Britpop, het blijft een onuitputbare bron van kwalitatief hoogstaande deuntjes, riffs en filosofisch gezang. Het genre kende zijn hoogtepunt in de jaren 90 en hoewel Oasis en Blur vaak met de spreekwoordelijke pluimen gaan lopen, was de britpopscene weliswaar omvattender en groter dan u durft vermoeden. Supergrass, een van de vertegenwoordigers van het overzeese genre, doet bij de modale mediascrollende millennial waarschijnlijk geen belletje rinkelen. Toegegeven, de band kwam ook ons pas ter ore toen Ali G in zijn show hun hit “Sun Hits The Sky” probeerde te verstevigen met a-ritmisch gebricoleer. Gaz Coombes liet gretig met zijn bakkebaarden lachen in de Ali G-show. Humor en ironie lijkt hem trouwens wel te liggen, zo is het tweede album van Supergrass, In it for the Money (1997), een regelrechte aanklacht tegen menig artiest die vrijwillige op de knieën gaat aan commercialiteit en de geur van geld. Een ‘sell-out’, heet dat dan. Gaz verfoeit het. Benieuwd hoeveel hij op de rekening heeft staan na zijn hoofd en muziek verkocht te hebben aan de commercial van -hou u vast- de Toyota Yaris. Het leven is relativering, jawel.
Als Supergrass al een belletje deed rinkelen is het hoogstwaarschijnlijk van de bevreemdende videoclip die het nummer “Alright”, veruit hun bekendste, vergezelt. De band sublimeert in 2010 waarna de frontman een solo carrière uitbouwt. Geen overdreven commercieel succes, maar wel gesteund door een enthousiaste glimlach van de critici. Coombes’ solo-debuut Here Come The Bombs (2012) wordt opgevolgd door Matador (2015) dat wordt omlijst door dramatisch mooie tracks als “The Girl Who Fell From The Sky” en classic pop tracks als “Detroit” en “Needle’s Eye”. Begin deze maand voegde Coombes daar dus World’s Strongest Man aan toe, de derde langspeler in het rijtje. Openen doet de bakkebaard uit Oxford met het titelnummer “The World’s Strongest Man”, dat wordt gevolgd door “Deep Pockets”. In deze vluchtige tijden worden artiesten die full albums uitbrengen bijna een uitstervende soort, singles lijken al dat telt. Ook Gaz voelt de druk in zijn nek. Om wat toeschouwers naar de sprint richting zijn nieuw album te lokken, bracht de Brit zo’n goede vijf maand geleden al “Deep Pockets” uit, net zoals het meest interessante en groovy nummer van de plaat “Walk The Walk”. Op het veelzeggende “Shit I’ve Done It Again” wordt het duidelijk: zonder de aandacht voor de gitaarsound te verliezen zit er, zonder daarin te overdrijven, een strakke laag synth en electronicageweld over deze plaat heen. Gaz is echt, en ook dat is bijzonderenswaardig in een tijdperk waar aan authenticiteit stevig wordt getimmerd. Bovendien liegt Gaz ook niet, op “Slowmotion Life”, neemt Gaz inderdaad wat gaz terug (sorry). Een simpele pianolijn en zanglijn worden op het einde aangemoedigd door wat synthgestuurde geluiden en ritmiek. Meer moet het vaak niet zijn.
Na “Slowmotion Life” wordt het tempo onherroepelijk opgedreven. Op “Wounded Ego’s” geeft Coombes met lyrics als ‘Wounded ego’s, right wing psycho’s. All the madness outside’ toe dat ook hij de buitenwereld amper snapt. Bij het inzetten van “Oxygen Mask” redt Gaz het grotendeels alleen met een akoestische gitaar, zonder daarbij het tempo uit de plaat te halen. Met een vibe à la Jinte Deprez maar met een expressie à la Brandon Flowers zingt hij een sombere en verstikkende toekomst tegemoet: ‘They got driverless cars in Florida. And drones to your door. Well it’s like science fiction. And it’s all right here. Place your oxygen mask on’. Aansluitend volgt “In Waves”, onze persoonlijke favoriet van de plaat. Een up tempo gitaar song à la Franz Ferdinand. Maar dan strakker, gekker en meer in your face. Live schiet de baslijn ongetwijfeld menig trommelvlies richting Mars. Na “In Waves” krijgen we “The Oaks” voorgeschoteld. Een mooi opbouwend nummer, met wat achtergrondzang, strakke ritmes en een falsetto waar Thom Yorke een punt kan aan zuigen. De perfecte ingrediënten voor een geslaagd recept, zo blijkt. “Vanishing Act” heeft hetzelfde tempo als een doorsnee Liam Gallagher song, al draagt de song wellicht te veel synthsound met zich mee om door de Oasis-ster als rock ’n roll bestempeld te worden. Daarbij, Gaz zit in de tribune bij Man United en dan vind een doorsnee Gallagher je sowieso een potato head. Na “Vanishing Act” trakteert Coombes nog op het hallucinogene “Weird Dreams” dat met sferisch gezang, een vertraagde hiphopbeat en luchtledige klokgeluidjes een perfect einde aan de plaat breit.
Stijn Van De Voorde bracht in Zeno, de weekendbijlage van De Morgen, een ode aan zijn gitaarheld: “Gaz Coombes is een stille overlever. De soloalbums van Coombes zullen altijd door de mazen van het net blijven glippen, ook al valt er kwalitatief weinig op aan te merken. Verwacht hem niet op de radio of op een (groot) Belgisch festival. Zijn tijd is officieel voorbij. Daar valt spijtig genoeg weinig aan te doen.” Onbekend betekent inderdaad niet onbemind. En beminnen doen we.
‘Leve Gaz Coombes’, aldus Stijn.
Amen to that.