kunnen horen vallen. Leden Philipp Weies, Hans De Prins en Antoni Foscez kun of kon je namelijk ook terugvinden in onder andere Statue, DVKES, Broken Glass Heroes, Manngold, en Intergalactic Lovers. Die term doet hen echter tekort. De band heeft al sinds hun debuutplaat Go March een heel eigen sound, en aan dit nieuwe wapenfeit te horen hebben ze die sound de voorbije jaren bijgeschaafd tot de perfectie.
II is duidelijk een Go March-album, maar is toch heel vernieuwend. De band komt veel volwassener over, en de nummers klinken minder als het resultaat van een uit de hand gelopen krautrock-jamsessie, en meer als composities waar stuk voor stuk maanden op is gebroed. En de resultaten zijn schitterend; de meesterlijke opener “Chop Chop” (die ons in 2017 live al omverblies) werkt zo hypnotiserend dat de twee minuten comedown op het einde zowat een fysieke noodzaak zijn, en “Zabriskie” is een song die snakt naar zo’n artsy kortfilm om te soundtracken zodat die vervolgens een vijftal awards in de wacht kan slepen. Dit is een plaat om u tegen te zeggen.
II verscheen op 28 september via Yokozuna.
Empress Of — Us (★★★★)
In 2015 kwam de debuutplaat van Empress Of uit, een plaat die dat jaar wat over het hoofd werd gezien. In tussentijd verzamelde de zangeres bekendheid dankzij samenwerkingen met onder meer Khalid en Mø, maar nu is ze dus terug met een eigen album. Daarop werkte ze samen met onder meer Dev Hynes en dat hoor je ook. Door externe invloeden in haar muziek te steken, krijgt haar muziek een rijker geluid dat soms toegankelijk is, maar meestal vooral heel zweverig. Ze weet haar roots uit Honduras ten volle te benutten door er hier en daar een subtiele exotische touch in te steken. De meeste nummers hangen rond de drie minuten en dus zijn ze allemaal perfecte lengte voor popliedjes. Een song als “Love For Me” kan zomaar perfect op de radio gedraaid worden, maar de nummers bevatten ook genoeg experiment om niet plat over te komen. Net dat maakt deze plaat zo aangenaam om te beluisteren.
Us verscheen op 19 oktober via Terrible Records.
Phoxjaw – Goodbye Dinosaur… ep (★★★★½)
Phoxjaw mag zich stilaan één van de spannendste nieuwkomers noemen die de Britse noise/punk wereld te bieden heeft. Sinds 2016 maken ze nu al furore en met hun debuut-ep Goodbye Dinosaur…trakteren ze ons nu op een mokkerslag van jewelste. Het eerste nummer “The Great Dying” kan nogal misleidend overkomen, maar met “Tricetarops” vuren ze al snel een waar gitaarvuurwerk op ons af. Op vlak van sound vallen ze te vergelijken met Steak Number Eight en een flinke dosis A Perfect Circle, maar dan met nog wat eigen invalshoeken. Knallen doen ze ook met het stevige “Lottery” en het furieuze “Weapons”. “Dinosaur Bones” weet te pakken door zijn geniale opbouw en met het erg dynamische “Plastic Wedding” eindigt de Goodbye Dinosaur…sterk. Een erg straffe debuut-ep heeft Phoxjaw met andere woorden gelost, die de lat voor de toekomst heel hoog heeft gelegd.
Goodbye Dinosaur… verscheen op 16 november in eigen beheer.
ARTHUR — Woof Woof (★★★½)
ARTHUR zet al een tijdje de popmuziek volledig op zijn kop met zijn opvallende singles. Ondertussen heeft de multi-instrumentalist uit Pennsylvania zijn debuutalbum Woof Woof af, en dat is gevuld met songs die net zo bizar als passioneel zijn. Van het losgeslagen en ultracatchy “Ivy League” tot de hersenspinsels op nummers als “Sweet Memory” en “God” is het duidelijk dat er een flinke hoek is van de weirdo-pop die ARTHUR maakt. Hij is echter heel goed in wat hij doet. Niet elk nummer op de plaat is even sterk, maar al bij al is Woof Woof een ontzettend interessante plaat waar weinig grenzen op te bespeuren zijn.
Woof Woof verscheen op 16 november op PLZ Make It Ruins.
Boston Manor — Welcome to the Neighbourhood (★★★½)
Boston Manor onderging dit jaar een opvallende metamorfose. Waar de band vroeger bekend stond als klassieke poppunkband, besloten ze om op Welcome to the Neighbourhood voor een ruimere sound te gaan, en de focus vooral te leggen op de lyrics en stem van zanger Henry Cox. Een geslaagde metamorfose, als je het ons vraagt. De man heeft een behoorlijk imposant stembereik, en produceert een vrij uniek geluid, wat bijvoorbeeld in “Halo” en “England’s Dreaming” perfect tot zijn recht komt. Op “Funeral Party” gaan de Britten zelfs even de post-hardcorekant op, en daar kan Cox een expositie houden van al wat zijn stem aankan. Boston Manor was vroeger goed als poppunkband, maar het moet gezegd dat hun sound anno 2018 veel unieker is geworden. We vragen ons enkel af of Welcome to the Neighbourhood live evenveel zal boeien als Be Nothing.
Welcome to the Neighbourhood kwam uit op 7 september via Pure Noise Records.
Kirk Knight — It Is What It Is (★★★★)
Een mens wordt maar één keer 23, en hoe kun je dat beter vieren dan op die dag een steengoed album te droppen? Dat is wat rapper en producer Kirk Knight afgelopen vrijdag deed met zijn nieuwe plaat It Is What It Is (IIWII). Drie jaar na zijn debuut Late Knight Special toont Knight een enorme groei, zowel persoonlijk als artistiek. Onlangs zagen we hem nog aan het werk in het voorprogramma van Flatbush Zombies, waardoor onder meer “M.O.” en “Duffle Bag” ons niet helemaal nieuw in de oren klinken. De nummers die echt onze aandacht trekken zijn echter die waar Knight ons verrast met persoonlijke teksten en zweverige beats, zoals “Downtime”, “Leverage” en het rake “Never Again”. De enige vraag die rest na het beluisteren van IIWII is of de underdog van Pro Era nu een betere rapper of een betere producer is.
IIWII verscheen op 16 november via Pro Era/LLC.
The Prodigy — No Tourists (★★)
De godfathers van wat electropunk werd gedoopt werden in de jaren negentig van afgelopen eeuw, mede dankzij hun flitsende livereputatie, de hemel in geprezen. Een klein decennium geleden, toen drum and bass plots mainstream werd, werd duidelijk hoe hard The Prodigy zijn stempel had gedrukt op de scène. Livemuzikanten draafden op in tenten waar men normaal gezien enkel decks zou verwachten, iets waar de Britse band al meer dan een kwarteeuw voor bekend staat. Anno 2018 kan jammer genoeg worden gezegd dat de pit er wat uit is, wat al bleek uit eerder uitgebrachte singles. “Need Some1”, “Light Up The Sky” en “Fight Fire With Fire” zijn allen wel oké songs, maar missen wat tempo en schwung om ze te doen overkomen op een main stage naar keuze. Niet-singles als “Timebomb Zone” en “Champions of London” daarentegen brengen de nineties-vibe, die even een nieuw jasje is gaan shoppen, enigszins terug, maar bevestigen de grote tekortkoming van No Tourists: het had allemaal wat vuiler mogen zijn.
No Tourists werd op 2 november uitgebracht via BMG Rights Management.
Dead High Wire — Pray For Us (★★★★)
Postpunk kent de laatste tijd in België een heuse heropleving. Niet alleen mocht Whispering Sons onlangs op de nationale televisie spelen (wie had dat ooit gedacht?), ook het genre op zich krijgt een steeds bredere appreciatie. Met Dead High Wire is er weeral een ijzersterke gitzwarte band opgestaan. Waarin onderscheidt dit Pray For Us zich van andere bands? Ze zijn iets energieker en hebben een iets strakkere invloed. Minder donker dus, maar wel dromerige invloeden van onder meer Diiv, Parquet Courts en The Cure. Het is strak en we voelen ook soms wel dat er op deze muziek sneller een moshpit zal ontstaan dan op de doorsnee zware post punk. Ze hebben dan ook meer voeling met melodie en op deze Pray For Us geven ze ons meteen een snedig visitekaartje.
Pray For Us verscheen op 27 oktober via Wagonmaniac Music.
Jerry Paper — Like a Baby (★★)
Jerry Paper heeft al een aantal albums op de teller, solo en in het kader van zijn vele andere projecten. Voor zijn recentste plaat Like a Baby is hij van New York naar LA verhuisd, maar op muzikaal vlak is er minder verandering te bespeuren. Er wordt weer gretig getapt uit het vaatje van lo-fi en psychedelische pop. Op zich zou het geen al te groot probleem mogen zijn dat Jerry Paper in dezelfde stijl bezig is als heel veel andere bands, maar dan moet je het toch net iets beter doen dan de rest. Op Like a Baby krijgen we wel een laidback sfeertje voorgeschoteld, maar qua songwriting en pit schiet deze plaat toch tekort. Zelfs de gastoptredens van Weyes Blood en Mild High Club kunnen niet verhinderen dat dit album snel verveelt.
Like a Baby verscheen op 12 oktober via Stones Throw.
Yonaka — Creature ep (★★★½)
De Britse band Yonaka rond frontdame Theresa Jarvis is de laatste maanden aan een steile opmars bezig. Na een gesmaakte passage op Pukkelpop, vertrok het viertal begin november op Europese tour als voorprogramma van Bring Me The Horizon. Met hun nieuwe Creature ep tonen ze alvast dat ze klaar zijn om binnenkort ook de arena’s te vullen. Nummers als “Death By Love” en “Creature” tonen het enorme potentieel van de vier uit Brighton, en laten duidelijk blijken dat ze de bombast niet schuwen. Met hun snedige poppy rock gaan ze monter verder waarmee ze op de Teach Me To Fight ep waren begonnen, maar dan met het verschil dat de nieuwe ep net iets te voorspelbaar is. Desondanks mag Creature zich weer een dijk van een ep noemen die Yonaka nog wat meer in picture zal brengen.
Creature verscheen op 16 november via Asylum Records.
Amber Arcades — European Heartbreak (★★★)
Twee jaar na het debuut staat Amber Arcades klaar met een opvolger. European Heartbreak is op alle vlakken rijker aan geluid dan dat debuut. Het klinkt gelaagder, er is meer plaats voor emotie en ook de songs zijn iets serieuzer. Soms is dit wel jammer, want er is nergens nog een janglepop nummer te bespeuren. Het enige wat een beetje neigt naar haar eerste plaat is “Where Did You Go”, een nummer dat nog eens wat energieker uit de hoek komt. De rest van de plaat doet het allemaal veel zachter met veel ruimte om scherp uit de hoek te komen. Soms is dit wondermooi, soms krijg je ook het gevoel dat het af en toe wat simpeler mag. Het toont dat Amber Arcades duidelijk gegroeid is, maar het laat de energie wat verdwijnen. Ze zal heel wat nieuwe fans bij krijgen, oude fans zal ze verdeeld achter laten.
European Heartbreak verscheen op 28 september via Heavenly Recordings.
Julia Holter — Aviary (★★★★)
In 2015 wist mevrouw Holter een flinke schare fans bij elkaar te sprokkelen met haar indiepop langspeler Have You In My Wilderness. Op Aviary laat ze het popkantje achter zich en zet ze zich volledig in op het creëeren van een eigenzinnige droomwereld. De invloeden op dit negentig minuten durende schouwspel variëren van klassieke muziek tot experimentele synth toepassingen. Songgerichte nummers zijn er niet te vinden op dit album; het is één grote schizofrene trip. Desillusionerend maar intens betoverend zijnde, is het een plaat die je niet zo maar even op zou leggen tijdens pakweg het ontbijt. Het is een vereiste om je tijd te nemen voor dit prachtwerk van Julia, maar het loont de moeite.
Aviary verscheen op 26 oktober via Domino Records.
Heaters — Suspended Youth (★★★★)
Sinds 2014 werden we al jaarlijks getrakteerd op een nieuw album van Heaters, en dus verscheen er dit jaar een vijfde plaat onder de naam Suspended Youth. De band ontwikkelt zijn sound hierop nog meer, maar behoudt wel het psychedelische en heel zweverige aspect van zijn muziek. De nodige reverb en space jams later voel je alsof je een geniale trip nam die eigenlijk nooit zou mogen eindigen. Een stukje krautrock, een deeltje repetitieve gitaren en vooral een tempo dat je meteen meeneemt op een snelle trip. Drie nummers klokken af boven de zes minuten en het zijn die songs die er het meest uitspringen. Ze ontwikkelen zich het best en tonen dat we het laatste van Heaters nog niet hebben gezien. Hopelijk is de band binnenkort eens in België te bezichtigen!
Heaters verscheen op 2 november via Beyond Beyond Is Beyond.
Astronaute — Circle (★★★)
Astronaute, de band rond Myrthe Luyten en Bert Hornikx, heeft met Circle een tweede album op zak dat geurt naar een schemerzone waar hun beide stemmen als kleine twinkellichtjes tussen de mist door schijnen. De verhalen die ze vertellen in de tien nummers met drum, gitaar, elektronica en stem klinken op het eerste gehoor lieflijk, maar er huist een dualiteit in van schone en donkere kanten van het leven. Circle weet zonder brute kracht ook te overtuigen in de juiste sfeer. “Balancing Act” vat daarmee samen waar Astronaute in geslaagd is: een mooi evenwicht vinden.
Circle verscheen op 26 oktober via KLANKZALF
Deze recensies werden geschreven door Lyra Lambert, Laurens Collier, Matthijs Vandenbogaerde, Julie Heyvaert, Simon Meyer-Horn, Jan Kurvers, Maxim Meyer-Horn, Kim Loosvelt en Niels Bruwier.